



Na het teleurstellende ‘Three
Times’ van Hou Hsiao-hsien is het nog eens tijd om ‘kabbelende’
Aziatische cinema die wél betoverend werkt onder de aandacht te
brengen. En welke film leent zich daar beter toe dan het magische
‘Bin Jip’? Een bescheiden meesterwerkje dat zo uniek is als een
Chinees zonder spleetogen, geloof me. De film dateert van 2004,
maar ik herinner mij nog dat ik in de cinema zo onder de indruk
was, dat ik huppelend naar huis ben gegaan. Meestal een goed teken,
vind ik zelf. En nee, u zal geen één lelijk woord in deze recensie
terugvinden.
‘Bin Jip’ (leeg huis) vertrekt vanuit een eigenzinnig eenzaam
personage met een wat aparte levenswijze: Tae-suk dringt binnen in
leegstaande huizen en leeft er een tijdje alsof het het zijne is.
Hij is een respectvolle inbreker: hij steelt namelijk niets, kookt
er wel zijn potje, maar doet in ruil de was of repareert een
kapotte klok of radio. Zijn ongegeneerdheid heeft vaak een grappig
effect en zijn bezoekjes legt hij doodleuk vast door zichzelf
digitaal te fotograferen in het interieur van de woningen (het
liefst naast de gezinsfoto). Wanneer hij op een dag in een huis de
door haar echtgenoot mishandelde Sun-hwa ontmoet, ontfermt hij zich
over haar en neemt haar mee op zijn tocht. Samen kijken ze in
andermans huizen tv in andermans pyjama’s en leven eventjes het
leven van iemand anders. De twee stemmen zich meer en meer op
elkaar af en tussen hen ontstaat een zwijgzame, maar diepgaande
band. Maar eens moet het mislopen natuurlijk. Sun-hwa’s echtgenoot
laat zijn vrouwtje niet zomaar kidnappen, de twee lopen staalhard
tegen de lamp en de jongen belandt uiteindelijk in de gevangenis.
Maar is dat wel een obstakel voor ware liefde?
De film begint sterk, maar kan dat ook volhouden. De sobere en
trage aanpak van Kim Ki-duk gaat niet vervelen en ondanks de
bizarre serene sfeer die Kim Ki-duk creëert is de film eigenlijk
heel romantisch. Geen ellenlange liefdesverklaringen en theatrale
will-you-marry-me-knievallen, onze Koreaan heeft beslist de
spreuk van de Bond zonder naam “Spreken is zilver, zwijgen is goud”
boven z’n bedje hangen. Zijn personages zijn op z’n zachtst
uitgedrukt spaarzaam met woorden. Doorheen de hele film spreken de
twee protagonisten geen woord tegen elkaar. Als er al gesproken
wordt door één van hen, gebeurt dit buiten beeld. Kim Ki-duk heeft
dan ook een voorliefde voor personages wiens vertrouwen in de
mensheid zwaar is geschaad. Ze zijn gekwetst door mensen die dingen
zeiden die ze niet meenden of niet konden waarmaken en daarom zijn
ze simpelweg opgehouden met praten. Hun daden zijn hun taal
geworden en wie het werk van Ki-duk een beetje kent, weet dat dit
vaak leidt tot machteloze gewelduitbarstingen. ‘Bin Jip’ telt
echter geen gruwelijkheden met vishaken op onorthodoxe plaatsen
zoals ‘The Isle’. Er worden slecht een paar meppen uitgedeeld en
ook enkele golfballen missen hun doel niet.
De inbraken van de twee vriendelijke landlopers gebeuren volgens
een redelijk vast stramien, zodat de kijker de nodige ruimte krijgt
om zich te concentreren op de details en makkelijk de gedachten van
de personages kan opmaken uit een ingetogen blik, een gebaar, een
lach. Door de combinatie van het stilzwijgen en de sobere daden
krijgt elke beweging iets magisch, haast ritueels. Kleine
bewegingen als een voet die over een andere schuift, Sun-hwa die
verlegen mee op de foto gaat of zich als schild voor de golfende
Tae-suk stelt tonen de verbondenheid tussen de twee verdwaalde
zielen. En waar dan toch woorden mochten tekort schieten, is er nog
de muziek: zoals elk verliefd koppel hebben ook Sun-hwa en Tae-suk
een favoriete song die de juiste snaar weet te raken.
Kim ki-duk is meer dan een fenomeen: zonder enige formele
filmopleiding slaagt hij erin om zowat elk jaar een degelijke film
af te leveren zonder zijn specifieke stijl te verloochenen. Voor
‘Bin Jip’ kreeg hij terecht de Zilveren Leeuw voor de beste regie
in Venetië. De film werd volledig chronologisch opgenomen, wat voor
de acteurs de emotionele beleving vergemakkelijkte. Want ‘Bin Jip’
is meer dan een film, Ki-duk flirt duidelijk met andere kunsten:
poëzie, conceptuele kunst en filosofie. Zijn idee achter ‘Bin Jip’
is dat de menselijke ziel een leeg huis is, wachtend op iemand, om
het slot om te draaien en haar te bevrijden. De menselijke ziel is
leeg, zolang ze niet door een ander bewoond wordt. En dat is
precies wat Sun-hwa doet: ze laat Tae-suk in haar huis en in haar
ziel binnen.
Ki-duk toont zich wederom een meester van de visuele dichtkunst.
Wanneer Sun-hwa bijvoorbeeld erg verward is na haar vertrek bij
haar man, wordt haar zoektocht naar zichzelf prachtig
geïllustreerd: ze knipt een foto van zichzelf in stukken en maakt
er een puzzel mee. Maar mijn favoriete scènes zijn ongetwijfeld die
waarin Tae-suk in de gevangenis zichzelf de knepen van het
‘onzichtbaar worden’ aanleert. Hij leert zich te verstoppen voor de
bewaker in die andere 180° van het gezichtsveld die het menselijke
oog niet kan bestrijken. Zo hoeft hij zijn lichaam niet langer als
een gevangenis voor zijn geest te beschouwen en kan hij toch als
een soort schaduw bij zijn geliefde zijn. En Ki-duk trekt de lijn
nog verder door wanneer Tae-suk zelfs met de kijker een spelletje
speelt en uit ons beeldveld blijft.
U begrijpt het: wat begint als een verhaal met wel een eigenaardig
tintje, krijgt in de helft van de film de allures van een
spiritueel sprookje. Is het de werkelijkheid of een droom? Dat is
moeilijk te zeggen… Het doet meteen denken aan het verhaal van de
Tao-meester Zhuang Zi die droomde dat hij een vlinder was. Was hij
Zhuang Zi die droomde dat hij een vlinder was, of een vlinder die
droomde dat hij Zhuang Zi was? Soms weten we niet wat de echte
waarheid is…Is Tae-suk een projectie van Sun-hwa ’s verlangens of
is hij echt bij haar? Ik wil het graag geloven alleszins. Dat
liefde soms zo diep gaat dat woorden niet meer nodig zijn en dat
twee mensen elkaar zo perfect aanvullen als yin en yang en
symbolisch zo in balans zijn dat ze zelfs de zwaartekracht kunnen
bedotten.
Alles klopt perfect aan ‘Bin Jip’, met als summum de kus die
Sun-hwa over de schouder van haar man aan Tae-suk geeft. Vergeet
alle vorige filmkussen, we hebben een winnaar! Bin Jip is Kim
Ki-duks beste film, daar is geen twijfel over mogelijk, een
heerlijke ode aan de liefde die zelfs zonder ondertitels nog
overeind zou blijven. Een filmavond, zei u? Een complete spirituele
ervaring!