“I’m talking about the death of rock’n roll” luidt het onheilspellend aan het begin van Futurist. Alec Empire gaat er weer voor, maar voor het eerst ontsnapt ons iets van een verveelde geeuw. In weerwil van de titel, grijpt Empire op Futurist immers terug naar zijn roots in de trash- en speedmetalsector en heeft de plaat dus weinig van doen met de toekomst. Regressie willen we het nog net niet noemen, maar dit is toch maar een ietwat vervelende pas op de plaats.
“Alec Empire is niet langer een elektronica-artiest zoals ik in de jaren negentig was”, vertelt Empire op zijn fansite: “terwijl de rest van die scene IDM of electroclash ging maken op hun laptops, gaan Nic Endo en ik de andere kant op. Mensen die de energie van rock niet begrijpen zijn idioten. Het gaat mij er niet om de vernieuwer uit te hangen: ik wil gewoon die adrenalinerush, telkens weer.” Zoals wel eens meer gebeurt, is de uitleg beter dan de plaat.
Met “Kiss Of Death” begint Futurist nochtans aanstekelijk. Dit is een best dansbare brok rock ’n roll die helaas nét iets te lang blijft voortgaan. Wat ervoor zorgt dat we ook meteen weten wat er schort aan deze plaat: het geluid is van zo’n afstompende eenvormigheid dat wij na een nummer of vijf al murw geslagen zijn. En dan is “Gotta Get Out” — een van de sterkere songs — al gepasseerd.
We zijn ondertussen aan nummer zes, “Vertigo”, een onsamenhangend samenraapsel van verschillende brokken song dat maar niet lijkt te willen beslissen wat het nu wil zijn. “Make Em Bleed” is daarna weer zo’n ondermaatse track, en we weten van Intelligence & Sacrifice dat Empire beter dan dat kan. Veel beter.
Wat we missen: de inventieve, in alle richtingen knallende beats van die vorige plaat. Of van Atari Teenage Riot. Nic Endo is dan wel nog steeds aanwezig als “sound designer”, haar bijdragen worden volledig weggedrukt door de dominante gitaar. Deze plaat moet het enkel hebben van de riffs: waar die op voorgaande platen in duel moesten gaan met stevige beats, is de strijd hier gestreden. Het resultaat: een gemakzuchtige gitaar die te vaak met belegen en weinig interessante riffs afkomt. Zitten die eens goed, dan werkt het wel, zoals “Hunt You Down” bewijst.
Met Futurist heeft Empire zijn meest toegankelijke plaat afgeleverd. Springt ouder werk er in de grote shuffle die we regelmatig op onze op computer gezette platenkast loslaten nogal uit, dan passeert dit nieuwe werk zonder al te veel erg tussen een Nirvana- en een R.E.M.-song in. Futurist klinkt als een onschadelijke — zij het een weinig afwisselende — rockplaat, Intelligence & Sacrifice voelt daarentegen nog altijd een beetje aan als een fragmentatiebom. Dat verschil.
“Deze plaat is een eerbetoon aan de tijd dat Britse rock rechtdoorzee en zonder vrees was”, leest de bijsluiter, waarna Empire Futurist vervolgens opdraagt aan Joe Strummer en John Peel. Ze verdienden beter dan dat. We hopen maar dat Empire zich snel herpakt: we begrijpen de energie van rock best wel, maar als die niet in gevarieerde porties wordt aangeboden werkt ze vooral afstompend.