Iedereen weet nog waar hij was op 11 september 2001 – ik kwam zelf
net thuis van een boodschap toen ik een sms’je kreeg van een
vriend: “CNN nu!” Dat was alles. Die vriend van me stuurt nog wel
eens dat soort van sms’jes, wat meestal wil zeggen dat er iets
onvergetelijk onnozels aan de gang is – “VTM, nu!”, of “Studio
Brussel, nu!”, en als je dan niet uitkijkt zie je de vrouw van Eddy
Wally in een t-shirt rondlopen met het lichaam van een bikini babe
op, dat soort dingen. Nu was het iets anders. Een vliegtuig had
zich in één van de torens van het WTC geboord. Het tweede zag ik er
live (no pun intended) invliegen, en naarmate die bizarre
dag, die later een keerpunt in de geschiedenis zou blijken te zijn
zich verder ontwikkelde, voelde ik geen angst, maar wel een
eigenaardig soort van bevreemding. Een through the
looking-glass gevoel. Dit kón toch niet? Op elk moment kon er
toch iemand van achter de coulissen komen om te zeggen dat het een
grap was van Michael Bay, die wat effecten voor z’n nieuwe film
wilde uitproberen?
Eén van de grote kwaliteiten van Paul Greengrass’ ‘United 93’ – één
van de vele – is dat de film dat gevoel van
“speel-nu-niet-met-mijn-voeten” perfect weet te vatten.
Vluchtcontroleurs, de bazen van de luchthavens, militairen en
gewone burgers zien in deze film gebeurtenissen plaatsvinden die te
groot zijn om te bevatten, zaken die zodanig ver uit de normale
orde der dingen liggen, dat ze nauwelijks geloofd kunnen worden.
Allemaal hebben ze dezelfde blik op hun gezicht, alsof ze de
voorbije uren even willen terugspoelen omdat er een fout in de band
zit. Tijdens het kijken bekroop datzelfde gevoel mij ook weer, net
als toen, vijf jaar geleden. Greengrass dramatiseert hier de
gebeurtenissen aan boord van vlucht United 93, die op die bewuste
dinsdag in Newark vertrok naar San Francisco. Ongeveer een uurtje
na het opstijgen, namen een vijftal met messen gewapende kapers het
vliegtuig over – ze vermoordden de piloten, waarop één van hen de
kist rechtsomkeert liet maken naar Washington.
De enige reden waarom dat vliegtuig zich niet te pletter stortte in
de hoofdstad, is omdat in dit geval de passagiers terugvochten.
Gewapend met botermesjes, kurkentrekkers en een brandblusser,
wisten ze de terroristen die hen bewaakten te overmeesteren en
zelfs in de cockpit binnen te raken. Het vliegtuig stortte
uiteindelijk neer in een veld in Pennsylvania, maar wat ‘United 93’
mij heeft duidelijk gemaakt dat ik nog niet wist, was hoe weinig
het gescheeld heeft of de passagiers hadden het nog veilig aan de
grond gekregen ook. Er was een piloot aan boord, én iemand die
jarenlang in de controletoren van een luchthaven had gewerkt.
Hadden ze de cockpit tijdig kunnen overnemen, wie weet hoe was het
dan afgelopen? Greengrass reconstrueerde de gebeurtenissen aan de
hand van de telefoongesprekken die de passagiers voerden na de
kaping, inclusief de beroemde laatste woorden die de wereld ooit
van één van hen zou horen: “Let’s roll”. Twee woorden die
klinken als een heroïsch cliché, maar in de praktijk van dit
verhaal eerder overkomen als een pragmatische uitspraak van iemand
die niets meer te verliezen heeft.
