Het waardig de pijp uitgaan is de laatste tijd schijnbaar weer een hot topic geworden in filmland: in ‘Les Invasions Barbares’ liet een terminaal zieke professor zich door z’n vrienden idyllisch euthanaseren, in ‘The Event’ gebeurde hetzelfde met een aidspatiënt, en in ‘Mar Adentro’ gaat het om een vanaf de nek verlamde man, die 28 jaar lang strijdt voor het recht om te mogen sterven. Erg vrolijk dreigt u er niet van te worden, maar regisseur Alejandro Amenábar heeft er alleszins een mooie, zeer menselijke film van gemaakt die ondanks z’n zwaar beladen thema het plat sentiment weet te ontwijken. Oké, soms scheelt het ‘m maar een haardbreedte, maar toch.
Javier Bardem (uit ‘Before Night Falls’) speelt Ramón Sampedro, een Spaanse man die als twintiger een duik neemt in een te ondiep deel van de zee en z’n nek breekt. De volgende drie decennia brengt hij door in bed, volledig afhankelijk van zijn familie – hij kan enkel zijn hoofd nog bewegen. Terwijl de wereld buiten verderdraait en continu in volle motie is, wordt zijn levensvrijheid beperkt tot wat anderen hem kunnen tonen en de paar vierkante centimeters privé-ruimte in zijn schedel. Met behulp van een (eveneens terminaal zieke) advocate begint Ramón aan een lijdensweg langs de rechtbanken opdat hij legaal euthanasie zou kunnen plegen, maar de overheid blijft doof voor hem. Na 28 jaar gevangenschap in zijn eigen lichaam, ziet hij uiteindelijk geen andere oplossing meer dan simpelweg cyaankali in te nemen.
‘Mar Adentro’ is een film die om verschillende redenen respect afdwingt: de regisseur scoorde in het verleden door uitsluitend thrillers te maken: ‘Tesis’, ‘Abre Los Ojos’ en ‘The Others’. Maar in plaats van verder te blijven teren op hetzelfde trucje (hallo, meneer M. Night ‘The Village’ Shyamalan?), gaat hij hier een totaal andere richting uit. Amenábar heeft zichzelf opnieuw uitgevonden als een dramaregisseur – hij durft het aan om plots te gaan werken in een genre met heel andere regels en wetten, en het resultaat mag gezien worden.
Amenábar maakt een goede keuze maakt door Ramón Sampedro’s verhaal (dat, voor wie het niet mocht weten, overigens waargebeurd is), niet te gebruiken als excuus voor een polemiek voor of tegen euthanasie. Dit is geen case study, geen film over een bepaald onderwerp, maar wel over één individu die voor zichzelf een keuze heeft gemaakt en deze gerespecteerd wil zien. Tijdens een sleutelscène vraagt iemand aan Sampedro welk beeld hij denkt te schetsen van de gehandicapten in de wereld door te willen sterven. Hij antwoordt: “Met ‘de gehandicapten’ heb ik niets te maken. Ik spreek alleen voor mezelf.” De kwestie waar Amenábar het over heeft, is niét of verlamde mensen automatisch het recht moeten krijgen om zich te laten doden, maar wél of een mens, die bij z’n gezond verstand is, een persoonlijke beslissing mag maken om uit het leven te stappen als hij zelf dat leven als onwaardig beschouwt. ‘Mar Adentro’ is geen politiek pamflet, maar het persoonlijke verhaal van één man en het onvermogen van de autoriteiten om hem te helpen in de belangrijkste belissing van z’n leven: die om ermee op te houden.
