Melancholie is haast nog nooit zo treffend in klank en woorden gevat als door Maximilian Hecker, onbekend voor het grote publiek en nog onbeminder door de liefde. Geen wonder dat zijn songs de soundtrack verzorgen van die onmogelijke liefde die ieders leven al heeft getekend. Zelden klonken pijn en eenzaamheid zo verleidelijk als op dit derde album: Lady Sleeper.
Hij wordt in één adem genoemd met schoon volk als Sigur Ros, Tom McRae, revelatie Antony, Grandaddy en (uiteraard) Radiohead (zeker Heckers huilende stem kan de vergelijking met die van Thom Yorke doorstaan). En net als Rufus Wainwright sloopt hij de muren van de popmuziek om er flink wat klassieke orkestrale elementen in te stoppen. Zonder in overdreven bombast als pakweg Muse te vervallen, overigens. Zo opent “Lady Sleep” met een klassiek pianomotiefje dat al gauw omarmd wordt door aanzwellende strijkers, waarna Hecker als een volleerd poëet een zoveelste onbereikbare liefde aanspreekt: “You’re the one I will never touch/You’re the speed I lack when I’m fleeing”.
Hecker is dus niet bepaald een lachebek, althans niet op zijn platen. Songtitels als “Everything Inside Me Is Ill”, “Help Me” en “Dying” lijken eerder psychische stoornissen bloot te leggen. Toch blinken ook hier de donkerste parels het hardst. “Help me” is een onbetwistbaar hoogtepunt dat hij schreef toen zijn (ondertussen ex-) vriendin op het punt stond hem te verlaten. De wanhoop hier doet zelfs het koelste ijskonijn smelten. Ook in “I’m Dying” toont Hecker dat hij niet veel woorden nodig heeft om bloedmooie pijn uit te drukken: de titel is de enige tekst, piano en heerlijke strijkers doen de rest. En zo is het ook elders: de hele plaat lang lijken de instrumenten met Hecker mee te huilen en te smeken.
Op Lady Sleep verkent de Duitse melancholicus ook enkele nieuwe wegen. Van eerdere experimenten met snuifjes techno is geen spoor meer te vinden, maar nooit eerder benaderde hij zo dicht het begrip ‘popsong’ als in “Full Of Voices” (Tom McRae met een licht Duits accent) en klonk hij zo rauw als in “Yeah, Eventually She Goes” (alsof Trent Reznor van Nine Inch Nails gitarist van dienst is). Twee nummers die er ook voor zorgen dat eentonigheid geen kans krijgt.
Op Lady Sleep smelt Hecker weer op een pijnlijk mooie manier liefde en melancholie samen, zonder daarbij te vervallen in stroperige clichés. Wie houdt van donkere, emotionele platen zal Hecker dan ook met open (en troostende) armen ontvangen. Op 8 mei bestijgt hij het podium van Les Nuits Botanique, samen met ons aller An Pierlé. Uw tickets moesten al in de schuif liggen. Naast uw zakdoeken.