Wie tandenloze, banjospelende, door inteelt geplaagde rednecks wil, kan ze krijgen ook. De Bassholes komen uit Columbus, Ohio en maken gedateerde, door honkabilly geplaagde bluesrock, waarnaast zelfs de Jon Spencer Blues Explosion maar een luchtig popgroepje lijkt.
Als er iets is waar de Bassholes wel heel slecht in zijn, dan is het wel in de keuze van een geschikte groepsnaam. Van een echt zware bas is er in hun muziek immers slechts zelden sprake. De klassieke bluesgitaar primeert en wordt slechts in een aantal nummers bijgestaan door de basgitaar, die bovendien al eens afgewisseld wordt door de mondharmonica, de banjo, de accordeon of de dobro.
Dat die combinatie zich niet al te best leent tot het maken van popmuziek mag u niet verwonderen, maar dat de Bassholes hun inspiratie bij Joy Division, The Who, The Fugs, The Grems tot Blind Willie McTell toe beweren te halen, grenst aan het absurde. Is de groep, die deze brede waaier aan invloeden in geslaagde popmuziek kan combineren, eigenlijk al wel uitgevonden?
De Bassholes ondernemen alvast een poging om die plaats in de popmuziek te veroveren. Ze laten de invloeden van Joy Division doorwegen in het nogal logge "Purple Moon", gaan voor de ritmische invloeden van The Who in "High Up In The Treetops", maar doen hun voorbeelden ook alle eer aan met een aantal covers zoals "Broke Down Engine" (Blind Willie McTell) en "Heaven And Hell" (The Who). Ze combineren al die invloeden echter in een stofferig, lofi bluesrockgeluid, dat zich maar niet in het kader van de popmuziek laat passen, en dat is dan ook hun zwakste punt.
De Bassholes zijn ook maar een duo dat bestaat uit de zwarte drummer Lamont Thomas en de blanke gitarist/zanger Don Howland, al wordt die bezetting wel eens uitgebreid, zoals dat voor de opnames van Bassholes gebeurde en zoals dat waarschijnlijk ook wel voor de grote optredens het geval zal zijn. Een rechtstreeks gevolg daarvan is dat de muziek zich niet al te gemakkelijk laat inblikken op een album, wat ook duidelijk te horen is aan Bassholes. Het album geeft nooit een gevoel van samenhang, maar lijkt eerder een toevallig samenraapsel van songs dat de groep haastig bij elkaar zocht om toch maar zo vlug mogelijk met de tourbus opnieuw op pad te kunnen. Dat doet ons vermoeden dat de groep live waarschijnlijk wel meer dan de moeite zal lonen: bij voorkeur in een gerenommeerd bluescafé of op een groot bluesfestival. Maar dat zou eigenlijk totaal geen impact op de albums mogen hebben.
Bassholes bevinden zich dan ook nog altijd aan de andere kant van die grens met de popmuziek, en het ziet er niet naar uit dat ze die vlug zullen oversteken. Spijtig, want het lijkt ons een gemiste kans.