Enkele jaren geleden zette Fischerspooner wereldwijd dansvloeren in vuur en vlam met de instant electroclassic Emerge. Met hun debuutalbum, gewoonweg #1 genoemd, trapten de heren de concurrentie al eens flink onder de kringspier. De nieuweling, Odyssey, doet dat zonder veel gêne opnieuw.
Vanzelfsprekend horen we ook weer eighties-invloeden op dit nieuwe album, maar het duo Warren Fischer en Casey Spooner (jawel, die hippe naam is een samenvoeging van hun achternamen) heeft zijn muzikale spectrum duidelijk verbreed. Dit album is meer pop, meer rock en meer seventies dan de eersteling. Na een creatieve crisis trok het duo eens aan de mouwen van Nicolas Vernhes van Black Dice en Mirwais, ook wel bekend als het genie achter het betere werk van Madonna. De productie van dit album is daardoor warmer, poppier en gelikter, bijna kitscherig zouden we zelfs zeggen, ware het niet dat dit album zo fantastisch klinkt.
De meeste songs hebben trouwens een opvallend conventionele liedjesstructuur. Tegenstanders kunnen beweren dat het duo hier voor een commerciëlere aanpak kiest, maar voor een undergroundband als Fischerspooner getuigt deze keuze vooral van veel lef.
Odyssey opent met de single "Just Let Go", die het meest aanleunt bij hun debuutalbum #1. Een adrenalinekick als Emerge is het niet, maar mogen we dat nog wel verwachten? Wat we erna te horen krijgen, overtreft onze verwachtingen overigens zodanig dat we het hen vergeven. Luister bijvoorbeeld maar eens naar het catchy refrein van "Cloud". Waar elke andere band hopeloos de melige mist in zou gaan, zet Fischerspooner zonder meer een puike prestatie neer. In één nummer als Pink Floyd én Human League klinken? Met het frisse "Never Win" speelt het duo het zowaar klaar. Let ook op die pingelende, twinkelende break. Daarop volgt "A Kick In The Teeth": een serieuze slag op het bakkes van de doorsnee eighties-recyclers. Wederom electropop van de bovenste plank met campy doch pakkende vocals, een zuinige gitaar en een hoop weirde geluiden, waarvan je je afvraagt hoe ze zo poppy kunnen klinken.
En zo vallen er in elk nummer genoeg goede vondsten te vinden. Wat dacht u bijvoorbeeld van de overstuurde dwarsfluit in "Get Confused", waar David Byrne zijn stem voor leende? Of van het in eerste instantie onopvallend gelaagde "Wednesday"? En ook de opzwepende en briljante drums van "Happy" zijn zeker de moeite waard. Als dat u niet uit die luie zetel blaast, weten wij het ook niet meer.
Ook de combinatie van synth-melodieën met ingetogen piano en viool in "Electroballad Ritz 107" werkt wonderwel. En "All We Are" geeft ons warempel een gevoel van samenhorigheid. Spooner speelt het klaar om een zinnetje als "We are as one, and one is all we are" oprecht te laten klinken zonder lullig over te komen.
Afsluiter "Circle" is een hyperkinetische electrosplinterbom die klinkt als Super Mario op steroïden en magic mushrooms tegelijkertijd. Vreselijk irritant zou je denken. Niets is minder waar. De enige echte 4/4 track van het hele album moet zelfs een meute bejaarde rolstoelgebruikers aan het dansen krijgen.
Fischerspooner bewijst nog maar eens dat de belangrijkste ingrediënten van een straf popalbum simpelweg straffe melodieën zijn. Odyssey had met dezelfde bestanddelen een flauwe flop kunnen worden, maar het is een geniaal album geworden dat zijn voorganger moeiteloos overtreft. Wie Fischerspooner twee jaar geleden bezig zag op Pukkelpop, weet ook dat ze een wervelende en overweldigende liveshow kunnen neerzetten.
Met een beetje geluk tikt u de limited edition van "Odyssey" op de kop met daarop de Thin White Duke Remix van "Just Let Go" en het erg aparte "Down Up". Rep u dus naar de platenboer want Fischerspooner is het spannendste electro-pop-rock-duo van het moment.