De regisseur houdt de emoties overigens opvallend goed in toom: dit had net zo goed een tranerig zaterdagavondfilmpje kunnen worden, maar de Ramón Sampedro die we hier leren kennen is absoluut geen huilende zielepoot – in tegendeel, hij is een intelligent man met een soms cynisch gevoel voor humor die van niemand medelijden wil. De film werd al bekritiseerd op dat punt: Sampedro zou er té vrolijk bijliggen, téveel levenslust vertonen om echt geloofwaardig te zijn als een man met een diepe doodswens. Volgens mij ligt het allemaal niet zo simpel: Sampedro lijdt niet aan een depressie – voor hem is de drang om te sterven simpelweg een deel van hemzelf geworden, een doel in zijn leven, waar hij niet noodzakelijk dag in, dag uit over moet zitten huilen. Het probleem is niet dat hij niet van het leven houdt, maar wel dat hij vindt dat hij geen leven meer hééft. In ieder geval is het makkelijk om sympathie en respect te voelen voor de Sampedro van ‘Mar Adentro’ – zijn frustraties en woede komen duidelijk naar voren in korte scènes, zoals die waarin hij zijn fantasieën bekent aan zijn advocate, of vooral die waarin hij naar zijn rechtszaak wordt gereden. Vanuit het busje ziet hij mensen over straat lopen, kinderen rennen, honden paren, windmolens draaien. Een hele buitenwereld die hij veel te weinig ziet en die constant in beweging is. Dit is wat hij moet missen, en hoe kort die scènes ook zijn, ze zijn krachtig genoeg om zijn personage te motiveren, om hem een reden te geven voor zijn doodswens.
Javier Bardem is magnifiek in de hoofdrol: in navolging van Richard Dreyfuss in ‘Whose Life Is It, Anyway’, een film met een zeer gelijkaardige plot, kan hij hier enkel acteren met zijn gezichtsuitdrukkingen. In zekere zin is dat de meest zuivere vorm van acteren die er bestaat, aangezien je je lichaam niet kunt gebruiken om emoties over te brengen of betekenis in je rol te leggen. Maar Bardem slaagt erin om toch een heel spectrum aan gedachten en gevoelens naar de kijker te communiceren, zonder hem ooit te vervelen. Er is zóveel gaande in die man z’n gezicht, daar kun je ùren naar kijken.
Dat ‘Mar Adentro’ uiteindelijk toch geen film is geworden om kraaiend van enthousiasme buiten te lopen, ligt in de eerste plaats aan de nogal voor de hand liggende structuur van het geheel. ‘The Event’ was zeker niet zo’n goeie prent als deze, maar de manier waarop het verhaal werd verteld was wél interessanter: twee tijdlijnen, met de dood van de aidspatiënt op één niveau en het onderzoek naar die dood op het tweede. Op die manier konden de makers hun publiek af en toe verrassen, ze konden spelen met de chronologie van het verhaal en bijgevolg met de verwachtingen van de kijker. In ‘Mar Adentro’ heb je dat niet: de film gaat netjes van punt a naar punt b en neemt nergens een onverwachte bocht, er wordt nergens buiten de lijntjes gekleurd. Amenábar heeft hier in feite een welbeproefde formule (de “blaas eens langzaam maar zeker je kaars uit”-formule) toegepast. Hij heeft dat op een uitstekende manier gedaan, daar niet van, maar het blijft een formule. Bovendien krijgen we hier en daar een scène die toch gevaarlijk dicht in de buurt van de stroop komt te liggen: een droomsequens waarin Sampedro plots uit z’n bed opstaat en z’n raam uitvliegt! Een eindscène waarin Sampedro’s neefje in tranen achter zijn ziekenwagen aanholt! Ja, zo af en toe laat de invloed van Hollywood zich toch voelen.
Maar goed, laat dat u vooral niet tegenhouden: ‘Mar Adentro’ is en blijft een oprecht stukje pellicule, met centraal een onwaarschijnlijk sterke acteerprestatie van een acteur voor wie de Amerikaanse dollars nu al liggen te lonken. Laten we hopen dat Bardem, net als Amenábar, de verleiding zo lang mogelijk weerstaat en zich bezig blijft houden met dit soort van kleinschalige, maar knappe cinema.
http://www.theseainside.com/