Mike Leigh, één van de voornaamste chroniqueurs van de Britse
sociale miserie, gooit na het nogal lauw ontvangen ‘All Or Nothing’ dit jaar weer hoge ogen met
‘Vera Drake’, zijn tweede period piece, na het heerlijke
‘Topsy-Turvy’, en onderhand al een vaste waarde op
prijsuitreikingen overal ter wereld. Terecht? Och ja, gedeeltelijk.
Er zitten zeer knappe dingen in ‘Vera Drake’, niet in de laatste
plaats de glansprestatie van Imelda Staunton in de titelrol, maar
dit is verre van Leigh’s beste prent. Je zit er geboeid naar te
kijken zolang het duurt en je kunt bewondering opbrengen voor de
ingetogenheid waarmee de regisseur zijn verhaal vertelt, maar
ondertussen is er niets aanwezig dat je op een gut level raakt –
Leigh kan het goed uitleggen, maar hij pàkt je deze keer niet, iets
waar hij nochtans bedreven in is. Kijk maar naar pareltjes uit het
verleden, zoals ‘Naked’ of ‘Secrets and Lies’.
Vera Drake (Staunton) is een brave huismoeder in het Londen van
1950 – ze werkt als poetsvrouw voor verschillende upper
class-families, ze bezoekt haar oude moeder en ze zorgt ervoor
dat er altijd een pot hete thee klaarstaat voor haar man en
kinderen wanneer die thuiskomen. Haar leven is er één van
eenvoudige ambities, eenvoudige genoegens. Haar echtgenoot Stan
werkt als automechanicien in de garage van zijn broer, haar zoon
Sid is een kleermaker, haar wereldvreemde dochter Ethel werkt als
arbeidster in een fabriek die gloeilampen produceert. Het leven
gaat z’n gangetje, tot Vera op een dag gearresteerd wordt middenin
een familiefeestje. Ze wordt ervan beschuldigd jonge vrouwen te
helpen met (uiteraard illegale) abortussen, een bezigheid die Vera
er al jaren op nahoudt en die ze beschouwt als niets anders dan
daden van barmhartigheid voor meisjes die nergens anders naartoe
kunnen. Vera’s zeep, ontsmettingsmiddel en spuit worden haar
afgenomen en zijzelf moet zich verantwoorden tegenover de rechtbank
én haar familie, die van niets afwist.
Het zou te simplistisch zijn om te zeggen dat Leigh hier een warm
pleidooi houdt voor abortus: Vera Drake is op z’n best een goed
bedoelende amateur, die haar zeepsopje in de baarmoeder van haar
patiënten pompt en vervolgens met een glimlach haar boeltje pakt:
‘Morgen of overmorgen zul je een lichte pijn voelen,’ legt ze uit.
‘Dan begin je te bloeden en komt alles eruit.’ Daarna gaat ze weg,
haar job is afgelopen – Vera hoeft niet te zien hoe de foetus wordt
afgedreven en ze is er ook niet bij wanneer het misgaat. Geen
wonder dat wanneer de arresterende politieagent haar vraagt of ze
abortussen pleegt, Vera antwoordt: ‘Zo zie ik het niet. Ik help die
meisjes alleen maar.’ Vera sluit zich mentaal af van wat het écht
is dat ze doet – ze wil enkel denken aan het welzijn van de
vrouwen, bij het concept dat die dames een kind dragen dat ooit zou
kunnen leven, wil en kan ze niet stilstaan. Met als gevolg dat ze
niet enkel vrouwen helpt die verkracht zijn of met een
buitenechtelijke embryo zitten opgescheept, maar ook een huismoeder
die simpelweg geen zin heeft om er nog een zevende kind bij te
krijgen. Vera Drake is geen slecht mens, maar ze is niet rationeel
in wat ze doet, ze handelt enkel vanuit haar emoties.
