Wij hebben ruzie met No Cities Left van The Dears. Echt: het liefst van al zouden we deze plaat meteen in onze cdkast klasseren of vlakaf tegen de muur keilen. Slecht? Verre van, maar op één of andere manier bijten we onze tanden stuk op deze mix van Britpop, progrock en veel te veel ambitie.
"Het Stockholmsyndroom", zo heet dat fenomeen uit de psychologie waarbij gijzelaars sympathie opvatten voor hun gijzelnemers. Als muziekrecensent is het ons bekend: af en toe belandt hier een cd op de stapel "te bespreken" die ons niet onmiddellijk weet te charmeren, maar langzamerhand toch zijn weg naar de cdlader begint te werken om zich daar te openbaren als iets wat dan in recensententaal "een groeiplaatje" heet te zijn.
Op dat scenario hopen was het enige dat we na een maand samenleven met The Dears nog konden doen. Maar helaas: begin november worstelden we nog met hun No Cities Left. Dus besloten we maar om de plaat nog een maandje te laten rijpen; Eminem, U2 en nog enkele andere lagen immers dringender op een bespreking te wachten. Helaas: alle jubelende promoteksten ten spijt wil het ook na nog twee maand maar niet lukken tussen ons en No Cities Left.
Eind december zijn we er nog altijd niet uit: per individuele song gemeten zijn The Dears vaak uitstekend, halverwege een volledig album vòlgen wij niet meer. Frontman Murray Lightburn moet immers al zijn kunstjes tonen én heeft ook nog iets als een concept in gedachten, zo toont de voorafgaande aankondiging "written and directed by Murray A. Lightburn".
Lightburn kan een song schrijven, en daar staan er nogal wat van op No Cities Left: prijsbeest "Lost In The Plot" dat van ingetogen naar een emotionele finale gaat, maar ook opener "We Can Have It" of "Who Are You, Defenders Of The Universe". Prachtige, epische songs die klein beginnen en al snel open bloeien tot iets waarvoor alleen Fransen een passend woord hebben: grandeur.
Misschien is dat openingstrio te sterk voor wat nadien volgt, want ook nummers vier tot zes hebben heel wat te bieden: het drama van "The Second Part", het huppelende "Don’t Lose The Faith" en het geweldig getitelde "Expect The Worst/’Cos She’s A Tourist" dat helaas eindigt in een al te lang pingelende outro. Waarna we klaar zijn voor het tweede deel van de plaat.
U wilt voor we daaraan beginnen snel eerst de referenties? Wel dan: te pas en te onpas wordt met The Smiths gesmeten. Daar zit iets in, maar nog vaker moeten we terugdenken aan de Anglofilie van Blur. Niet alleen heeft Lightburn een gelijkaardige bariton als Damon Albarn, ook muzikaal neigt alles nogal eens naar Modern Life Is Rubbish of Parklife. In tegenstelling tot die Britpoppers ontpopt Lightburn in het tweede deel van No Cities Left echter een irritant progrocktrekje dat hem dwingt om songs met een intro van vijf minuten ("Postcard From Purgatory") of een onverwacht en ongepast heavy outro ("Never Destroy Us") op te zadelen. Het zorgt voor een overload die ons de kwaliteit uit het oog doet verliezen, genre: "alle dagen oesters is nooit goed". No Cities Left is gewoon tevéél, zodanig dat wij halverwege de zoveelste outro moeten gaan opzoeken welk nummer nu al minutenlang aanemmert.
Alles klinkt wel, maar soms ook vooral geforceerd. Mochten wij zijn leraar zijn geweest, het rapport had ettelijke keren gelezen: "Murray moet leren sneller to the point te komen". In individuele mootjes gehakt is No Cities Left ferm genietbaar als onderdeel van uw Winamp-Jukebox. Beluister de plaat echter in zijn geheel en u gaat skippen bij de al te lange outro’s of intro’s die nergens op slaan. Een song schrijven hebben The Dears dus onder de knie, nu nog leren hoe ze een plaat kunnen maken die niet als los zand aaneen hangt. Want uiteindelijk zijn wij vredelievende mensen die helemaal geen ruzie willen.