Tijdens Wereldoorlog Twee kregen Japanse kamikazepiloten voor zij hun laatste tocht ondernamen een samoeraizwaard waarin hun naam, geboorte- en sterfdatum gegrift stonden. De bedoeling was uiteraard om hen op die manier nogmaals het belang van hun missie duidelijk te maken, en hen te herinneren aan de schande die diegene die op het allerlaatste moment weigerde te beurt zou vallen.
Toen ons Motorpsycho’s laatste worp toegegooid werd, verkilden wij ook. Geen grotere eer kon ons te beurt vallen, maar geen giftiger geschenk hebben we ooit ontvangen. Sinds A Love Cult uit 2002 brachten de Noren immers alleen de tussendoortjes In The Fishtank en The International Tussler Society uit, wat (jd) de uitspraak "toch zit de groep met dit album voorlopig op een dood spoor" ontlokte.
Met het vertrek van drummer Hakon Gebhardt werd bovendien gevreesd dat dit wel eens het einde zou kunnen betekenen. Het trio was als geen ander op elkaar ingespeeld, wat vooral van hun concerten een lust voor het oor maakte, door het schaamteloze spelen met songs en conventies. Gelukkig werd er een nieuwe — Nederlandse — drummer gevonden: Jacco Van Rooij, al speelden Bent Saether en Hans Magnus Ryan, op het nummer "You Lose" na, alle drumpartijen zelf in.
Honger mag dan wel de beste saus zijn, de doorsnee pyschonauts, zoals de aanhangers van Motorpsycho genoemd worden, zijn rotverwende nesten die niet alleen bijna jaarlijks een nieuw album in handen gestopt krijgen, maar die zich ook nog eens te goed kunnen doen aan allerlei outtakes op verschillende e.p.’s. Na de door veel fans als eerder teleurstellend gepercipieerde "Beach-Boys"-trilogie Let the Eat Cake–Phanerothyme–It’s A Love Cult werd dan ook vol verwachting uitgekeken naar de release van het nieuwe dubbelalbum.
De vraag die iedereen stelde was dan ook niet "Is hij goed?" — we moeten de eerste slechte Motorpsychoplaat nog horen — maar wel "welke stijl is het?" Motorpsycho staat er immers al lang om bekend dat zij hun hand niet omdraaien voor een muziekstijl meer of minder, waardoor een ontdekkingstocht door hun oeuvre niet met een enkele plaat kan beginnen. Motorpsychomaagden — oh wat benijden we ze — kunnen dan ook onmiddellijk het oeuvre induiken met deze dubbelaar.
Vergeet de Beach Boys en zonnige rockpop: Met "No Evil" barst de plaat onmiddellijk los om ons na een kleine veertig minuten terug naar adem te doen happen, alvorens het tweede album zijn demonen op ons los laat. De tijd van Trust Us en companen is duidelijk terug, want na het hyperactieve "No Evil" krijgen we de uitgesponnen dreun "In Our Tree" in het gezicht geslingerd, waarna het vals logge "Coalmine Pony" zich aandient.
"Kill Devil Hills" knipoogt met zijn lichtvoetige inslag nog naar de voorgaande trilogie terwijl "Critical Mass" een bezwerend ritme met zich meesleept. Het zachte "The 29th Bulletin" laat nog maar eens een andere zijde van deze getalenteerde Noren aan bod komen, net zoals "Devil Dog" en het opgejaagde "Triggerman" als afsluiter.
De schoonheid van het eerste album is nauwelijks bezonken als het tweede zich al aandient met de nieuwe moker "Hyena" om daarna overstag te gaan in "Sancho Says". In "Sail On" mag schaamteloos gesoleerd worden opdat de poppy melodie in "The Ace" handig verborgen zou blijven. "L.T.E.C. (Deja-vulture Blues)" laat zich genoegzaam een logheid aanmeten die prachtig aansluit bij het bezwerende "You Lose". Het zachte "Before The flood" wandelt hand in hand met "Fury On Earth" richting exit "With Trixeene Through The Mirror, I Dream With Open Eyes".
Black Hole / Blank Canvas is opnieuw een album geworden dat in geen enkele platenkast zou mogen ontbreken. Woorden kunnen — zoals de filosoof Wittgenstein het treffend verwoordde — dat wat echt belangrijk is niet omschrijven. Motorpsycho zei het zelf ook al: "Remember, not notes — sounds, not phrases — feelings". Wat kunnen wij daar meer aan toevoegen, behalve dan: "Banzai!"