De film is nooit beter dan het boek maar een live-uitvoering overtreft weleens de studioversie van een album: dat bewees Howe Gelb, uitstekend geruggensteund door een puike driekoppige band én het Canadese gospelkoor Voices Of Praise met bijzonder veel zwier op de slotdag van Les Nuits Botanique.
Begrijp ons niet verkeerd: ’Sno Angel Like You is een sterk album, misschien wel hét artistieke hoogtepunt van Gelbs muzikale zwerftocht. Dat de man zijn rafelige americana liet versmelten met de hemelse stemmen van het Voices Of Praise Gospel Choir uit Ottowa bleek een zet van onschatbare waarde.
Een singer-songwriter met duivelse trekjes die samenwerkt met een diepgelovig gospelkoor, daar moest wel een mooie cd uit voortvloeien. En toch. Op een plaat valt geen lichaamstaal te rapen en laat dat nu net zijn wat de aftrap van Gelbs tournee met het Voices Of Praise gospelkoor zo speciaal maakte. Gelb, in maatpak en zichtbaar in zijn nopjes, genoot van de aanwezigheid van het koor: negen brotha’s en sista’s, in witte kleren, die met alle liefde van de wereld stonden te dansen, met de armen zwierden en de songs vol bezieling naar een ander plan zongen. Gelb deed er zijn hoed voor af en zag dat het goed was.
"As long as you keep it positive", kreeg de cultfiguur uit Tucson, Arizona enkele jaren geleden te horen toen hij polste naar een samenwerking met het koor. Aan positieve vibes ontbrak het allerminst in een volgelopen Orangerie. Ook niet bij de drie muzikanten die Gelb had meegebracht: twee gitaristen en een drummer die ondanks hun bescheiden opstelling meedeelden in de feestvreugde en in de beste Giant Sand-traditie zowel een vinnig als een laidback geluid neerzetten. En wie het betere slidewerk wou horen, kon zich geen beter concert uitkiezen.
Op de setlist: de songs van ’Sno Angel Like You. "Neon Filler", om er maar een te noemen: eertijds een track op een plaat van Giant Sand en nu in een americana vs. gospelversie op deze gospelplaat beland. Zelden moet de tekst zo ironisch hebben geklonken. "Things could have been better/they sure could not have gotten much worse", zong Gelb terwijl hij al enkele songs te kampen had met een kink in de gitaarkabel. Maar een goed humeur doet wonderen: Gelb bewaarde zijn cool en toonde met bijna achteloze uitvoeringen van songs als "The Chore Of Enchantment", "Robes Of Bible Black" en "Paradise Here Abouts" aan dat er nog geen sleet zit op zijn handelsmerk: een aparte smeltkroes van ragtime, bluesy alt.country en groezelige indie rock en nu ook gospel.
Ook zeer welgekomen: "The Farm" en "That’s How Things Get Done", songs die gastheer Gelb aankondigde met de woorden: "by the late great Rainer Ptacek" en "another Rainer song". Nummers van Gelbs overleden boezemvriend Rainer Ptacek, dus, die swingend de avond vulden: als een viering van het leven, zo klonken ze.
En er mocht nog een tandje bij tijdens de nonchalante bisronde: Gelb, die wel meer dan eens aan Lou Reed doet denken, kwam op de proppen met een stukje uit diens "Walk On The Wild Side", breide er volgens de geest van het gospel choir project het zeer toepasselijke "My Sweet Lord" van George Harrison aan en keek vervolgens vol respect toe hoe zijn broeders en zusters feestelijk afscheid namen met hartverwarmende gospelgezangen. "Rejoicing every day", klonk het. Hulde, zegt men dan.