
Waardig oud worden, het is niet aan iedereen gegeven. De boost die
Willy Sommers aan zijn tanende carrière probeert te geven door zijn
“collaboratie” met Daan & Seppe is eerder zielig dan amusant te
noemen en over zijn collega’s ex-Totz coryfeeën die meer dan
terecht in de vergetelheid zijn terechtgekomen, zullen we maar
zwijgen. Neil Young is al decennia lang aan het bewijzen dat het
wel degelijk anders kan. Hoewel zijn carrière niet geheel
lacunevrij kan genoemd worden, heeft Young een oeuvre bij elkaar
gecomponeerd waar enkel grootheden als Dylan, Bowie, Reed en Cave
mee kunnen wedijveren. Een net niet fataal hersengezwel zorgde ei
zo na voor een abrupt einde van het indrukwekkende repertoire van
de oude meester, maar kijk: onkruid vergaat niet en nog geen half
jaar na de verschrikkelijke diagnose ligt de opvolger van het in
2003 verschenen ‘Greendale’ in de winkelrekken. ‘Prairie Wind’ is
geschreven en opgenomen tussen de vaststelling van het gezwel en de
behandeling ervan en dat vertaalt zich muzikaal in kalme en
berustende countryblues die aansluit bij klassiekers als ‘Harvest’
en ‘After the Goldrush’.
Een man met een staat van dienst als Neil Young heeft natuurlijk
enkele voordelen, een vriendenkring vol rasmuzikanten bijvoorbeeld:
op ‘Prairie Wind’ werkt hij samen met de crème de la crème van de
Nashville-scene: Spooner Oldham op toetsen, Ben Keith op pedal
steel en de goddelijke stem van ene Emmylou Harris, wiens vocale
prestaties eerder dit jaar al te bewonderen waren op I’m Wide Awake, It’s Morning van Bright
Eyes. Wanneer tijdens opener ‘The Painter’ het eerste stukje
lapsteel zich tegen Youngs gitaar aanvlijt, voelen we ons al
helemaal op vertrouwde grond. Het is het startschot van een tot in
de puntjes afgewerkte en klassieke countryplaat waar Young een
patent op heeft. Naast het uitmuntende gitaarwerk zijn het vooral
de backing vocals die menige ziel zullen beroeren. Wanneer Young in
‘No Wonder’ in dialoog treedt met het triumviraat der uit de hemel
neergedaalde stemmen (Pegi Young, Diana Dewitt en Emmylou Harris)
ontstaat er niet minder dan pure magie. Wanneer in dezelfde song
nog een gospelkoor de gelederen vervoegt, moet je al een getraind
ijskonijn zijn om onberoerd te blijven bij zoveel schoonheid. Het
van sterfelijkheid vervulde ‘Falling of the Face of the Earth’
klinkt als een afscheidsrede aan zijn geliefde: “I just want to
tell you / You sure mean a lot to me / It may sound simple / But
you mean the world to me“. Het zijn misschien wat stroperige
regels, maar iemand die net de dood in de ogen heeft gekeken, mag
al eens melig uit de hoek komen. ‘Here For You’ en het op de
traanklieren mikkende ‘It’s A Dream’ zijn nog twee wondermooie
ballads waar prachtige strijkers en pedal steel de falsetto van
Young als hondstrouwe vrienden begeleiden.
Voor fans van de New Weird Folk (Cocorosie, Devendra Banhart, Animal
Collective,…) zal de traditionele, klassieke sound van ‘Prairie
Wind’ misschien een struikelblok vormen. Sommigen zullen zich maar
al te graag laten meedrijven op de golven van escapisme die de
plaat rijk is. Anderen daarentegen zullen Young een gebrek aan
contact met deze postmoderne, gefragmenteerde wereld verwijten.
Young neemt de luisteraar namelijk mee naar een denkbeeldig Amerika
waar geweld en raciale vooroordelen uit den boze zijn. Zoals de
hoes illustreert, schetst hij een wereld die verwant is aan die van
Woody Guthrie en de vroege Dylan. Het ideaal van de “yeoman
farmer” die in alle rust en kalmte het land bewerkt terwijl de
wind vredig over de grasvlakte blaast, komt meermaals terug.
‘Prairie Wind’ is dan ook doordrongen van Youngs gevoel voor
nostalgie en zijn affiniteit met het Midwesten, een gebied dat ook
wel eens The garden of America pleegt genoemd te worden. Dat
blijkt ondermeer uit het blazers aangedreven ‘Far from Home’:
“Bury me out on the prairie / Where the buffalo used to roam /
Where the canada geese once filled the sky / And then I won’t be
far from home.“
Voor alle duidelijkheid: ‘Prairie Wind’ is geen meesterwerk als
‘Tonight’s the Night’ of huisfavoriet ‘On the Beach’. De ode aan
Elvis, ‘He Was The King’, had voor ons bijvoorbeeld niet gehoeven,
maar het is de enige smet op een voor de rest erg consistente en
weemoedige plaat die ongetwijfeld enkele klassiekers in wording in
zich draagt. De country-fan die zich niet stoort aan een gebrek aan
vernieuwing, zal met ‘Prairie Wind’ dan ook één van de mooiste
platen in zijn favoriete genre ontdekken.