Net als ‘Batman’, is ‘Herbie’ zo’n franchise van een tijdje geleden
waarvan men nu plotseling de behoefte voelde om die weer tot leven
te wekken. In het geval van de superheldenfilm wisten we allemaal
wel dat dat maar een kwestie van tijd was, maar wie zou er ooit op
het gedacht zijn gekomen om dit mini-icoon uit de jaren zestig en
zeventig te reanimeren? De eerste Herbiefilm, ‘The Love Bug’,
dateert alweer van 1968 en werd gevolgd door een steeds minder
memorabele reeks tv-sequels, die uiteindelijk strande bij ‘Herbie
Goes Bananas’ in 1980. Sindsdien bleef het grotendeels windstil
rond de Volkwagen kever met nummer 53 – ik geloof dat er enkele
jaren geleden een volstrekt onopgemerkte televisie-remake werd
gemaakt van ‘The Love Bug’, maar daar heeft niemand wakker van
gelegen. Hoewel de hedendaagse jeugd absoluut geen benul meer heeft
dat er ooit een succesvolle franchise heeft bestaan rond een auto
met een eigen willetje, hebben een paar bonzen met teveel tijd en
te weinig ideeën, besloten om er opnieuw mee te beginnen. De
resulterende film slaat nergens op, maar hey, zolang het z’n geld
maar terugverdient, right?
Herbie, ooit de ster van races overal ter wereld (‘The Love Bug’,
‘Herbie Goes To Monte Carlo’) en beschermer van weduwen en wezen
(‘Herbie Rides Again’ en ‘Herbie Goes Bananas’ respectievelijk), is
er aan het begin van dit vijfde avontuur niet al te best aan toe.
Zijn gloriedagen zijn voorbij, hij heeft de éne wedstrijd na de
andere verloren en uiteindelijk belandt hij op een autokerkhof. Hij
is eigenlijk het automechanische equivalent geworden van zo’n ouwe
zeur die in een groezelig café in een biertje zit te staren en
tegen wildvreemde mensen verhalen begint te vertellen over vroeger,
toen zijn leven nog wél iets te betekenen had.
Op dat autokerkhof wordt Herbie echter opgemerkt door Maggie Peyton
(Lindsey Lohan), een frisse tiener die net is afgestudeerd en de
kever als geschenk krijgt van haar vader. Maggie is afkomstig uit
een ooit succesvolle familie racers, maar na een ongeluk enkele
jaren geleden heeft haar vader (Michael Keaton) haar bezworen nooit
nog deel te nemen aan een wedstrijd. Enfin, Maggie knapt Herbie op
en de twee komen algauw in het vaarwater terecht van een arrogante
racekampioen, gespeeld door Matt Dillon. Ondanks de bezwaren van
haar vader, ziet Maggie zich natuurlijk toch verplicht om opnieuw
te gaan racen, gewoon om Dillon een spreekwoordelijk poepie te
laten ruiken. U krijgt vast ook al klamme handjes van de spanning
bij de vraag hoe dit allemaal zal aflopen.
De originele ‘Love Bug’ was, al dan niet bewust, een mooi statement
over de late jaren zestig: een bescheiden Volkswagen die het won
van Ferrari’s en Porsches, dàt had iets te betekenen. Power to
the people, man! Een doodordinair, proletarisch autootjes liet
al die chique bakken ver achter zich en won, gewoon door z’n
verbeten karakter. Naarmate de vervolgen steeds verder verwijderd
raakten uit de context van de jaren zestig en de mentaliteit van
dat tijdperk (het is echt geen toeval dat de slechteriken uit de
eerste twee films rijkelui waren), leek ook de pit uit de serie te
verdwijnen. Misschien is dit gewoon mijn nostalgie die het
overneemt (ik heb de eerste twee Herbiefilms ontelbare malen gezien
als kind), maar die originele avonturen hadden iets…
stouts over zich, iets ondeugends. Herbie was een autootje
gemaakt voor losers, oud en goedkoop en niemand die er iets van
verwacht. En tóch won hij. Met de latere films is die subtext
verdwenen en de prenten werden niets meer dan vehikels die gebruik
maakten van de gimmick van een intelligente auto. ‘Herbie:
Fully Loaded’ is niet anders.
