In tijden waarin iedereen zijn mond vol heeft van de vrije meningsuiting, discussies oplaaien over hoe ver je met humor kan gaan en nog anderen luidop "waarden" en "respect" staan te tieren, zorgt Pieter De Poortere voor humoristisch tegenwicht tegen de schreeuwers aan alle zijden. Met zijn derde Boerke haalt hij, op schitterend gestileerde wijze, zowat alles en iedereen door de mangel en werkt hij zich op tot nar van een dolgedraaide wereld.
Al een kleine tien jaar laat Pieter De Poortere zijn strips en tekeningen op de wereld los. Dat resulteerde in illustratiewerk in diverse binnen- en buitenlandse tijdschriften en albums als De Zichtbare Man En Andere Verhalen en KAK, niet alleen een streling voor het oog, maar ook een stimulans voor de lachspieren. Onze favoriet blijft echter Boerke, de stomme strip (zoals in stomme film that is) rond een kalend mannetje dat willens nillens steeds in pijnlijke en/of genante situaties terechtkomt.
In dit derde album laat De Poortere zijn held opduiken tijdens scharniermomenten in de geschiedenis van de mensheid. Zoals te verwachten valt, blijkt het leven van Boerke in eender welk tijdperk niet van een leien dakje te lopen. Of het nu in het langere verhaal dat zich deels afspeelt in het Paradijs is, of in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, Boerke slachtoffert zichzelf en bij momenten de ganse mensheid door een stommiteit die vaak niet in zijn bedoeling lag.
Uiteraard zijn niet alle grappen van het wrange soort, zo worden enkele hardnekkige historische raadsels opgelost. Eindelijk komen we te weten waarvoor stenen constructies zoals Stonehenge werkelijk bedoeld waren, en wie altijd al heeft willen weten waarom Napoleon in godsnaam zijn rechterhand onder zijn jas hield, moet dringend dit album openslaan want het raadsel wordt eindelijk ontsluierd. Hardnekkige Christenen laten deze Boerke dan weer best voor wat hij is. Hun idee van de verrijzenis van Jezus wordt hierin op interessante wijze weerlegd.
De Poortere’s stijl leent zich uitstekend tot de strips die hij maakt. Het contrast dat ontstaat tussen de gestileerde tekeningen en de vaak grove grappen zorgt voor een evenwicht dat je maar zelden terug vindt in dergelijke strips. Vaak gaan de tekeningen en de inhoud hand in hand, opdat je je bij het vluchtig bekijken van Boerke aan lieflijke verhaaltjes zou verwachten. Het kan lezers die niet vertrouwd zijn met het werk van De Poortere zuur opbreken. Tenminste, zij die niet over een gezonde dosis humor beschikken.
Wat in dit album nog het meest tot de verbeelding spreekt, is het relativerende, bijna filosofische aspect. Zo wordt de nietigheid van de mens wel heel plastisch voorgesteld en wordt de Parabel van de vlinder — de theorie dat een vleugelslag van een vlinder gevolgen kan hebben op ieders leven —treffend geïllustreerd. De Poortere bevestigt zichzelf zodoende met dit album en kan stilaan tot de vaste waarden gerekend worden. Het striplandschap zou er zonder hem alvast veel minder levendig uitzien.
