In de aanloop naar het verschijnen van compilatie The Nature Of Pistepirkko gingen de drie van 22 Pistepirkko er in 2003 eens goed voor zitten: hadden ze er na twintig jaar nog zin in, of hielden ze het beter voor bekeken? Veel te twijfelen was er echter niet, want: “the mood is good, good is the mood”. En dus viel ten kantore onlangs Drops & Kicks binnen, nummer acht voor de heren.
Drie jaar na Rally Of Love en twee jaar na die compilatie horen we eindelijk opnieuw iets van de Finnen. Nog steeds zijn ze totaal niet hip, laat staan dat ze ooit buiten hun bakermat een hit hebben gescoord. En toch is de groep ook een vaste en betrouwbare waarde: al twintig jaar lang levert de groep op gezette tijden een puik album af. Daar wijken de heren ook met Drops & Kicks niet van af.
Eerste vaststelling: het gestoei met elektronica en hiphopritmes is na twee albums vol enthousiast studiogeknutsel grotendeels opzij geschoven. 22 Pistepirkko grijpt gretig terug naar het ruwe geluid uit zijn begindagen toen de groep als garagepunkers een onzekere carrière aanvatten. Drops & Kicks rockt bij momenten lekker hard en smerig.
Eerste single “Rat King” had van de Rolling Stones kunnen zijn, hadden die na de doorbraak van punk ook nog maar iéts van een vinger aan de pols van de tijd gehad . De groep injecteert traditionele Rhythm &Blues hier met een dwarse attitude. Pure punk is dan weer “Not So Good At School”, dat halverwege heerlijk aanstekelijk voorbij komt gesjeesd. Hun bluesroots zijn de mannen overigens ook nog niet kwijt wat wel blijkt uit “I Got Burned” en het stuk ongein “Hello Sunshine”.
22 Pistepirkko is echter op zijn heerlijkst als dat rauwe in aanraking komt met hun feilloze gevoel voor een goeie popmelodie. “Space Riding” is weer zo’n verwrongen popsong waar de groep in grossierde op Rumble City, LaLa Land en “Soul Free” heeft net zoveel catchyness te geef. Helemaal pop is het wiegende “Second Thought”.
En toch blijft elke kwalificatie altijd maar half bij 22 Pistepirkko. In essentie vrij traditionele songs hebben bij hen altijd wel een hoek af, en zijn vooral instant-herkenbaar door de nasale stem van P-K Keränen. Neem nu “Stay” dat naar het einde toe wel in een centrifuge verstrikt geraakt lijkt en almaar sneller de bocht uit gaat. Op het einde is er nauwelijks nog een spoor van het zachte begin.
22 Pistepirkko zullen nooit groot worden. In de annalen van de rockgeschiedenis versieren ze hoogstens een vermelding bij het lemma “Finland”. En toch. Toch houden wij van dit groepje en verwelkomen we elke nieuwe plaat met enthousiasme. Noem het ons “kleine geheimpje”. Ze kunnen ook uw verborgen schat worden, als u zich nu naar de winkel rept. Wedden dat u daarna net als ons reikhalzend uitkijkt naar wanneer ze ons land nog eens aandoen?