Het punt dat Leigh wil maken, is allicht dat zolang er een taboe
blijft bestaan op abortus, zolang er morele oordelen geveld worden
over vrouwen die menen er één nodig te hebben, mensen als Vera
Drake werk zullen hebben. En dat is dan ook precies waar het
schoentje knelt voor deze film: abortus is immers al legaal in
Groot-Brittannië sinds 1968. De tijden van de zeep of – nog erger –
de kleerhangers zijn onderhand wel zo’n beetje voorbij, en Leigh’s
“baas in eigen buik”-boodschapje, waarin Vera Drake fungeert als
martelares voor al die voorvechters van recht op seksuele
zelfbeschikking voor vrouwen, is dan ook nog maar weinig relevant
voor een hedendaags publiek. Als themafilm is ‘Vera Drake’
achterhaald door de werkelijkheid (behalve in grote delen van de
VS; geen wonder de film daar zo goed ontvangen werd) – wat er dan
nog overblijft, is een tamelijk boeiend portret van een vrouw die
enkel haar eigen gevoel van fatsoen en goedheid volgt.
Imelda Staunton is fenomenaal als Vera Drake, een vrouw die zich
heeft gekleed in een harnas, bestaande uit voorschoten en
zelfgebreide truitjes, een typisch Britse dame die iedereen “dear”
noemt, inclusief de flikken die haar komen arresteren en die zich
wapent tegen wereldoorlogen, tsunami’s en plots aankloppende
Jehova’s Getuigen met niet meer dan een pot thee en wat koekjes.
Wanneer de politie voor haar deur staat, zié je het bloed gewoon
wegtrekken uit haar gezicht – alsof dàt moment de eerste keer is
dat ze zich realiseert dat de abortussen die ze pleegt illegaal
zijn. Staunton weet enorm veel menselijkheid te geven aan een
personage dat in essentie gewoon een ietwat dwaze vrouw is.
De fotografie draagt in grote mate bij aan de authentiek aandoende
sfeer van de film: Dick Pope begint met warme kleuren, met gele
overtonen, en eens Vera door de politie wordt opgehaald, zien we
dat helemaal wegvallen, om plaats te maken voor grijze en blauwe
overtonen. Geen nieuwe truc, maar hij werkt. Leigh weerstaat
trouwens aan de heersende trend om alles wat ook maar van veraf te
maken heeft met een sociaal drama, in DV te gaan filmen. Een
serieus drama op 35 millimeter! En zónder een bevende camera!
Heerlijk gewoon.
Toch blijft Leigh de hele tijd worstelen met het scenario – hij is
altijd al een zeer klassebewuste regisseur geweest, en hier is hij
soms flagrant eenzijdig en karikaturaal in zijn portrettering van
de upper-class. We zien aan het begin van de film Vera en
haar man knus naast elkaar in bed kruipen, een toonbeeld van liefde
en intimiteit. Cut naar het chique huis van een rijke familie, waar
een onschuldig meisje genadeloos verkracht wordt. Subtiel is
anders, maar niemand die zal kunnen zeggen dat de verschillen in
levensstijlen tussen de haves en de have-nots niet
duidelijk zijn. Later zien we Vera een abortus uitvoeren op een
welgestelde vrouw, die vergezeld wordt door een vriendin – zelfs
terwijl de procedure aan de gang is, kijken de beide vriendinnen
elkaar aan en lachen ze Vera achter haar rug uit. Nou. In contrast
daarmee staan dan wel weer de politieagenten, die allemaal
uitzonderlijk menselijk in beeld worden gebracht, als goede, morele
mensen die hun job doen, maar wel medelijden hebben met Vera. Toch
eigenaardig – waarom moest die nuance die Leigh wél in de
autoriteiten wilde leggen, achterwege blijven bij de rijkere
burgers?
‘Vera Drake’ is een smaakvolle, goed geacteerde film, maar het
onderwerp is onderhand al lang geen nieuws meer en de manier waarop
sommige personages bijna als stripfiguren worden afgeschilderd,
zorgt er toch voor dat alle lof waaronder de prent de laatste weken
bedolven is, ietwat voorbarig was. Jammer.
http://www.veradrake.com/