Greengrass werd als regisseur van het eerste grote bioscoopdrama
over 9/11 met haviksogen in de gaten gehouden door zowat de hele
wereld, en koos dan ook voor een extreem realistische docu-drama
aanpak. De film is zo goed als in real-time opgesteld, wat inhoudt
dat het eerste uur van de vlucht, voordat de terroristen ingrijpen,
gevuld wordt met de verwarde reacties op de grond van de
luchtvaartautoriteiten. Vliegtuigen reageren niet meer, veranderen
plots van koers, dan is er die explosie in het WTC. Hoeveel
vluchten zijn er nog gekaapt, hoeveel andere doelen zijn er? De
personages van ‘United 93’ weten nog niet dat de datum op hun
kalendar een eeuwige bijklank zal bewaren van vernieling, en de
lichte paniek en verwarring op hun gezicht, hun pogingen om
rationele belissingen te nemen onder irrationele omstandigheden,
komen erg realistisch én humaan over. Greengrass bereikt dat
hyperrealisme ook door bijvoorbeeld een aantal personen zichzelf te
laten spelen (inclusief enkele militairen die die dag de
beslissingen moesten nemen) én vooral door pertinent te weigeren om
zijn film de structuur van een klassiek drama te geven. De meeste
personages leren we niet bij naam kennen, we krijgen niet
plotseling de achtergrondverhalen van de passagiers van United 93
en hun replieken zijn niet geschreven zoals normale filmdialogen.
De eerste vijftien minuten van de film wordt gespendeerd aan
vrijblijvend geklets tussen piloten, stewardessen en anderen – “Ik
ga een weekendje Londen doen”, “Ik ga proberen om wat vaker thuis
te zijn”, enzovoort. Wanneer het dan allemaal misloopt en die
mensen bruusk uit hun normale banaliteit worden gesleurd, zie je
dat ze in eerste instantie niet weten wat te doen of wat te
geloven, en tergend trage minuten van onzekerheid gaan voorbij
terwijl de autoriteiten proberen uit te zoeken wat er gaande is. De
chaos en verwarring zijn voelbaar, de hele film lang.
Het gevolg daarvan is dat Greengrass nergens zijn onderwerp uitbuit
(of kàn uitbuiten) voor dramatisch effect – dit is een staaltje
perfect smaakvolle filmmakerij – en dat de regisseur, ondanks
alles, toch heel wat suspense in z’n verhaal weet te smokkelen. Je
wéét dat dat vliegtuig zal neerstorten, maar wie tijdens de laatste
twintig minuten z’n hart niet zit op te vreten van de zenuwen, is
geen mens. Want wij mogen zoveel weten als we willen, maar die
passagiers weten het nog niet, en willen overleven ten koste van
alles. Het helpt de film trouwens dat Greengrass niét, à la Michael
Winterbottom, met een digitaal cameraatje begint te zwaaien. Hier
hebben we een prent die een documentaireachtig gevoel van realisme
weet weer te geven en die er tóch professioneel uitziet – de
emotionele intensiteit van de film wordt er niet minder op, wel in
tegendeel.
Politiek wordt nauwelijks vermeld, simpelweg omdat tijdens de
aanslagen zelf niemand daar al mee bezig was, hoewel Greengrass wel
tussen neus en lippen vermeldt dat enkel de president toelating mag
geven tot extreme militaire maatregelen tegen een commerciele
vlucht. Een dergelijke toelating had een verschil kunnen maken,
maar de president… tja, waar zat de president eigenlijk? De
terroristen worden overigens niet afgeschilderd als volslagen
monsters – we zien hun angst op voorhand, hun zenuwen eens ze het
vliegtuig hebben overgenomen. Misschien is dat nog wel het meest
angstaanjagende – dat in wezen onopmerkelijke mensen op een bepaald
moment de mentale klik kunnen maken om zich aan dat soort waanzin
te wagen. Greengrass voelt althans niet de behoefte om te vervallen
in het cliché van de boze, kwijlende moslim, waarvoor dank.
In de eerste plaats heeft de regisseur hier een razend spannende,
pakkende thriller afgeleverd, die op zeer succesvolle manier de
menselijke factor van een welbekend drama invult. Zonder openlijk
op de emotionele knopjes van het publiek te drukken, weet hij met
zijn cinéma vérité-stijl toch een immens indrukwekkende ervaring
tot leven te wekken. Het elf september-gevoel was weer helemaal
terug – niet dat ik daar zo gek op ben, maar het bewijst wel hoe
geloofwaardig de film precies is als dat bevreemdende, dat
unheimliche vanzelf terugkwam. Alsof je vanzelf weer
through the looking glass valt. ‘United 93’ is briljante,
broodnodige cinema.