Muziek is in essentie geslachtsloos. Elk genre heeft wel zijn mannelijke en vrouwelijke aanhangers maar bij de zogenaamde zwarte muziek (soul en hiphop) lijkt zich wel een scheiding af te tekenen waarbij de subgenres zich meer dan andere richten op de specifieke geslachten.
Maar al te vaak laten onze zusters zich immers inpalmen door zeemzoete, net niet slijmerige en/of hinnikende, plat geproducete r&b dan wel door opgejaagde en vooral van elke originaliteit verstoken partyhiphop à la Black Eyed Peas. Hun mannelijke genoten plegen dan weer vooral het dertien in een dozijn machogelul genre 50 Cent te vereren of zich ietwat elitair te begraven in bevreemdende en avant-gardistische hiphop die meer op het intellect dan op de heupen richt. Het is een wonder dat ze elkaar nog ontmoeten.
Een enkele keer slaagt een toptalent erin beide werelden te verzoenen zonder zichzelf te verloochenen of te verliezen in hopeloos en vooral wazig gewauwel (ja Lauryn Hill, we hebben het over u!). Het zijn artiesten en albums die stoer genoeg klinken om de mannen te behagen maar ook voldoende zachte toetsen hebben om de vrouwen niet af te schrikken.
Met Shine Through weet ook Aloe Blacc de brug tussen beiden te slaan. Blacc werd in 1979 in Panama geboren als Egbert Nathaniel Dawkins III maar bracht zijn jeugd door in Californië, waar hij naast trompet ook gitaar en piano leerde spelen. Hoewel Shine Through zijn debuut is, bracht hij eerder al enkele e.p.’s uit en werkte hij samen met DJ Exile, onder de naam Emanon, waarmee ze vorig jaar debuteerden met het album Waiting Room.
Het toonaangevende Stones Throw Records brengt nu Blaccs debuut als soloartiest uit, maar het is niet wonderkind en producer Madlib die achter de knoppen zit maar Blacc zelf, waarmee de man bewijst op werkelijk alle vlakken van wanten te weten. Op het album bewandelt hij voorzichtig een pad waarbij funk, hiphop, soul, blues en Britse garage elkaar afwisselen dan wel ondersteunen, met een snuifje Zuid-Amerikaanse salsa dat het geheel afmaakt. Het is dan ook haast onmogelijk om er een favoriete track uit te pikken.
Het is zonder meer opvallend in welke mate Blacc erin slaagt andere nummers naar zijn hand te zetten en te incorporeren binnen het geheel, of het nu om Sam Cookes "Long Time Coming" gaat of Bob Marleys "Shine Through", Blacc maakt ze zich schaamteloos eigen. De man beschikt niet alleen over een knappe flow maar daarenboven ook over een dijk van een stem die menig soulzanger ontmaskert als de broekventjes die ze de facto zijn (ja R. Kelly, kruip maar terug in uw kast en hou uw pistool vooral goed vast). Blacc hijgt niet amechtig noch schurkt hij zich tegen een of andere microfoonstandaard aan, hij ademt seks uit zoals alle grote soulzangers voor hem.
Het is haast verbazingwekkend om te horen dat dezelfde man die over zo’n mooie soulstem beschikt, ook instaat voor het broeierige "Patra Mia" dat zo geplukt lijkt uit een salsaverzamelaar en het urbane "Whole World" dat geboren is in de Londense achterbuurten. De droeve a capella-blues van "Busking" wordt met een pracht van een knipoog gebracht: Blacc wacht gewoon op de bus en laat zich begeleiden door straatgeluiden tot de bus arriveert. Het mag dan wel niet meer dan een gimmick zijn, het werkt wonderwel.
Stones Throw-goeroe Madlib heeft een neus voor talent en heeft met Aloe Blacc dan ook een nieuw paradepaardje in zijn stal gezet. Shine Through spreekt B-boys and -girls in hun eigen taal aan, maar overstijgt ook de grenzen van hiphop en r&b. Dit is zonder meer een naam om in de gaten te houden.