Eigen kweek moet aandacht krijgen. Soon verdient dus zeker de nodige luisterbeurten. Als ze hun geslaagde debuut dan nog weten te overstijgen, blijft deze cd zeker nog wat langer in onze stereo plakken.
Wie Soon België’s hoop in bange emodagen noemt, mag zich aan een welgemeende muilpeer verwachten van het Leuvense kwartet. En terecht. Bij emo schieten Amerikaanse pseudogothic tieneridolen als My Chemical Romance door het brein. Naderhand kan dat gepijnigde brein een frisse dosis javel gebruiken om het gejammer uit te wissen. Het moge duidelijk zijn dat niemand op dergelijke complimenten zit te wachten. Soon staat bij de platenboer nog steeds tussen de emocore en dat mag wel eens gedaan zijn. Emocore klinkt als jankende jeugdtrauma’s met bandleden die hun best doen om er zo dood mogelijk uit te zien. Dus laten we Soon deze naamkaartjes besparen voordat ze effectief gaan denken dat ze met pikzwarte hondenkapsels en een Kleenex-abonnement door het leven moeten om hip te zijn.
Welk etiket er dan wél thuishoort op de gitaarkoffer van Soon is niet voor de hand liggend. Men zegt wel eens dat Soon een Reizigerende verzameling is van spartaanse Fugazi-gitaren met een knipoog naar godbetert Bloc Party of U2. Zonder dit te ontkennen, houden we het proper en noemen we Soon gewoon Soon. Een jonge band met een mystieke, rauwe klank. En een nieuwe cd.
Na het gesmaakte debuut, Please Accelerate, schiet Soon stevig uit zijn spreekwoordelijke sloffen met Under The Wire. "Anchorage" opent de plaat op een speelse manier die allesbehalve doet denken aan het koude Alaska uit de titel. Melodieuze gitaren voeren de luisteraar af en toe via de tijdmachine naar het tijdperk van At the Drive-in. En daar krijgen we het eerder warm dan koud van. Op de rest van de plaat trekt Soon een breed muzikaal register open met steeds weerkerende, stevig melodische klanken als bottomline. De eerder genoemde At the Drive-in invloeden blijven tijdens "A Million To One" en "Everything’s Ruined" krachtig meedraaien. Vanaf dan ruimen de rauwe gitaren vaker plaats voor een subtielere sound in Britse stijl. Zo klinken nummers als "Secrets" en "Serenade The City" wat als Bloc Party en consorten. Persoonlijke favoriet is "High On Irony", dat zeker een grote portie U2 in het recept heeft verwerkt. Afsluiter "Lampedusa" brengt een chaotische, melodische klank teweeg die de aparte sfeer opwekt die wel vaker te vinden is in laatste-nummers-van-een-cd. Al bij al is Under The Wire een leuke muziektrip die duidelijk laat horen waar Soon de mosterd heeft gehaald.
De reden waarom deze Soon nog niet helemaal tot in de rockgalerij doorklinkt, moet achter de micro gezocht worden. De voorspelbaarheid van de zang is een minpunt waardoor het allemaal wat minder origineel klinkt. Daarnaast lijkt het soms alsof de zanger in al zijn enthousiasme vergeet naar de sound van zijn kompanen te luisteren. Vaak staat de zang haaks op de rest van de muziek. Terwijl de andere bandleden een straffe rockmelodie uit de mouw schudden, staat de zanger tijdens bijna elk nummer wat monotoon te schreeuwen. Dat is spijtig want een oeverloos gejammer dat klinkt als een misplaatste depressie op een zonnige dag is niet meteen iets waar we op zitten te wachten. Terwijl Soon instrumentaal spelenderwijs doorrockt als een stel uitgelaten kinderen verzinkt de zang vaak in een zandbak van irritante meligheid.
Net zoals Funtime-genoten Cornflames heeft Soon een specifieke sound ontwikkeld die de hoge verwachtingen van de debuutplaat grotendeels inlost. Soon zit stevig in de lift en als die zang nog wat bijgeschaafd wordt, kan ons enthousiasme alvast niet meer stuk. Uit nieuwsgierigheid voor de verdere evolutie van deze veelbelovende band kijken wij nu al uit naar de nieuwe plaat.