Het schijnt dat bioscoopuitbaters in de VS na enkele dagen speciale
voorzorgen zijn beginnen nemen bij vertoningen van science
fiction-spektakel ‘Ultraviolet’. Bezoekers werden gefouilleerd bij
het binnengaan en alle scherpe voorwerpen werden hen afgenomen,
inclusief nagelvijltjes, pennen en sleutels. De reden? Na ongeveer
een half uur begonnen ze immers onveranderlijk pogingen te
ondernemen hun eigen ogen uit te steken, enkel en alleen om verlost
te zijn van het enerverend schouwspel op het scherm. U zult
opgelucht zijn te horen dat ik me nog net heb kunnen inhouden, maar
zelfmutilatie leek niet eens meer zo’n slechte optie na dertig
minuten ‘Ultraviolet’. Na 88 minuten was ik bijna bereid om
Charlize Theron een oscar te geven voor haar vertolking als
‘Aeon Flux’, kun je nagaan.
‘Ultraviolet’ is zo’n misbaksel dat ze ’t zelfs bij producerende
studio Sony begrepen hebben: in de VS werd hij niet getoond aan de
critici, hier wordt hij stilletjes de zalen in gedropt zonder dat
er echt de aandacht op wordt gevestigd. De strategie: we pakken mee
wat we kunnen, en voor de rest proberen we dit debacle zo snel
mogelijk te vergeten. Blijft daar nog de vaderlandse pers, die
‘Ultraviolet’ zo meedogenloos hard aanpakte dat je er bijna
medelijden mee zou krijgen. Bijna. Maar dan zie je de film,
natuurlijk, en is dat gevoel snel weer over.
We bevinden ons in de nabije toekomst. Ergens in een sinister
laboratorium wordt een genetisch gemanipuleerd virus ontwikkeld,
dat aanvankelijk als bedoeling heeft om soldaten supersterk te
maken. Het virus ontsnapt echter, en al wie ermee besmet is
verandert in een Hemophage, een soortement vampier. Nou ja…
“vampier” is een term die ze in de film zelf gebruiken, maar
aangezien er geen scherpe tanden, geen bloedzuigerij, geen
doodskisten, crucifixen of overgevoeligheid aan daglicht aan te pas
komen, veronderstel ik dat de definitie van het woord hier zéér
losjes geïnterpreteerd mag worden. Het voornaamste verschil tussen
een Hemophage en een gewoon mens schijnt te zijn dat er bij
Hemophages wel eens wapens uit de handen groeien, dat hun haarkleur
plotseling verandert en dat ze met een moto ook op de zijkanten van
torengebouwen kunnen rijden.
Er ontstaat een immense paranoia tegen Hemophages onder de gewone
bevolking, en over de loop der jaren slaagt de overheid erin om de
vampieren après la lettre zo goed als uit te roeien. De
overlevenden organiseren zich in een verzetsbeweging, maar komen te
weten dat de vijand (voornamelijk vertegenwoordigd door Daxus,
gespeeld door Nick Chinlund), een ultiem wapen tegen de Hemophages
heeft ontwikkeld. Violet krijgt de opdracht het wapen te stelen,
maar dat blijkt een jongetje te zijn (Cameron Bright, de kleine die
Nicole Kidman versierde in ‘Birth’).
Violet voelt haar moederinstinct opspelen en gaat op de vlucht met
de jongen, achterna gezeten door zowel de overheid als haar eigen
mensen.
Tot dusver het verhaal, dat tijdens de eerste tien minuten van de
film in telegramstijl naar het publiek wordt doorgeseind om plaats
te kunnen maken voor de actie, maar dat niettemin gebaseerd blijkt
te zijn op de film ‘Gloria’ van John Cassavetes. Dàt zal nu eens
precies het eerbetoon zijn geweest waar zo’n man op zat te wachten.
Eens we de premisse gehad hebben, verzanden we al snel in het soort
van lachwekkende, volstrekt nonsensicale kindergeweld waar we
steeds vaker mee rond de oren worden geslagen. Violet gaat het
wapen stelen. En er volgt een hyperkinetische, schandalig
wanordelijk gemonteerde actiescène van vijf minuten. Ze ontdekt dat
het wapen een kind is en moet gaan lopen voor haar eigen vrienden.
En er volgt een hyperkinetische, schandelijk wanordelijk
gemonteerde actiescène van vijf minuten. Ze wordt achterna gezeten
door de overheid. En er volgt… enfin, u snapt het wel.
Hoe wanordelijk is die actie? Wel, aan het begin van de film,
wanneer Violet met het wapen op de vlucht is (ze weet op dat moment
nog niet dat het wapen een jongetje is, omdat die dan nog in een
handig klein wit koffertje zit, d’uh!), wordt ze plotseling gevolgd
door twee politiewagens. Zomaar. We weten niet waar die wagens
vandaan komen, hoe ze haar hebben opgemerkt, hoe ze wisten dat ze
achter haar aan moesten gaan, niks. We krijgen een cut, en hopla,
daar zijn die twee auto’s. Aangezien ‘Ultraviolet’ een PG-13 film
moest worden in de VS (in plaats van een R-rating, die kinderen zou
buitenhouden), blijft het geweld ook zo goed als bloedloos. Met als
resultaat heel wat scènes die zich in het donker afspelen, zodat
het geweld onmogelijk expliciet kan worden – we zién niet eens wat
er gebeurt. Wanneer we dat wél zien, zouden we vaak willen dat dat
niet het geval was. In een scène aan het einde rijgt Violet een
tiental mannen aan haar degen, zonder dat er een spatje bloed aan
te pas komt – faut le faire. En dan heb ik het nog niet
gehad over een hilarische stand-off aan het begin, waarin
Violet omringd is door zo’n dertig Chinese gangsters (die verder
niks met het verhaal te maken hebben), die allemaal hun pistool op
haar richten. De oplossing van Violet? Ze bukt zich en de gangsters
schieten elkaar dood. In bullet-time, natuurlijk, zodat deze
onzin lekker lang wordt uitgerokken. Elke actiescène in
‘Ultraviolet’ is over de top, bij de haren gesleurd, wanstaltig
gemonteerd en bijzonder laf in z’n letterlijke bloedloosheid.
Het valt moeilijk te bepalen in welke mate regisseur Kurt Wimmer
hiervoor verantwoordelijk is, aangezien de film hem uit handen werd
genomen door de studio, die ‘m vervolgens grondig hermonteerde.
Niet dat ik er veel vertrouwen in heb – Wimmer maakte eerder al
‘Equilibrium’, waarvan anderen me
steeds proberen wijs te maken dat die echt wel goed is (echt niét
dus). En waar hij zeker de schuld van draagt, is de walgelijke
visuele stijl van ‘Ultraviolet’: alles werd opgenomen voor een
blue screen en vervolgens ingevuld met de slechtste CGI
sinds ‘The Chronicles of Narnia’ (en
eigenlijk nóg erger dan dat). Zelfs de lichamen van de acteurs
geven de indruk digitaal behandeld te zijn, zodat ze er nét niet
echt uitzien. Het resultaat is ronduit creepy – als ze niet
zo met zwaarden stonden te zwaaien, zou ik geloven dat ze uit
‘The Polar Express’ weggelopen
waren.
In de naam van alles wat goed en heilig is, ga hier alstublieft
niet naar kijken. Ik dank u.