Alien vs Predator




Sigourney Weaver weigerde haar medewerking aan dit nieuwste project
van ‘Resident Evil’-regisseur Paul
W.S. Anderson aangezien het volgens haar klonk als ‘a bad idea’.
Sigourney Weaver is een verstandige vrouw. Dit soort van clash of
the monsters-films heeft sowieso al een slechte reputatie, met
onder andere ‘Godzilla Vs King Kong’, ‘Freddy Vs Jason’ en ‘Gaston Vs Leo’, en
waar Anderson nu mee komt aanzetten zal er niets aan doen om
verandering te brengen in die situatie. Eigenlijk is het vrijwel
overbodig dat ik hier nog een recensie van schrijf: neem gewoon de
termen ‘debiel verhaal’, ‘onnozele dialogen’, ‘bordkartonnen
personages’ en ‘hersenloze actie’, neem er een schaar en lijm bij
en ga zelf aan de slag om uw hoogstpersoonlijke ‘Alien Vs.
Predator’-bespreking te maken. Have a ball!

Voor wie het dan toch nodig is: Charles Bishop Weyland (Lance
Henriksen), het hoofd van de Wayland Corporation (de beruchte
“company” waar in de ‘Alien’-saga
altijd zo lelijk over werd gedaan), verzamelt een groepje
wetenschappers uit verschillende hoeken van de wereld om samen naar
Antarctica te vliegen. Weylands satteliet heeft immers diep onder
de ijslaag een warmtebron opgevangen, die volgens de computer een
piramidestructuur aangeeft, en de avontuurlijke rijkeluis wil deze
mysterieuze constructie nu natuurlijk gaan onderzoeken. ‘Dit is de
oudste piramide ter wereld,’ horen we één van de wetenschappers
zeggen, ‘met bouwtechnieken en hiëroglyfen die invloeden suggereren
van drie verschillende culturen.’ Hoe die invloeden er precies
gekomen zijn, wordt nooit uitgelegd en volgens de logica van de
plot is elke invloed op een later volk volstrekt onmogelijk, maar
dat soort vragen hoor je nu eenmaal niet te stellen. Punt is dat er
een piramide onder het ijs van de zuidpool steekt. Die warmte
uitstraalt. Uh-huh.

Eens onze vrolijke vrienden het bewuste bouwwerk binnenstappen,
blijkt al gauw dat ze zich zonder het te weten middenin een oorlog
tussen twee zwaar agressieve en van een terminale slechte adem
voorziene rassen hebben begeven. De piramide is immers vergeven van
de slijmerige aliens en eens om de honderd jaar komen de predators
op hen jagen. Het team van Weyland bevindt zich tussen hen in en
het publiek bevindt zich in de weinig benijdenswaardige situatie
dat ze naar die onzin moeten kijken.

Paul Anderson (en ik kan het niet dikwijls genoeg zeggen: die man
heeft dus niéts te maken met de Paul Anderson van ‘Magnolia’ en ‘Punch-Drunk Love’), heeft voor ‘Alien vs
Predator’ de elementen uit de originele films genomen die hem goed
uitkwamen, en de rest simpelweg overboord gegooid, wat leidt tot
een aantal vreemde vragen die ik niet zo snel kon beantwoorden. Hoe
kun je de aliens nog aliens noemen als ze op aarde werden gekweekt?
Aan het begin van Ridley Scotts film vond het ruimteschip Nostromo
de eerste aliens in een buitenaards schip op een verre planeet, wat
aangeeft dat ze over een zekere intelligentie beschikten, maar in
Andersons film zijn ze niets anders dan overgroeide, zwaar pissige
ratten – ongedierte dat enkel dient om verdelgd te worden door de
predators. Hoe zijn die ooit ruimteschepen gaan bouwen? En sinds
wanneer zijn die predators eigenlijk schepsels waarmee onderhandeld
kan worden, zoals hier gebeurt?

