Met Outside Closer diept Hood hun sound steeds verder uit zonder daarbij oude fans voor het hoofd te stoten. De stem van deze zogenaamde indietronics wordt niet alleen met elk album helderder maar weet ook zichzelf steeds een stap voor te blijven.
Het Britse Hood brengt na het semi-legendarische Cold House en twee compilatiealbums eindelijk haar nieuwe en zesde album uit: Outside Closer. Maar wie een kopij van Cold House verwachtte is er aan voor de moeite. Hoewel Hood doorheen de jaren een zeer herkenbare stijl heeft weten op te bouwen, schemeren in de verschillende albums toch steeds andere invloeden door.
Hood wordt gemakshalve bestempeld als indietronics: de voorzichtig ademende songs worden her en der ondersteund door elektronica zonder daarbij de warme klank uit het oog te verliezen. Een enkeling durft ook wel eens van postrock-invloeden te gewagen maar Hood zelf heeft zich steeds tegen deze modieus geworden term verzet. Terwijl bij The Cycle Of Days And Seasons nog voorzichtig een intieme en soms wat beklemmende jazzy sfeer opgeroepen werd, bleek op Cold House meer een hip hop-invloed aanwezig te zijn. Dit laatste mocht niet verwonderen gezien de rol die avanthoppers Why? en Doseone (cLOUDDEAD) speelden binnen dit album. Met Outside Closer lijken ze echter opnieuw een andere weg ingeslagen te zijn.
Gewoontegetrouw werd single "The Lost You" als een mini-album op de wereld losgelaten: de song werd immers aangevuld met enkele niet op het album staande tracks. "The Lost You" klinkt verrassend stevig met een prominente rol voor de elektronica en hip hopachtige beats. Ook de volgende single "The Negatives", met een sterke melodie en strakke drums, werd een steviger nummer op het album en vanuit deze optiek ietwat ongelukkig gekozen. De invloed van Cold House valt in dit nummer sterk op, maar toch horen we ook een Hood die meer aandacht besteedt aan de song als een geheel.
De eerste helft van"Any Hopeful Thoughts Arrive" wordt voornamelijk gedragen door een akoestische gitaar, violen en een elektronisch gestuurd drumritme, waarna blazers en een akoestische drum de song overnemen. De song weet op een knappe wijze beide stijlen tot één organisch geheel om te smeden. Ook op de rest van het album is vintage Hoodmuziek te horen. Of het nu om het ijle "Winter 72" gaat dan wel om het halfdromerige "Closure", de typerende Hoodklank en zang zijn aanwezig.
Hoewel Hood zelf beweert dat op dit album de elektronica achterwege gelaten werd ten voordele van de songs, is hier niet zo gek veel van te horen. De elektronica heeft naar ons aanvoelen nooit een prominente rol gespeeld in de songs en is ook deze keer meer een aanvulling dan een prima donna. De groep lijkt wel gegroeid te zijn in haar rol waardoor dit album, meer nog dan Cold House nieuwe luisteraars voor zich zal weten winnen maar erg grote veranderingen horen wij alvast niet.