Het Amerikaanse Love As Laughter hangt al jaren rond in de marge van de rockmuziek. Met zijn nieuwe plaat lijkt er wat meer beweging te ontstaan rond de band, maar of dat volkomen terecht is, weten we nog zo niet. We hielden Laughter’s Fifth tegen het licht en waren matig tevreden.
Onlangs zelf gezien op Ebay: nagenoeg de hele collectie 7"-es van Sub Pop die te koop werd aangeboden. Uiteindelijk zijn het tweehonderdtal singletjes voor omgerekend meer dan tweehonderdduizend frank van eigenaar verwisseld. Goed, de singles zijn nooit in de handel geweest en waren alleen verkrijgbaar als je lid was van de Singles Club, maar toch is het een bedrag dat doet duizelen. Het geeft ook een idee over het aura dat nog steeds rond Sub Pop hangt.
Ooit was dit het label waar Nirvana op debuteerde. Toen de grunge-hype na het overlijden van Cobain ging liggen, raakte Sub Pop op de dool, zo leek het wel. Het label kon niet blijven teren op de garage-sound en verandering drong zich op. Mét succes, zo blijkt ondertussen. De laatste twee jaar lijkt het label een nieuwe adem gevonden te hebben en heeft het een nieuwe lading bands aan de oppervlakte gebracht. Denk maar aan The Shins, Iron And Wine, The Album Leaf en rammelrockers The Thermals. Ook Love As Laughter past met zijn softrock in het nieuwe plaatje van Sub Pop.
Laughter’s Fifth is — wat een verrassing — de vijfde plaat van het trio uit Olympia, WA. Debuteren deed de groep jaren geleden op One Foot In The Grave. Via K Records, nog zo’n grunge-overlever, kwam de band uiteindelijk op Sub Pop terecht, met een betere verdeling tot gevolg. Voor dit album ging de groep terug naar de bron: de plaat werd gewoon in een kelder opgenomen, zonder al te veel spielerei. Positief, maar de kunstgreep heeft niet veel zoden aan de dijk gezet. De groep klinkt nagenoeg een hele plaat lang zeer gekunsteld en soms zelfs ronduit vervelend.
Bij beluistering van Laughter’s Fifth stel je meteen een patroon vast: de even nummers zijn best mooi, de oneven nummers zijn stuk voor stuk slappe kost. Het gevolg is dat je naar twee platen tegelijk lijkt te luisteren. Niet echt bevorderlijk voor het luistergenot en dat is toch waar het in de rockmuziek om draait, of zien we dat verkeerd? Er bestaat echter geen probleem, of er is wel een oplossing voor te vinden. In dit geval volstaat een beetje prutsen met de programtoets van de cd-speler. Opletten echter: het even/oneven-patroon wordt doorbroken met "I Am A Ghost", een oneven nummer dat wél de moeite waard is. Na wat geprul blijft er dus een leuk mini-album over dat zeer sterk opent met "I Won’t Hurt You", een broos en kwetsbaar nummer dat de gevoelige mens in de luisteraar naar boven haalt.
Ondanks de vulsels en halve goede vondsten staan er op deze plaat toch een aantal nummers die de moeite waard zijn. Maar of "Canal Street", "Dirty Lives" en "I Am A Ghost" motivatie genoeg zijn om dit album te kopen, is zeer de vraag.