New York Minute




Aah, de Olsen Twins… In welk laboratorium ze die twee schepsels
ooit ontwikkeld hebben, weet ik niet, maar sinds ze in de
eighties-sitcom ‘Full House’ voor het eerst ons scherm
onveilig maakten, zijn de beide dames uitgegroeid tot de droom van
elke doorgewinterde merchandiser (om nog maar te zwijgen van
al die oude snoepers). De naam Olsen is een merknaam geworden, waar
druk in gehandeld wordt via tv-programmaatjes, weekblaadjes,
snoepjes, postertjes, dekbeddetjes en elk ander artikeltje waar je
maar een verkleinwoordje achter kunt zetten. En ja, dat
verkleinwoordje heb je nodig, want niets waar de Olsens hun naam
aan verbinden is het waard om als een volwaardig product met enige
verlossende waarde beschouwd te worden. Onlangs kwam er in de
gespecialiseerde pers een bericht dat Mary-Kate Olsen behandeld
werd voor cocaïnegebruik. Geen wonder, na het zien van hun eerste
bioscoopfilmpje ‘New York Minute’ kon ik zelf ook wel een lijntje
gebruiken – helaas, onze hoofdredacteur was niet thuis, dus waar
moest ik het halen? Mij rest de onfortuinlijke en onsmakelijke taak
om u te vertellen op welke manieren het misloopt met de
filmavonturen van de griezeligste tweeling sinds dat exemplaar uit
‘The Shining’. Treedt nader en
aanhoort.

Jane (Ashley Olsen) en Roxy (Mary*snuif*Kate) zijn twee zussen die,
zoals het hoort, een absolute teringhekel aan elkaar hebben. Jane
is een perfecte studente die nooit in de problemen raakt en over
enkele uren een speech over de economische situatie van het land
mag geven, waarmee ze misschien een studiebeurs voor Oxford kan
winnen. De geloofwaardigheid van die vermeende intelligentie wordt
vanaf het begin van de film evenwel zwaar op de proef gesteld,
wanneer we in de kamer van Jane een foto van haar en Arnold
Schwarzenegger zien, én een plastic beeldje van George W. Bush.
Roxy, van haar kant, is een wilde meid, die zich specialiseert in
spijbelen en op dezelfde dag van Jane’s speech de opnames van een
videoclip wil bijwonen.

De twee dames begeven zich richting New York City (het is een
ronduit angstaanjagende gedachte dat die twee achter het stuur van
een auto mogen kruipen), en wat dan volgt, zijn wat men op de cover
van de dvd binnenkort ongetwijfeld “dolle avonturen” zal noemen. De
tweeling komt in aanraking met een Chinese bende muziek- en
filmpiraten, ze worden achtervolgd door een truant officer
(een soort van schoolinspecteur die spijbelende schoolkinderen
opjaagt), ze vallen in afvalcontainers, rijden op een fiets over de
daken van auto’s in een file heen en doen om kort te gaan een hele
dag lang vanalles waar je nagels van breken en je haarpunten van
gaan splijten. Nou nou, wat een dolle pret. Gaaf. Keineig.

Die hele verhaallijn rond de muziekpiraten is ronduit bizar –
zonder het te weten komt de infernale tweeling in het bezit van een
chip waar “voor miljoenen dollars aan piratenmuziek opstaat”. De
man die die chip moet terug zien te krijgen, is een blanke seut die
blijkbaar werd geadopteerd door het hoofd van de Chinese
maffiabende die achter het handeltje zit. Om geen enkele
aanwijsbare reden, praat die man voor de gelegenheid met een
nep-Chinees accent. Alsof dat nog niet erg genoeg is, wordt de chip
opgegeten door een hond en u weet wat dàt betekent: jawel, een hele
resem scènes over een schijtende poedel! Als David Lynch dit had
geregisseerd, zouden we er allemaal van uitgaan dat het ironisch
bedoeld was, en we zouden het filmpje de hemel inprijzen.

