Johnny Casino en zijn maten hebben het niet zo begrepen op moeilijkdoenerij. Ze zagen Rock Around The Clock en Hail! Hail! Rock ’n’ Roll, en als ze er één boodschap van onthouden hebben, dan is het wel "let the good times roll". Relevantie voor het hedendaagse rocklandschap: nada. Maar ze hebben zich verdomme wel geamuseerd.
Voor dit Amerikaans-Australische vijftal begon het eenvoudigweg met de riffs van Chuck Berry en de hysterische capriolen van Little Richard. Het evolueerde verder naar de vetkuiven van de late jaren vijftig en de naïeve maar enthousiaste garagerockers van de jaren zestig ("Fifteen million fingers learnin’ how to play", weet u wel), dan de vuige gootrock van The Faces en The Stones, de bluesy variant daarop van Dr. Feelgood, ook de Australische revivalpunk van de late jaren zeventig en daarna talloze generaties decibelwrekers die de stress van de werkweek op vrijdag- en zaterdagavond eruit ramden met hulp van vrienden, testosteron en het vloeibare goud.
Afgaande op de foto’s ligt de gemiddelde leeftijd van de bandleden tegen de veertig, wat ervoor zorgt dat een overschot aan ambitie in de kiem wordt gesmoord: Casino & Co. doen niet aan grote plannen. "No nonsense" is het motto en muziek als instrument om de mentale toestand te vertalen kan verdommen. Het gaat uiteindelijk om de fijne dingen des levens: vrouwen, fuiven, rocken, en dan opnieuw van voor af aan. Als er dan eens een einde komt aan de opwaartse curve, dan is dat te wijten aan die ellendige wijven en klotekaters. Dat is dan weer meteen een goeie reden om die gitaar opnieuw in te pluggen.
I Paid For Affection, Not The House Of Correction draait dan ook volledig om jongensachtig kabaal, zweterig gebral, schouderklopjes en party like there’s no tomorrow. Het vertaalt zich in klassieke, door kerosine aangedreven rock-’n-roll: stoere riffs, soleren, bonken en crashende cymbalen, met nu en dan een piano/Hammond als versiering. Er zijn ook meerdere zangers: Brother Grahame Deluxe is de soul shouter van dienst, en brulboei The Cosmic Commander, een ex-worstelaar die zou overleven op een dieet van motorolie en woestijnzand, weet z’n performance af en toe nog te combineren met het manipuleren van een theremin.
Hoe hun album onthaald wordt, hangt volledig af van wat je als luisteraar verwacht. Denk je aan experiment, verfijning, stof tot nadenken of een catharsis, dan zal het allemaal simpel en boertig zijn, voorspelbaar en monotoon. Als je te vinden bent voor een ouwerwetse lap lawaai, dan is het allemaal heerlijk simpel en boertig en voorspelbaar, want je weet tenminste waar je je aan kan verwachten. Monotoon? Zie: Ramones. Opwarmer "Jack Of Diamonds" mag dan traag en broeierig zijn, daarna is het: helmpje op, alle overbodige ballast overboord en rocken maar.
De uitgelaten rock-’n’-soul in de traditie van The J. Geils Band en Mitch Ryder ("Stop And Think It Over" en "Gotta Get Back") wordt afgewisseld met "The Accidental Groupie", dat aanschurkt tegen de melodieuze hardrock van The Hellacopters en met "The Shape I’m In" , waar een The Band-klassieker omgevormd wordt tot een jolige stomper. "The Last Rain To Wissahicken" is een geweldig tribuut aan Dr. Feelgood (mét Wilko Johnson en Lee Brilleaux), en "Treatin’ Me Kind" sluit aan bij de Aussie punk van Radio Birdman en de Celibate Rifles.
Net als bij het debuut We’ve Forgotten More Than You’ll Ever Know hangt allemaal wat af van wat je voorkeur is, maar wie een potje pretentieloos, vanuit de heup afgevuurd kabaal nog kan smaken, zal bij dit kwintet zeker zijn gading vinden. Al zal het hen waarschijnlijk worst wezen, en gelijk hebben ze. I Paid For Affection, Not The House Of Correction: te consumeren met een sixpack binnen handbereik.