Vervang de netjes in maatpak gestoken heren van Kraftwerk door verliefde tienermeiden, geef hen een snelcursus "Popmuziek uit de jaren zestig", neem hen mee naar IJsland om er een plaat op te nemen en het resultaat zal aardig dicht in de buurt komen van Au Revoir Simone.
Je zou dit Brooklynse damescollectief het vrouwelijke equivalent van Apparat Organ Quartet kunnen noemen. Waar die laatste uitvoerig gebruik maken van orgeltjes, zweren de drie van Au Revoir Simone bij een drumcomputer en een hele resem synthesizers. En hoewel de kans op jammerlijk falen niet gering is, slagen beiden erin de gimmick te overstijgen en zelfs te doen vergeten, dankzij ijzersterke elektropopsongs die zowel een lekker ouderwets als bevreemdend futuristisch karakter uitstralen.
Het niet onknappe drietal zingt ons toe vanuit een fluoroze universum waar eenieder opgetogen door het leven huppelt, waar de zon een grote kauwgombal is en elke dag opnieuw de lente aanbreekt. Mócht er al eens neerslag vallen, dan gaat het wellicht om felgekleurde lollies of simpelweg chocomelk. Hetzelfde universum waarin ook "Poupée De Cire, Poupée De Son" en Zita Swoons "Disco" eindeloos door publieke luidsprekers komen geschald.
Om maar te zeggen dat Au Revoir Simone je niet meteen droef te moede stemt. Ieder nummer op Verses Of Comfort, Assurance And Salvation blakert van de levensvreugde en het speelplezier druipt van de plaat als het zweet van een oververhit paard. Onder het motto ’Wat zou er gebeuren als we op dát knopje daar duwen?’ vullen de meisjes spelenderwijs een half uur met hun suikerzoete elektropop. Soms gek, meestal meeslepend, altijd mooi.
"Hurricanes" vangt aan als een retrofuturistisch popnummer à la Broadcast, inclusief lalalala-refrein, maar ontpopt zicht even later tot ware kindergarten disco die sméékt om een choreografie van studio 100. Meer van dat soort leutigheden in "The Disco Song", dat leentjebuur speelt bij "My Sharona" van The Knack en dicht aanleunt tegen Stereo Total. Op de achtergrond weerklinkt het geroezemoes van een schijnbaar keitof feestje. Niet geheel ontoepasselijk.
Op andere momenten worden er iets minder knopjes uitgeprobeerd en klinken de nummers wat meer als ’liedjes’. "Through The Backyards", bijvoorbeeld, had niet misstaan op de plaat van Lady & Bird. Met "The Winter Song", dat fel naar het oudste van Múm neigt, bewijzen de dames dat je ook met een typmachine interessante muziek kan maken, en in afsluiter "Stay Golden" is, in de vorm van een mellotron, zelfs de invloed van The Beatles duidelijk merkbaar.
Levensmoeë cynici krijgen hier ongetwijfeld stenen kloten van, en toegegeven: zulk een overdosis vrolijkheid zet op een slechte dag eerder aan tot zinloos geweld dan tot een vreugdedans, maar diegenen die bij de aanblik van een ontluikend sneeuwklokje spontaan een bulderend ’Mooi, ’t leven is mooi!’ aanheffen, kunnen we alvast verzekeren: dit is iets voor u.