Tim Vanhamel, Vlaanderens loslopende muzikale fragmentatiebom, heeft zijn formatie weer van stal gehaald. Vier jaar na het verschijnen van debuutplaat Outside The Simian Flock, wordt een nieuw ongeleid projectiel uw slaapkamer in gekatapulteerd. Gepaste begeleiding bij menig bedavontuur. Ze kronkelen, steunen, kreunen en hijgen zichzelf tot een hoogtepunt. Belooft hun tweede plaat, Paradisiac, een nieuwe klapper te worden waar zelfs Dennis Black Magics verzamelde oeuvre bleekjes bij afsteekt?
Josh Homme, meneer Queens Of The Stone Age, heeft de deskundige leiding over de opnames van de nieuwe plaat op zich genomen. Getuige hiervan het lachwekkende stickertje op de hoes. Ondanks de ietwat getroebleerde verhouding tussen groep en producer is Homme er toch in geslaagd zijn stonerrockstempel op de plaat te drukken. Millionaire gaat van start met "I’m On High". Een radiovriendelijk nummer dat voortborduurt op de lijn van hun vorige plaat en waar een toevallige passant nog wel een een Beastie Boys-sample in durft ontdekken. Heel wat verfrissender klinkt "A Lust Unmatched", het feitelijke begin van de plaat. Gitaarriemen worden nog wat strakker aangetrokken en het effectenpedaal wordt bovengehaald. Het satanische "Wake Up The Children" biedt Aldo Struyf (regelmatig collaborerend met wereldheld in bleke indie-kringen Mark Lanegan) alle kans zich volledig loos te laten gaan. Een uitstap in de wondere wereld der Millionaires muzikale waanzin ligt in het verschiet.
Absolute uitschieter is "Love Is A Sickness" ,waar men naast een relationeelconflictuele tekst (leven met een topmodel blijkt gecompliceerder te zijn dan algemeen aangenomen) een zeer overtuigende riff kan ontwaren. Alternatieve carnavalskraker "Street-Life Cherry" fungeert als aangelengd glijmiddel om het heupbeweeggehalte van de plaat wat op te drijven. Millionaire schrijft hoempapa-riffs! "Alpha Male" klinkt als een snel bij elkaar geïmproviseerde duivelsuitdrijving waar de actieve meerwaardezoeker na beluistering verbijsterd achterblijft, wanhopig op zoek naar zijn witte-sportsokken-patersandaalcombinatie waar hij met regelmatige frequentie uitgeblazen wordt.
De single "For A Maid" drijft op een heerlijke falset, regelmatig onderbroken door levensnoodzakelijke gitaarinterrupties, en kan ternauwernood als StuBru-vriendelijk betiteld worden. Uitstekende single weliswaar die aan de binnenkant van uw hersenpan blijft plakken. Losweken kan, tsjipt u maar eens door naar track 9: "We Don’t Live There Anymore". Als rustpunten fungeren "Ballad Of The Pure Thought" en de zes minuten stilte die het gefreakte "Face That Doesn’t Fit" scheiden van de bonustrack Nocturne. Die zes minuten zijn ruimschoots welkom.
De nieuwe Millionaire is ruiger, satanischer, meer Mauro en minder Barman dan de vorige plaat. Hordes bakvissen die intens luchtgitaar spelen op "Champagne" tot een nieuwe kunstvorm hebben gebombardeerd gaan deze plaat niet slikken. Menig festivalweide gaat geschokt achteruit deinen want Millionaire is kwaad en de wereld mag het weten. Mocht u 666 op uw borstkas getatoeëerd hebben of de volledige discografie van QOTSA mee kunnen lippen, gordt dan uw vleugeltjes om en rep u naar de dichtst bijzijnde platenzaak. Millionaire maakt de belofte waar, niemand weet echter welke.