Wanneer wij ons niet overgeven aan de nieuwste grand guignolhorror uit het Land van de Rijzende Zon, plachten wij wel eens te fantaseren over hoe het zijn om onze naaste vakkundig te fileren. Een geschikte soundtrack vinden, is voorlopig ons grootste struikelblok.
Op welke tonen leef je het beste je meest gruwelijke fantasieën uit? Het is een vraag die ons af en toe teistert, wanneer wij ons weer eens tussen de winkelende massa dienen te wurmen. Een mensenvriend zullen we wel nooit worden maar aan muziek daarentegen hebben we ons hart verpand. En net zoals we een gezonde dosis waanzin in ons leven binnenlaten, willen we die ook wel in onze muziek. En bij beiden gaat die waanzin soms iets te ver.
Net als in het eigen leven, ligt ook in muziek gecontroleerde waanzin niet voor de hand. Voor je het weet, ga je over een schreef die weinigen voor jou overtreden hebben. En hoe goed het ook voelt de grenzen af te tasten, er is nog steeds het besef dat voorbij de verboden drempel vooral een nucleair niemandsland ligt waar slechts schimmige mutanten ronddwalen. Muzikale waanzin voor de massa of voor de enkeling: beiden delen eenzelfde gebrek aan gevoel voor proportie.
Black Forest van A Frames speelt met die grenzen. Op de eerste tonen horen wij dan ook een waanzin die ook bij Butthole Surfers terug te vinden is. Dan komen de — in dit geval naar de achtergrond gemixte — gitaarslijpschijven die Big Black hanteerde, waarna we nog snel een streepje klassieke punk ontwaren in de songs. De gortdroge Shellac-achtige klank overgoten met paranoïde industriële sound maakt het geheel af. Maar is de waanzin geproportioneerd?
Kortweg: ja. Al duurde het even voor we het beseften, want Butthole Surfers blijft de meest gestoorde groep die we ooit gehoord hebben, al verliest ze met elk album steeds meer waanzin. En niemand heeft de op slijpschijven gestoelde gitaarklanken van Big Black weten te evenaren, zelfs "opvolger" Shellac niet. We dienden dan ook het juk van de vergelijking af te werpen opdat we zonder oogkleppen een oordeel konden vellen. Maar het was met elke nieuwe luisterbeurt dat we meer en meer overtuigd raakten van de waarde van Black Forest.
Black Forest laat zich dan ook niet gemakkelijk betreden. Na eerst in de duisternis van "Black Forest I" en "Experiment" rondgedwaald te hebben, beginnen onze ogen langzaam maar zeker aan de duisternis te wennen en behoeven we de aanwijzingen die Shellac, Butthole Surfers en Big Black ons meegaven niet meer. Bij het naderen van woudrand, "Black Forest III", beseffen we dan ook als een verdorven Sneeuwwitje dat ons heil wel degelijk in het woud ligt dat we achter ons lieten: een woud waarin de zeven dwergen vervangen zijn door kobolden.
Het heeft enkele fikse wandelbeurten gevergd maar we beseffen nu ten volle dat Black Forest tot beschermd natuurgebied behoort. Het is geen Regenwoud, zelfs geen Zoniënwoud, maar de fauna en flora die we terugvonden op onze vele excursies maken een uitstapje meer dan de moeite waard.