De oorsprong van de mens is niet zozeer de aap als wel een klein knaagdiertje dat vijfenzestig miljoen jaar geleden zijn kans schoon zag, toen de laatste mastodonten en hun kleinere broertjes hun kaars niet uitbliezen maar gevleugelde schetteraars werden.
De eerste zoogdieren gedijden in een klimaat dat de dinosauriërs fataal werd, en met de muziekwereld lijkt het wel dezelfde weg op te gaan. Terwijl de muziekmastodonten een verloren strijd tegen de evolutie uitvechten, spinnen de kleinere groepen garen bij deze herschikking van de kaarten.
Het Belgische [’aisikl] debuteert na tien jaar, drie cd’s en een e.p. met Analogue Root op het Duitse Suemi, zonder zijn eigen overtuigingen geweld aan te doen. Het album is dan ook, net zoals de e.p. en de officieel verschenen cd-r In The Meantime, gratis te downloaden op de site van het label, terwijl het oude werk nog steeds terug te vinden is op de eigen site.
De groep rond spilfiguur Peter Lenaerts maakt het werk voor iedereen toegankelijk en gaat geen strijd aan die het toch niet kan winnen. Maar het is precies dit blinde vertrouwen in de muziekliefhebber die hem moet aansporen het geheel toch in de originele verpakking in huis te halen, net omdat schoonheid zoals steeds een totaalpakket is, en niet zomaar wat bits en bytes die in cyberspace rondzweven om zich nu en dan op een harde schijf of iPod te nestelen als snoepje van de dag.
[’aisikl] leent zich anders niet zo snel tot bespiegelingen over de waarde van het downloaden, laat staan over evolutietheorieën. Voor eenmaal neigt men de romantische ziel gelijk te geven die verzucht dat kennis en wetenschap de wereld onttoveren, want het huwelijk tussen nauwelijks hoorbare elektronica en zachte gitaren vraagt geen muziekhistorisch inzicht, noch een doorgedreven analyse.Natuurlijk brengt [’aisikl] niets vernieuwends, noch openbaart het zich als iets van een adembenemende schoonheid, maar toch weet het in de late avonduren een gevoelige snaar te raken. De songs sluipen het hart binnen en weten door een voorzichtige combinatie van meerstemmige zang, akoestische gitaren en spaarzame elektronische klanken de luisteraar langzaam te ontdooien, zonder ooit dwingend hun plaats op te eisen.
Het vrolijke "Rebecca Blue" laat de vrouwenzang nog primeren, maar met "For Every Solution, There’s A Problem" wordt de fluistertoon voor de eerste keer gehanteerd. "Surfacenoise" weet dat het geen tien minuten lang kan boeien zonder een ritmische onderbouw dus wordt het roer halverwege de song omgegooid: een uitbarsting kondigt het einde aan maar de song geeft zich niet gewonnen.
De melancholie in "Weakness" vormt een mooi paar met het breekbare "The New Conceptualist", zelfs al speelt "Unstable" stoorzender door de titel te letterlijk te nemen en de drumpatronen iets te veel uit de losse pols te spelen. "Milan" en vooral "Funny Face" begeven zich op vertrouwd terrein, al durft dit laatste, net zoals "Vague Sketches", af en toe buiten de lijntjes te kleuren, maar hier is geen strenge juffrouw nodig om hen op de vingers te tikken.
[’aisikl] heeft geen grote promotiemachine achter zich, maar dat heeft de groep ook niet nodig. In die rustieke weiden waar The New Acoustic Movement een picknick houdt met indietronica, weerklinkt ook de roep van Analogue Root. De ene keer zacht fluisterend, dan weer voorzichtig, net niet rockend, maar altijd mooi.