De band die je met platen opbouwt, heeft doorgaans veel weg van een liefdesrelatie. Met sommige platen slaat de vonk direct over, zodat je hen direct tegen en in je hart drukt. Andere platen doen er wat langer over, soms klikt het aanvankelijk zelfs helemaal niet, maar daarna valt de passie vaak niet meer te blussen. Met nog andere platen blijft die band dan weer platonisch. Met Oceansize zijn we zo vrienden geworden, maar niets meer.
Mensen die zich vaak tegen beter weten in “kenners” laten noemen, bestempelen het in Manchester geboren en getogen Oceansize sinds debuut Effloresce twee jaar geleden als de nieuwe vaandeldragers van de prog-rock. In beperkte, en uiteraard vooral Britse kringen werden ze opgehemeld, in zowat alle overige kringen werden ze vooral genegeerd. Het lijkt met het verdienstelijke Everyone Into Position dezelfde kant op te gaan, hoewel de plaat meer overtuigt en gelaagder en afwisselender is dan zijn voorganger. Het grauw rockende Effloresce dreigde als een pak pikdonkere wolken, maar uiteindelijk miezerde er slechts wat motregen naar beneden.
Everyone Into Position klinkt razend ambitieus. Oceansize wil er stáán en heeft dan ook grote namen als Danton Supple (die platen van Doves en Coldplay mixte) en Dan Austin (die onder andere platen van Doves en de immens onderschatte en lichtjes fantastische Cooper Temple Clause producete) geëngageerd. En nu we toch aan de sectie namen noemen toe zijn: ons doet het stemgeluid van Mike Vennart aan Chris Cornell denken, de sound en de variatie inderdaad aan The Cooper Temple Clause en de songconstructies die kronkelen als een slang voor de zoveelste keer aan (zucht) Tool. Maar we moeten eerlijk zijn: Oceansize zou eerder hun voorprogramma dan hun evenknie kunnen zijn.
Door de ellenlang uitgesponnen songs, kost het wat tijd om Everyone Into Position te doorgronden. Veel songs zouden het wel met een paar minuten minder kunnen stellen, omdat nu te vaak de spankracht van een natte krant overblijft. Opener “The Charm Offensive” heeft zijn naam echter niet gestolen: drie gitaren en (op de hele plaat) variërend, grillig slagwerk stuwen de song traag en geduldig naar een stevig orgelpunt. In de vooruitgeschoven single “Heaven Alive” speelt de bas een opzwepende en prominente rol, terwijl het refrein verrassend naar Amerikaanse stadionrock neigt. Dat ons dat niet stoort, is te danken aan het vakmanschap van Oceansize. De band bewijst zich ook in de daaropvolgende nummers “A Homage To A Shame” en “Meredith”: ze klauwen, bijten en haken, weliswaar zonder echt te raken. Dat maakt dat Oceansize weer tegen een muur van onverschilligheid dreigt te botsen. De drie gitaristen lopen elkaar niet in de weg, dragen elk bij tot de opbouw en het soms te zenuwslopende op-en-neergaan van elk nummer, maar gedenkwaardige riffs of adembenemende structuren zitten er helaas niet in.
Middel- en rustpunt “Music For A Nurse” is wat ons betreft ook het hoogtepunt. Het toont de band van zijn meest broze (en bloedmooie) kant en zou voor airplay moeten kunnen zorgen op late zondagavonden. Dit nummer zal Everyone Into Position niet volledig in de vergeetput van ons hoofd en hart doen belanden. Voorts toont Oceansize vooral in “No Tomorrow” niet vies te zijn van een streep metal zonder echt op zijn gezicht te gaan, en missen songs als “New Pin” en “Mine Host” vooral een echt gezicht zodat we ze nu al vergeten zijn. Afsluiter “Ornament/The Last Wrongs” toont Oceansize (weer) van zijn meest epische kant, waarin luide en ingetogen passages elkaar op een hoog niveau afwisselen.
Oceansize heeft zijn charmes, maar kan ons tot niets meer verleiden dan een kille noch hechte vriendschap. Mogen we u daarom toch nog eens The Cooper Temple Clause aanraden, waarvan vooral de laatste Kick Up The Fire, And Let The Flames Break Loose spannender, minder vermoeiend en vooral lekkerder is. Voor songs die tien heerlijke minuten nog te kort doen lijken, verwijzen we al te graag naar Opeths geniale Ghost Reveries. We hebben al liefdesbrieven aan hen gericht, die van Oceansize blijft echter onbeantwoord.