Dik een jaar na Gemstones pakt Adam Green alweer uit met Jacket Full Of Danger: het moet vooruit gaan. Straks is hij ook een van de headliners op de Rough Trade Labelnight op het Dominofestival in de AB, maar eerst moet hij even een dagje Belgische interviewers trotseren. Dat mag geen probleem zijn voor een man die ooit vijf dagen lang uitsluitend met Duitse journalisten sprak.
enola: "Het duurt altijd even voor ik me prettig voel bij een liedje." Is de twijfelfase rond Jacket Full Of Danger al over?
Green: "Absoluut. Ik ben nog nooit zo blij geweest met een plaat. Het is de beste die ik tot nu toe heb gemaakt, heb ik het gevoel. Niet dat er iets mis was met Gemstones of Friends Of Mine, maar ik miste net die paar dagen extra studiotijd opdat ze volledig goed zouden zitten. Ze zijn best goed, maar als ik maar één album kon kiezen dat mensen van mij te horen zouden krijgen voor ik stierf, zou het Jacket Full Of Danger zijn. Dit zijn de beste songs die ik heb geschreven."
enola: Strijkers zijn weer prominent aanwezig, hoewel je die op Gemstones achter je had gelaten.
Green: "Met Gemstones wilde ik tonen dat ik die strijkers niet per se nodig heb. Ik wilde dat mensen zagen dat ik ook entertainend kon zijn zonder. Dat punt is gemaakt, dus gebruik ik ze nu terug. Strijkers zorgen voor een fijne textuur en kleur in een song."
"Vergeleken met zijn voorganger is Jacket Full Of Danger een stap richting de bluesy rock uit het zuiden en er zijn ook wel moderne r&b-invloeden te horen. En misschien heb ik op deze plaat ook mijn beste orkestraties tot nu toe gebruikt."
enola: Je bent je stem ook anders gaan gebruiken. Ik hoor er nu minder showbizz-schmalz in, meer Jim Morrisson.
Green: "Ik zing voller nu: ik leerde om uit mijn maag te zingen, een techniek die ik op tour ontdekte. Ik hoop maar dat ik het juist doe. Het is moeilijk om als blanke bluesy stuff te maken zonder aan Jim Morrisson te doen denken en ik hou veel van The Doors. Ze zijn zo ondergewaardeerd tegenwoordig, terwijl ze toch een van de belangrijkste bands van de sixties zijn. Sommige mensen vinden The Who een belangrijkere groep. Dat is een grap."
enola: Tegenwoordig moet je Jim Morrisson afdoen als een onbelangrijke poseur wil je de correcte mening ventileren.
Green: "Hij was nochtans een van de beste zangers in de jaren zestig. Er mogen er wel coolere zijn geweest, maar konden ze zo zingen? Hadden ze zo’n stem? Veel mensen zingen gewoon in een rockbandje, hij begreep wat dat vocaal betekende. Dat is een heel verschil."
enola: Morrisson was ook een frontman, een entertainer. Jij bent dat ook.
Green: "Het is meer overlevingsinstinct. Ik ben geen echte showman, dus toen ik begon op te treden, moest ik uitzoeken wat werkte. Het eerste daarbij was leren te dansen op mijn eigen manier. Daarnaast probeer ik gewoon open en eerlijk met het publiek te communiceren, wat je soms hard in je gezicht terug kunt krijgen. Soms kom ik erg fout over: ooit deed ik een show in Londen en maakte ik een opmerking die het publiek erg racistisch en seksistisch interpreteerde, hoewel ik dat zo niet had bedoeld. Na het optreden zag mijn manager er uit alsof hij een spook had gezien, de volgende dag nam hij ontslag, hij wilde niet meer met me werken. Mensen durven echt niet meer vrijuit praten uit vrees verkeerd begrepen te worden. En dat is het echt niet waard vind ik. Zo wil ik niet leven: te bang om dingen te zeggen die mensen kunnen verontwaardigen."
enola: Eén keer censureerde je jezelf. Na 9/11 besloten jullie met Moldy Peaches niet langer "NYC Is A Graveyard" te spelen.
Green: "Het probleem was dat het niet meer grappig was. Als we het speelden namen mensen het op als een song over 9/11, terwijl het vroeger onze leukste song was. We speelden het in Massachusetts een paar weken na die aanslagen en het publiek applaudisseerde niet eens, het stond er gewoon in stilte. We konden het niet meer spelen met dezelfde gusto. Nu zouden we dat terug kunnen, maar helaas treden we niet meer op."
enola: Voel je je nog verwant met die antifolkscene waar je met Moldy Peaches uit voortkwam?
