"Ik verwacht dat minstens de helft van het publiek vanavond Nederlands is", zegt bassist Peter Slager, voor het optreden in de Gentse Vooruit. Dat was althans het geval begin 2004, toen Blof er ook zijn eerste zaaloptreden speelde. Dinsdagavond werd duidelijk dat steeds meer Vlamingen toch mondjesmaat hun weg vinden naar de beste Nederlandstalige band van het moment.
We moeten er ons bij neerleggen dat de doorsnee Vlaming houdt van Nederlandstalige teksten waarin clichématige verwoordingen van plattere emoties legio zijn. Borsato, Clouseau en godbetert Volumia! lokten zo al massa’s naar uitverkochte zalen. "Dat zijn acts, wij zijn gewoon een bandje waarin vier muzikanten samenspelen", merkte zanger Paskal Jakobsen terecht op. Slager voegde daar nog een tweede onderscheid aan toe: "Wij zoeken het meer in sferen dan in expliciete verwoordingen. Onze muziek en teksten baden in een melancholische sfeer, we zoeken steeds weer naar originaliteit". Dat wordt in Nederland terecht beloond met extatische taferelen, Vlaanderen trekt zich helaas terug in een hokjesmentaliteit.
Laat Blof nu helemaal niet in hokjes te duwen zijn. Dat maakte de band met zijn laatste plaat Umoja, een muzikale wereldreis, wel héél duidelijk. In Vlaanderen hebben ze al op meerdere festivals gespeeld, maar "dankzij de exotische kracht van dit project begint er eindelijk écht wat te bewegen", merkte ook toetsenist Bas Kennis op: interviews op de radio, reviews in diverse bladen en kranten… Dat alles zorgde ervoor dat de zaal voor zowat drie kwart met Vlamingen gevuld was. Het vergrootte zichtbaar Blofs spelplezier, verscherpte zijn steeds terugkerende gedrevenheid en zorgde ervoor dat het zijn meest historische passage op Belgische bodem tot dusver moet geweest zijn.
Aftrappen deed de band met "Aanzoek Zonder Ringen", de eerste single. Op de achtergrond toonde een groot scherm beelden van de Umoja-opnames. De exotische instrumenten (zoals de drums van Kodo, of Turkse of Indiase instrumenten) stonden op tape, wat bij de meeste nummers niet echt een handicap bleek. Nummers als "Yele (Binnenstebuiten)", "Een en Alleen" of "Donker Hart" zijn zo ingenieus opgebouwd en het muzikaal vakmanschap van Blof is zo groot, dat de band met zijn bezieling en straffe sound de opgeblazen ballonnen die vele Nederlandstalige "acts" zijn, doorprikken. Blof heeft geen bewegende podia, vuurwerk of uitrekbare bruggen nodig om zich te onderscheiden. Blof wil niet imponeren, maar wil raken. Daar sloegen ze in de Vooruit meesterlijk in.
Wat tijdens de set opviel, was dat Blof muzikaal (en bijwijlen tekstueel) als een mélange van The Scene en Counting Crows klinkt en mijlenver verwijderd is van eerder genoemde "artiesten". Hun twee duetten met de Counting Crows ("Wennen Aan September" — een hit in Vlaanderen, nu! — en "Holiday in Spain" ) passeerden dan ook, en "Open" van The Scene werd in de bissen gespeeld alsof het origineel van Blof is. Het maatschappelijk geëngageerde "Mens" van op Umoja kroonde zich, live strak en messcherp gespeeld, met zijn moordrefrein en -riff en tot het "Iedereen Is Van De Wereld" van dit decennium. Oudere nummers en publieksfavorieten als "Harder Dan Ik Hebben Kan", "Dansen Aan Zee" en "Hier" werden massaal meegezongen door de Vlaamse adepten, wat de band en het publiek zélf zichtbaar meer dan deugd deed. Het intense "Onmogelijk Rood" deed dan weer even denken aan de beste momenten van Coldplay.
De set kronkelde zich zo naar het majestueuze hoogtepunt dat "De Mooiste Verliezers" ondertussen geworden is. In een veertien minuten durende weemoedige trip, reeg de band de kippenvel bezorgende climaxen en intermezzo’s aan elkaar, waarin onder andere "Round Here" van (jawel) de Counting Crows, ingenieus verweven werd. Dat is geen toeval: beluister de versie op hun sublieme dubbele liveplaat Across A Wire nog maar eens. Er gaan meerdere vergelijkingen op, want wie door dat nummer geroerd raakt, zal ook in Blof een melancholisch blauw gekleurde thuishaven vinden. Maar hét symbolische moment was ongetwijfeld de adembenemende akoestische soloversie door Jakobsen van een van de mooiste Blofnummers tot dusver, "Een Manier Om Thuis Te komen". Een ingehouden stilte overmeesterde de zaal, een vallende speld had oorverdovend geklonken. "Hét bewijs dat de zaal vol Vlamingen zat", lachte drummer Norman Bonink achteraf, "zo stil was het nog nooit geweest tijdens dat nummer."
Het was het moment waarop de band inderdaad eindelijk leek thuis te komen in Vlaanderen. Het respect dat vanuit het publiek naar het podium vloeide, zal een bombastische "act" als Borsato nooit in diezelfde mate voelen. Wie er meer dan twee jaar geleden ook bij was in Gent, zag, hoorde en voelde dat Blof sindsdien in Vlaanderen wel degelijk gegroeid is. "Misschien moet het echt zo, stapje per stapje," verklaarde Jakobsen na het concert. Misschien wel. Maar vergeet niet dat elk stapje bij steeds meer Vlamingen een diepe, onuitwisbare voetafdruk achterlaat.