Collectie Vrije Vlucht trekt het najaar op gang met Miltons Dromen, een samenwerking tussen tekenaar Maël en scenaristen Frédéric Féjard en Sylvain Ricard. Samen maakten ze een album over de donkere kant van de mens. En tegen welke achtergrond situeer je zo’n verhaal best? Een grauwe, ellendige achtergrond, dat spreekt.
1923, North Carolina. De kleine Billy is getuige van een moord. Door een stommiteit wordt de bengel opgemerkt door Baker, de dader. Deze geeft Billy de rammeling van zijn leven en maakt de jongen in één klap een linkshandige. Dat alles doet hij om zeker te zijn van Billy’s stilzwijgen. Een vraag die hier bij ons opkomt is: waarom doodt hij Billy niet, als hij zeker wil zijn van diens zwijgzaamheid? Omdat het album dan na drie platen afgelopen zou zijn, sufkop, lijkt — helaas — het meest voor de hand liggende antwoord. Laat dit u echter niet op het idee brengen dat dit album slecht begint. Slechte vragen komen nu eenmaal bij ons op, ook wanneer dat beter niet zo zou zijn.
Zeven jaar na de moord is het gezin waarin Billy opgroeit een van de vele slachtoffers van de Grote Depressie. Min of meer gedwongen door de omstandigheden ziet het gezin geen andere uitweg dan verhuizen naar vruchtbaardere oorden. De erbarmelijke economische en sociale omstandigheden vormen echter slechts één element van het verhaal. Het andere wordt gevormd en gedragen door Milton.
Milton is Billy’s broer. Althans, zo gaat hij door het leven. Milton is echter een beetje achterlijk. Het is dus eerder logisch dat Milton Billy’s oom is, al wordt dat nergens in het album met zoveel woorden gezegd. De verbitterde Billy vertelt Milton, na een confrontatie met Baker, over zijn wraakgevoelens ten opzichte van deze man. Die nacht droomt Milton dat hij, net zoals Billy hem vroeg, Baker een fataal pak slaag geeft. De droom is echter zo realistisch dat Milton verschrikt wakker wordt.
Wat volgt is een fijn staaltje van wat in de literatuur nogal klef omschreven wordt als de ’psychologische thriller’. Nu is Miltons Dromen eigenlijk helemaal geen typische thriller, al spat er hier en daar wel wat bloed van de pagina’s. Het is bovenal een verhaal over menselijke ellende, zowel in economisch als in psychologisch opzicht. Leiden de erbarmelijke omstandigheden een mens naar de beestachtigheid? Of is de beestachtigheid — de beestachtigheid in Wall Street die de Depressie veroorzaakte — de oorzaak van de erbarmelijke omstandigheden? Of, misschien juister, is er sprake van een neerwaartse spiraal waarbij oorzaak en gevolg inwisselbaar zijn? Dat is een vraag die alleen maar in het laatste deel van dit tweeluik beantwoord kan worden.
Naar dat tweede deel kijken wij alvast reikhalzend uit. Dit eerste album laat te veel vragen onbeantwoord. Ook Maëls tekenstijl werkt verslavend. De grauwe werkelijkheid zoals hij ze op papier zet, fascineert je als lezer. Enig minpuntje in zijn tekenstijl is dat hij zowel Billy, diens jongere broertje en zijn vader er ongeveer hetzelfde laat uitzien. Goed, ze zijn uiteraard familie van elkaar, maar soms werkt het verwarrend. Maar dat is slechts detailkritiek. Laat die u vooral niet tegenhouden om in dit meeslepende verhaal te duiken.