Een label om in de gaten te houden is ongetwijfeld Young God
Records. Labelbaas Michael Gira, tevens ontdekker van Devendra Banhart, heeft een uitstekende
neus voor subtiele, bijzondere bands die in hun muzikaal routeplan
de platgetreden paden angstvallig vermijden. Zo wisten we u al te
wijzen op de sprookjesbosschuifelaars Mi and L’Au en nu willen we graag uw
aandacht voor dit fijne plaatje. Angels of Light & Akron/Family
is een splitalbum: Akron/Family nemen zeven nummers voor hun
rekening tot ze zich transformeren tot Angels of Light, de backing
band van Gira, en zijn songs naar een hoog niveau tillen.
Akron/Family heeft al een sterk debuutalbum op de wereld losgelaten
en met deze zeven songs bewijzen ze met verve dat hun eclectische
freakfolk gerust naast het beste van Animal Collective kan staan. Net als
deze band koppelen Akron/Family ongebreidelde vreugde aan
weirdness, vreemde songstructuren en onweerstaanbare melodieën.
Terwijl ‘Feels’ ons deed denken aan een stoet uit de zoo ontsnapte
dieren die voor onze deur de boel op stelten zetten, roept de
muziek van Akron/Family beelden op van hypergetalenteerde
psychiatrische patiënten die zich van hun dwangbuis ontdaan hebben
om hun creatieve uitspattingen ten berde te brengen.
Deze bebaarde, geniale gekken (ze zien eruit als een stel
kluizenaars die kunnen dingen naar een gastrol in ‘Kabouter Plop’)
zetten ons met ‘Awake’ eerst op het verkeerde been: zacht
gitaarspel zorgt voor een minimale ondersteuning bij de
polyfonische zangpartijen. Net wanneer de vertedering zich van ons
meester maakt, breekt ‘Moment’ los met de meest chaotische,
kakofonische lap teringherrie die ooit het pad van onze oren
kruiste. De song gaat zo oneindig hard van start dat Kelly
Clarkson-adepten spontaan zouden beginnen te huilen van de opgedane
schrik. Onderweg muteert het nummer nog een paar keer als een aan
radioactief afval blootgestelde vis en blijf je als luisteraar wel
erg verbaasd achter. ‘We All Will’ kiest dan weer voor de ingetogen
folk doorweven met prachtige countrygitaren. Op deze zeven songs
klinkt Akron/Family alsof Frank Zappa en Nick Drake samen een pint
hebben gedronken, alsof onze favoriete rockchicks van Sleater-Kinney op stap zijn met Captain
Beefheart, alsof Calexico, The Beach Boys en Aphex Twin zich wagen
aan een gezamenlijke LSD-trip, alsof… enfin, u begrijpt het wel. Om
maar te zeggen dat deze combinatie van berustende folk, zachte
country, staatsgevaarlijke noise, elektronische donderwolken en
prachtige vocale harmonieën erg tot de verbeelding spreekt en
behoorlijk uniek mag genoemd worden.
Na het uitbundige stemmenwerk op deze eerste plaathelft is de John
Cale-achtige bariton van Michael Gira aan de beurt. Deze vijf
nummers zijn iets bedaarder (o. a. een Bob Dylan-cover: ‘I Pity the
Poor Immigrant’), een occasionele distortion-eruptie niet te na
gesproken. Zoals in ‘The Provider’ bijvoorbeeld, dat op een traag
tempo van start gaat om dan uit te monden in een bezwerende, met
noisy gitaren doorspekte mantra. Ook op deze Gira-songs maken
Akron/Family indruk door hun veelzijdige en onvoorspelbare muziek
en bevreemdende backing vocals. De relaxte stem van Gira past
perfect in de muzikale setting die ze weten te creëren.
Voor wie het nog niet door zou hebben: Q-music- en
Donna-luisteraars dienen deze exuberante, experimentele symbiose
van stijlen te mijden als de pest. Wie graag verdwaalt in muzikale
doolhoven zal zich met Angels of Light & Akron/Family maar al
te graag aan een muzikale zoektocht wagen. Gaat dat vooral zien op
16 april op het Domino-festival in de AB!!!