



Het onderwerp van Billy Wilders meesterwerk ‘Sunset Boulevard’ is
tegenwoordig eigenlijk niet meer zo opmerkelijk: Hollywood op z’n
smerigst, met egotrippers die smerige deals sluiten, artistiekerige
fatten die elke integriteit die ze ooit hadden met veel plezier
verkopen voor de juiste prijs, diva’s die elkaar een mes in de rug
steken enzovoort. Tijdens de voorbije tien jaar lijkt het wel alsof
de Amerikaanse filmindustrie trots is geworden op haar
zelfingenomenheid, en er een punt van maakt om regelmatig een
stukje zelfspot de wereld in te sturen: Robert Altmans ‘The Player’
begon die trend in ’92, en sindsdien kregen we titels als ‘Swimming
With Sharks’, ‘An Alan Smithee Film’, ‘Hurlyburly’ en ‘America’s Sweethearts’. Dat soort
zelfreferentiële cinema is ondertussen een genre op zich geworden
(waardoor het elke reële satirische kracht alweer is
kwijtgespeeld), maar in 1950, toen Wilder ‘Sunset Boulevard’
maakte, beschouwden veel mensen dat als een vorm van hoogverraad.
De kleine Duitser stond net op het hoogtepunt van z’n roem, na
successen als ‘Double Indemnity’ en
‘The Lost Weekend’, en nu beet hij willens en wetens in de hand die
hem voedde. Een legendarisch verhaal rond de productie, was dat
Wilder de film toonde aan een aantal Hollywood-insiders, waaronder
studiobons Louis B. Mayer. Mayer werd zo razend kwaad van Wilders
bittere exposé dat hij roepend en scheldend de projectiekamer
verliet – zo’n effect zal geen enkele recente “kijk eens hoe goed
we met onszelf kunnen lachen”-film nog hebben.
Het verhaal draait rond Joe Gillis ‘(William Holden), een schrijver
die worstelt met een gebrek aan inspiratie en cash. Regelmatig gaat
hij de studio’s af met nogal flauwe scenariovoorstellen, maar hij
krijgt maar niks verkocht en voor hij het weet, moet hij op de
vlucht voor schuldeisers. Op die manier komt hij toevallig terecht
in een vervallen villa op Sunset Boulevard, waar hij kennis maakt
met Norma Desmond (Gloria Swanson), een filmster uit de stomme
periode die met de opkomst van het geluid haar carrière tenonder
zag gaan. Desmond heeft duidelijk een steek loszitten: ze leidt een
eenzaam leven, met alleen haar butler (Erich Von Stroheim) als
gezelschap, maar beeldt zich in dat de wereld zit te wachten op
haar come-back. Ze kleedt zich, gedraagt zich en spreekt alsof ze
nog steeds een ster is, hoewel ze haar publiek al jaren geleden is
kwijtgeraakt.
Desmond heeft schijnbaar echter nog steeds geld en wanneer ze Joe
voorstelt om haar eigen scenario voor een hervertelling van
‘Salomé’ te herschrijven, kan hij moeilijk weigeren. Hij krijgt een
kamertje in de villa, laat zich onderhouden door de maffe oude
tante en probeert ondertussen zo goed en zo kwaad als het kan een
filmscript voor haar te pennen.
Wilder gebruikt die plot om een somber, inktzwart portret op te
hangen van het Hollywood van de jaren veertig en vijftig, als een
stad die goed voor je is zolang je succes hebt, en je onmiddellijk
vergeet zodra dat niet meer het geval is. Norma Desmond is zo gek
als een deur, natuurlijk, maar hoe zou je zelf zijn als je het
jarenlang gewend bent om door iedereen aanbeden te worden, en
plotseling wil niemand je nog kennen? De enige mensen die nog over
de vloer komen, zijn zelf sterren van de stomme film die aan lager
wal zijn geraakt, inclusief Buster Keaton. De filmindustrie van
‘Sunset Boulevard’ is een poel van hypocrisie, want achter de
glitter en glamour schuilt een anoniem leger van wanna-be’s
zoals Joe Gillis en has-beens als Norma Desmond. Mannen met
versleten kleren die hun scenario’s proberen te slijten, diva’s van
gisteren die nu stilletjes in een huis zitten te wachten op een
come-back die er nooit zal komen. Zelfs het publiek krijgt een veeg
uit de pan van Wilder: op een bepaald moment horen we Cecil B.
