Toneelgroep Amsterdam & De Theatercompagnie :: Don Carlos

Een grote klassieker met een sterrencast. In Nederland is Don Carlos hét stuk dat je gezien moet hebben: Fedja van Huêt en Jacob Derwig samen op de planken! Deze jonge theatergoden zijn bij veel Belgen minder bekend, maar het stuk is sterk genoeg om ook zonder klinkende namen de zalen te doen vollopen.

Friedrich Schillers Don Carlos speelt zich af in de zestiende eeuw. Tegen de achtergrond van het verzet van de Nederlanden tegen de Spaanse overheersing ontwikkelt zich aan het hof van Filips II een oproer van een heel ander kaliber. Carlos, de zoon van de koning, is verliefd op Elisabeth, de tweede vrouw van Filips II en dus zijn stiefmoeder. In zijn romantische escapades wordt hij geholpen door zijn beste vriend, de markies van Poza, die zich echter meer laat leiden door zijn moderne idealen dan door barmhartigheid voor zijn vriend. Daarbij komen nog een tiental andere hofleden zich moeien, wat meteen verklaart waarom deze voorstelling meer dan drie uur duurt.

Het hof van Filips II werd door Theu Boermans vertaald naar een moderne multinational, gekenmerkt door koele kleuren en kille TL-lampen. In deze emotieloze setting worden de personages, nochtans warmbloedige Spanjaarden, ijskoud afgebeeld. Met uitzondering van prins Carlos zelf, lijkt iedereen aan het Spaanse hof zijn emoties zo veel mogelijk verborgen te houden. Dankzij de bijzonder geslaagde wisselwerking tussen Boermans en de steengoede acteurs blijven de karakters echter wel mensen van vlees en bloed. De spelers hebben daarvoor ook tijd en ruimte gekregen doordat deze klassieker op een zeer conventionele manier wordt gebracht. Zonder gestoord te worden door postmoderne poespas krijgen de acteurs de kans om alle registers open te trekken.

De vertaalde teksten van Schiller zijn nog erg archaïsch, maar de acteurs slagen er in ze vlot te spelen met een onnavolgbare natuurlijkheid. De hoofdrollen worden drie uur lang even energiek ingevuld, en ook de kleinere rollen staan sterk op het toneel. Hier en daar durft de tekst nog wat lang uitvallen, maar sommige monologen zijn zo sterk dat ze de toeschouwer spontaan naar het applaus drijven. Enkel Frieda Pittoors, die het hoofd van de Spaanse Inquisitie speelt, weet niet te overtuigen. Theu Boermans maakte een interessante keuze door deze rol te laten spelen door een vrouw, maar de al wat oudere actrice spreekt alles op zo’n stereotiepe theatrale manier uit, dat haar ontzettend belangrijke monoloog ontzettend saai wordt.

Dat laatste zou misschien niet zo zijn geweest als Don Carlos zonder pauze was gespeeld, maar natuurlijk is dat bij een drie uur durende voorstelling een onoverkomelijk kwaad. Het valt echter op dat het tweede deel van het stuk niet kan tippen aan het niveau van het eerste. Voor de pauze wordt gedurende twee uur – al lijkt het er maar een – zorgvuldig opgebouwd naar de afwikkeling van de plot, die zich ontvouwt in het laatste uur van het stuk. De pauze doet echter deze hele opbouw teniet, waardoor het einde sterk aan kracht moet inboeten. Het laatste uur vliegt nog wel snel voorbij, maar het heeft niet meer dezelfde impact als voorheen. Je ziet het allemaal nog wel aan, maar je wordt niet meer meegesleept zoals daarvoor. Ondanks deze kleine schoonheidsfout blijft Don Carlos echter wel om van te snoepen, dus een staande ovatie is gerust op zijn plaats.

Van een voorstelling als Don Carlos kunnen we in België enkel dromen. Misschien moeten we het Amsterdamse voorbeeld volgen en ook eens onze meest vooraanstaande theatergroepen samenvoegen. De komende jaren zullen Toneelgroep Amsterdam en De Theatercompagnie dit nog tweemaal herhalen, en hopelijk zal Theu Boermans daarbij de met Don Carlos erg hoog gelegde lat nog kunnen overstijgen. Benieuwd dus naar wat komen gaat.

Don Carlos is nog tot 18 december op tournee in Vlaanderen en Nederland. Voor data, zie de speellijst.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in