Green: "Ik denk niet dat mijn platen dat geluid nog reflecteren, maar ik heb veel geluisterd naar wat die mensen gedaan hebben en ik ben nog erg bevriend met veel van de mensen die ik daar leerde kennen. Niet dat ik nog veel rondhang in het Sidewalk Café (waar die antifolkscene zijn vrij podium heeft, mvs), maar ik voel me nog wel deel van die scene. Als ik nog eens naar zo’n Open Mic Night ga, ken ik er niemand meer. Er zijn nieuwe mensen nu daar. En dat is niet erg: die antifolkscene bestond al twintig jaar voor ik het bestaan ervan nog maar ontdekte."
enola: Net als Devendra Banhart word je wel eens een moderne Syd Barrett genoemd. Is er een link?
Green: "Echt? De enige link is dat Devendra ook in The Sidewalk Café heeft gespeeld en er mensen kent. En we zijn ooit samen gearresteerd omdat we zonder te betalen met de metro reisden. Het grote verschil is dat hij moest brommen omdat hij al een strafblad had. Hij is trouwens een grote Terminator-fan. We zijn samen gaan kijken naar Terminator II toen die opnieuw uitgebracht werd."
enola: Je zingt olijk "I like drugs" op Jacket Full Of Danger. Kwestie van een beetje te provoceren?
Green: "Ik hou van drugs. Het is een overdrijving, maar tegelijk: het is zo, ik hou ervan om drugs te nemen. Maar ik denk dat ik best maar een gemiddelde gebruiker ben voor mijn leeftijd. Als je iedereen van mijn leeftijd op een rij zet in volgorde van drugsgebruik zou ik knal in het midden staan."
enola: Je hebt getourd met Pete Doherty. Ondertussen is hij zowat een wandelende zombie, hoe heb jij zo’n scenario vermeden?
Green: "Ik ken Pete al even en heb altijd geweten dat hij graag crack rookte. Hij is er erg op achteruit gegaan: als je drugs neemt verlies je je goeie vrienden en win je heel wat slechte. Ik neem drugs niet omdat ik ze nodig heb. Ik neem ze als ontspanning, zoals het hoort. Als je drugs nodig hebt moet je hulp zoeken, niemand heeft drugs nodig om goeie songs te kunnen schrijven: luister gewoon naar Pete’s songs sinds hij aan de drugs zit, beter zijn ze er niet op geworden."
enola: Praatte je er ooit over met hem?
Green: "Een beetje. Maar ik vrees dat hij kan doen wat hij wil, het is zijn lijf. Het is alleen nogal vreemd dat hij tot coolste gast van het jaar wordt verkozen door tijdschriften als NME. Dat is triest en vreemd. Ik snap dat hij die drugs wil nemen, maar die mensen die hem zo in de pers opvoeren als rolmodel. Dàt zijn de mensen die de wereld echt verneuken."
"Ik zie niet in hoe iemand die zo overduidelijk zichzelf aan het vernietigen is de coolste mens van het jaar kan zijn. De mensen die dat beslissen zijn dezelfden die vervolgens mijn plaat afbreken. Dat is silly: het toont aan hoe weinig het met muziek te maken heeft en hoeveel met sensatie. Ik vraag me af hoeveel meer mensen mijn platen goed zouden vinden als zou blijken dat ik verslaafd ben aan een of andere gekke drug en mijn talent desondanks doorschemert. Want blijkbaar houden mensen van zo’n verhalen."
"Het probleem is dat veel media tegenwoordig gezichtsloos zijn, zeker internetjournalistiek. "Ik ben het niet, het is gewoon het bedrijf waarvoor ik werk dat dat wilt": niemand in de media neemt nog verantwoordelijkheid op."
enola: Een paar jaar geleden bracht je een verzameling oude teksten uit. Heb je nog schrijfplannen?
Green: "Ik denk het wel, mocht ik de tijd hebben. Het was fijn om te doen, omdat ik toen niets anders te doen had. Ooit wil ik het wel doen, want ook de uitgeverij liet me weten dat ze nog wel een boek van me wilden uitgeven. Geen idee wat het zal worden, ik moet er eens over nadenken. Misschien iets over de middeleeuwen, een historische roman."
enola: Hoe kijk je terug op Moldy Peaches?
Green: "Zeker niet negatief. Maar het zat zo: Kimya is tien jaar ouder en voor haar was het een stap verder in haar leven, voor mij was het een eerste stap. Het was voor ons beiden een manier om geen normale job te moeten aannemen."
"Voor mij was het echter ook recht van de schoolbanken de wereld rond touren zonder dat ik al iets alleen had gedaan. En dat wilde ik toch eens doen, zonder dat ik anderen moet raadplegen over beslissingen. Ik kreeg de kans om soloalbums te maken en heb die gegrepen. Ik betreur die beslissing niet. Het was een opluchting die vier soloalbums te maken. Maar wie weet komen we terug samen met Moldy Peaches. Als ik vijftig ben of zo."