DeMille (als zichzelf) zeggen dat “dertig miljoen fans Norma al
hebben afgescheept. Ik wil niet hetzelfde doen.” Von Stroheim, de
butler, blijkt zelf een vergeten regisseur te zijn die nu het ego
van zijn vroegere ster voedt door zelf fanmail naar haar te
schrijven. De hoge omes van Hollywood verliezen alle interesse in
je eens je niet meer aan de top staat, maar het publiek is al even
erg.
Wat dit verhaal zo realistisch maakt, is het feit dat de acteurs
die Wilder gebruikt, zich min of meer in dezelfde situatie bevinden
als hun personages. Gloria Swanson was inderdaad een ster uit de
stomme film die werd afgevoerd toen geluid werd geïntroduceerd,
hoewel ze, in tegenstelling tot Norma, wel actief (en mentaal
gezond) bleef. Erich Von Stroheim maakt een peperdure flop met zijn
gedoemde meesterwerk ‘Greed’ in de jaren twintig en zakte langzaam
maar zeker weg in een hel van B-films. Dan zijn er natuurlijk nog
al de cameootjes van echte Hollywoodfiguren, en zelfs William
Holden, op dat moment een jong acteur die vastzat in weinig
opmerkelijke rolletjes in al evenzeer onopmerkelijke films. ‘Sunset
Boulevard’ betekende zijn definitieve doorbraak.
Breder bekeken dan enkel de venijnige aanval op Hollywood die
Wilder hier uitvoert, is er natuurlijk ook weer de bekende
negatieve mensvisie die de filmmaker had. Alle personages zijn tot
op zekere hoogte opportunisten – Joe besluit geld aan te nemen van
Norma hoewel hij weet dat ze ze niet allemaal op een rijtje heeft,
Norma zelf wil koste wat het kost opnieuw in de publieke
belangstelling terechtkomen en hoe minder we zeggen over de
filmbonzen, hoe beter. De enige die écht onschuldig is, is Betty
(Nancy Olson), een jong meisje dat als secretaresse werkt bij
Paramount en nog niet gecorrumpeerd is door de jacht naar succes.
Iedereen hier wil de hoofdrol spelen in de film van z’n eigen
leven. Wanneer Norma aan het einde, in een historische scène, haar
trap afdaalt, gigantische ogen trekt en zegt: ‘Alright, Mr
DeMille, I’m ready for my close-up,’ dan is dat een symbool
voor wat bijna alle personages de hele film lang doen. En bij
uitbreiding, wat iedereen, overal ter wereld, altijd doet: iedereen
wil wel belangrijk zijn, geliefd zijn, rijk zijn. Iedereen wil de
hoofdrolspeler zijn in een onvergetelijk succesverhaal: “Ik, en
Mijn Leven Aan De Top”.
Wilder en scenarist Charles Brackett larderen hun film alweer met
staaltjes geweldige dialoog, genre “I am still big. It’s the
pictures that got smaller!”, en weten naar het einde toe een
oprecht gevoel van medeleven los te weken uit hun publiek. Norma
Desmond is gek, ja, en Wilder is er absoluut niet vies van om haar
af en toe belachelijk te maken. Maar uiteindelijk is ze ook gewoon
een heel triest figuur, iemand die het niet gehaald heeft in een
harde wereld.
Zelfs nu, meer dan vijftig jaar later, is ‘Sunset Boulevard’ met
voorsprong de beste film over Hollywood ooit gemaakt. Dit is een
ware catalogus aan onvergetelijke scènes en dialogen, die door
niemand gemist mag worden.