De regie van dit feest der stupiditeit was in handen van Dennie
Gordon, een man die geen enkel risico neemt en, wellicht niet
onterecht, het IQ van zijn doelpubliek vooral niet wil
overschatten. Dat betekent dat we eerst een scène krijgen waarin de
leidster van de Chinese maffia zegt: “Op die chip staat voor
miljoenen aan illegale muziek. Wij zetten die muziek op cd’s en we
verkopen die cd’s. Dat is het plan!” Waarna haar geadopteerde,
blanke, met een fake Chinees accent-pratende zoon het pand verlaat
en voor zichzelf uitmompelt: “Dus op die chip staat voor miljoenen
aan illegale muziek. Ze gaan het op cd’s zetten en die cd’s
verkopen. Dat is het plan.” Als u het na die twee keer nog niet
gesnapt hebt, is de kans reëel dat de zuurstoftoever naar uw
hersenen tijdelijk is platgelegd. Raadpleeg een arts.

‘New York Minute’ slaagt erin om tijdens z’n 91 minuten speelduur
geen enkele geslaagde grap aan te melden voor inspectie. Je krijgt
zowaar de indruk dat de makers er niet eens de minste moeite voor
deden – ze hadden de Olsens voor de hoofdrollen, dat is al
voldoende om het volk op de been te brengen. Wie heeft er dan nog
een scenario of grappen nodig? Eén voorbeeld van een gedoemde
poging tot een grap: de blanke Chinees snauwt over de telefoon: “Ik
wil m’n chip terug!” Reactie van Mary*snuif*Kate: “Ik heb je chips
niet opgegeten!” En dat publiek maar schuddebuiken. Dolle pret.
Keineig. De eerste bad motherfucker die het lef heeft om in
een volle bioscoopzaal uit te roepen: “Natuurlijk heb je die chips
niet opgegeten, je hebt anorexia, trut!”, krijgt een vat van me.
Dat de beide zusters op een pijnlijk voor de hand liggende manier
verstoken zijn van elke vorm van acteertalent, mag algemeen geweten
zijn. Ik veronderstel dat we al blij mogen zijn dat ze de reflectie
in de cameralens niet gebruiken om hun make-up bij te werken.

Komt daar nog bij dat de plotlijn over de spijbelinspecteur
(gespeeld door de immer onverstoorbare Eugene Levy, beter bekend
als “Jim’s Dad” uit ‘American Pie’) rechtstreeks gejat is van
‘Ferris Bueller’s Day Off’, waarin Jeffrey Jones probeerde om
Matthew Broderick te betrappen op een onwettige afwezigheid.
Vergelijk ‘Ferris Bueller’ eens even met ‘New York Minute’ en
noteer de verschillen. Humor, frisheid, een sympathieke
uitstraling… Al die dingen die ‘Ferris Bueller’ op overschot had
en die hier in geen velden of wegen te bekennen zijn.

‘New York Minute’ is geen film. Het is een lange reclamespot voor
het product Ashley en Mary*snuif*Kate Olsen. En wat nog veel erger
is: met die reclamespot zal men proberen om u 91 minuten van uw
leven af te pakken, evenals 7,5 euro van uw zuurverdiende dan wel
zuur bij elkaar gestempelde centen. Nuja, althans één troost: dit
misbakseltje is zwaar geflopt in de VS, dus het onvermijdelijke
noodlot van de Olsen Twins (optredens in van die soft-pornofilms
die ze op VT4 en Kanaal 2 wel eens durven uitzenden), komt alweer
een stap dichterbij. Ik kan haast niet wachten. Zo’n vieze ouwe
kerel ben ik dan wél weer…

Met:
Ashley Olsen, Mary-Kate Olsen, Eugene Levy, Andy Richter, Riley Smith
Regie:
Dennie Gordon
Duur:
91 min.
2004
USA
Scenario:
Emily Fox, Bill Collage

verwant

Exodus: Gods and Kings

In zekere zin is Ridley Scott zichzelf al heel...

American Pie: Reunion

Herinner u de geur van duffe kamers waarin te...

Taking Woodstock

Het slaperige stadje Bethel, in de staat New York,...

The Man

Onlangs werd er, in de naam van het algemeen...

My Boss’s Daughter

Men probeert er niet al te veel ruchtbaarheid aan...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in