Yup, we zijn hier ver verwijderd van de originele films – zowel
‘Alien’ als de eerste ‘Predator’.
Elk gevoel van dreiging, van sfeerzetting, wordt hier gewoon
opgegeven om toch maar zo snel mogelijk aan de actie te kunnen
beginnen – schrikkeffecten zijn er nauwelijks, alles wordt je
frontaal in het gezicht gesmeten, zodat je een film krijgt die op
geen enkel moment spanning of angst uitlokt. De personages zijn
gewoon willekeurige figuurtjes die net zo goed een nummer als een
naam hadden kunnen krijgen. Ze gillen dialogen van het kaliber
‘Look out’, ‘Oh God’ en ‘Shoot ‘em!’, om vervolgens
plichtbewust op diverse kleurrijke (zij het zelden vindingrijke)
manieren de pijp uit te gaan. Zoals we al wisten uit ‘Resident Evil’, is enig gevoel voor humor
Anderson volkomen vreemd – had de regisseur ingespeeld op de
inherent campy kwaliteiten die dit scenario te bieden had,
dan had dit misschien nog wel wat kunnen worden. Een trashy
b-filmpje met een vette knipoog naar het publiek, waarom niet? Kan
best leuk zijn. Maar niks ervan. ‘Alien vs Predator’ gaat van begin
tot eind recht door zee, alsof de makers werkelijk geloven dat we
dit allemaal voor de eerste keer zien.

De actie op zichzelf is nogal rommelig in beeld gezet. De hele film
speelt zich af in het halfduister, en gekoppeld aan een
hypernerveuze montagestijl zorgt dat ervoor dat we ons de helft van
de tijd zitten af te vragen wat er nu eigenlijk aan de gang is en
wie wat doe met wie. Die montage heeft wellicht z’n functie: in de
VS kreeg ‘Alien vs Predator’ immers een PG-13 keuring in plaats van
een R, waardoor jongere kijkers ook binnenmochten. De flitsende,
desoriënterende manier waarop de film in elkaar werd gestoken,
draagt ertoe bij dat we nooit écht grof geweld te zien krijgen, wat
ongetwijfeld geholpen zal hebben om een gunstiger rating te
krijgen. Ja, dat soort trucjes hoef je ze niet meer te leren, die
Amerikanen. Maar dit soort van prent zou eigenlijk niet moeten
proberen om toegankelijk te zijn voor kinderen. Als een
onrechtstreeks gevolg daarvan is de actie immers verwarrend en –
letterlijk en figuurlijk – bloedloos.

Dat gebeurt er dan als je twee filmmonsters bij elkaar brengt: je
krijgt een monster van een film. Ik zat me de hele tijd af te
vragen of het doelpubliek – jongetjes van veertien, vijftien jaar –
hier wel wat aan zou hebben. De ‘Predator’-films zijn van voor hun
tijd, de kans is klein dat velen onder hen die ooit gezien hebben.
De ‘Alien’-films kennen ze misschien wél, maar die zijn toch van
een heel ander kaliber dan deze ongein (met de mogelijke
uitzondering van het onfortuinlijke ‘Alien Resurrection’). ‘Alien
vs Predator’ beweegt zich zo ver buiten de categorie van
SF-thriller waar z’n originele voorbeelden toe behoorden, dat er
nauwelijks nog iets van overblijft. Wat krijgen we dan wel? Veel
slijm, gegil, en hyperkinetisch voorbij flitsende actie. Tja, wie
daar zin in heeft… Doe gerust.

http://www.avp-movie.com/

Met:
Sanaa Lathan, Raoul Bova, Lance Henriksen, Ewen Bremner, Colin Salmon
Regie:
Paul W.S. Anderson
Duur:
101 min.
2004
USA
Scenario:
Paul W.S. Anderson

verwant

Blog: Film Fest Gent 2020

Ondanks de blijvende dreiging van het Corona-virus, zal tussen...

T2 Trainspotting

Choose life. Choose a job. Choose nostalgia. Het lijkt...

Jack The Giant Slayer

We gaan niet nóg eens een inleidende paragraaf van...

Aliens

Met talent kom je ver, met ballen kom...

The Terminator

Listen, and understand. That terminator is out there. It can't...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in