Hier en daar probeert regisseur Angela Robinson nog wel de spirit
van haar voorgangers te pakken te krijgen door bijvoorbeeld gebruik
te maken van het heerlijk kitscherige themamuziekje uit ‘The Love
Bug’ en van het soort van montages waar ze in de jaren zestig en
zeventig gek op waren. Boven- en onderaan het scherm een
blauw-wit-rode balk, en dan een split-screen van Herbie die het
zand achter zich opwerpt terwijl hij er vandoor sjeest, dàt soort
dingen. Dat is wel aardig om naar te kijken, zeker als je de vorige
films hebt gezien, omdat je dan pas beseft wat de bedoeling is: de
onschuldige, frisse sfeer van de eerste aflevering opnieuw oproepen
door een paar van dezelfde technieken te gebruiken. Helaas is dat
alleen niet voldoende.
Wat hier ontbreekt, is in de eerste plaats een afdoend scenario.
Niet dat dit soort film een ingewikkeld verhaal nodig heeft, maar
‘Herbie’ hangt eigenlijk van begin tot eind af van een vraag
waarvan we het antwoord al lang op voorhand weten: zal het wagentje
de climactische Nascar-race winnen? Wat denkt u? Als regisseur moet
je wéten dat je uit die situatie geen suspense kunt halen omdat de
resolutie zichzelf uitwijst, en moet je dus met andere dingen op de
proppen komen om het een beetje interessant te houden tijdens het
anderhalf uur vooraleer we aan dat punt raken. Waar men hier mee
tevoorschijn komt, is: a) een schurk gespeeld door Matt Dillon van
wie we weten dat hij niet deugt omdat hij nogal scheef onder z’n
wenkbrauwen loert; b) een vader-dochterrelatie die er alwéér uit
bestaat dat de vader zich altijd in alles vergist, zodat hij aan
het einde van de film z’n woorden kan inslikken; c) een ontluikende
romance tussen de heldin en een verder weinig belangrijke love
interest. U zult al met héél jonge kinderen moeten gaan kijken
om te vermijden dat ze het allemaal al eens elders en beter hebben
gezien.
Van Lindsey Lohan zei ik na ‘Freaky
Friday’ en ‘Mean Girls’ dat ik
haar wel eens in een “serieuze”, dramatische rol wilde zien, om te
kijken hoe ze het zou doen. Ik blijf erbij dat ze de sterkste
actrice is van de nieuwe lichting tienersterretjes (vergelijk dit
eens even met Hillary Duff of één van de Olsons, brrr), maar in
‘Herbie’ wordt ze genekt door een script dat van haar niets anders
vereist dan dat ze gilt, grote ogen trekt en regelmatig kreetjes
van verwondering slaakt. Haar hele rol is eigenlijk één lang
reactieshot – gil, grote ogen, kreetje! In die mate zelfs, dat ik
het theoretisch mogelijk acht om haar close-ups in deze film
naadloos te combineren met beeldmateriaal uit een pornofilm. Gil,
grote ogen, kreetje!
Normaal gezien maak ik er een punt van om die éne geslaagde grap
die me is bijgebleven uit slechte komedies te vertellen in m’n
recensie, om u toch vooral geen enkele reden te geven om te gaan
kijken. Nu kan ik er zelfs niet eens één bedenken. Zo erg is
het.
Nota: het gerucht doet de ronde dat de makers van ‘Herbie’
de nogal weelderige boezem van Lindsey Lohan digitaal hebben
gereduceerd na het filmen. Als dat waar is, wens ik de eerste te
zijn om op te komen voor de rechten van Lindsey’s borsten (ze
verdienen bescherming!) en wil ik ook mijn bezorgdheid uitspreken
over de rugpijnen die La Lohan over enkele jaren zal krijgen.