Gent leeft! Gent bruist! Gent bloeit! De Oost-Vlaamse
provinciehoofdplaats is al langer één van de muzikale epicentra van
het land, en braakt jaarlijks groepjes uit als een vulkaan lava.
The next big thing is Bolchi, een vijftal dat naar eigen
zeggen muziek maakt die het best omschreven wordt als dancerock.
Dat heeft allemaal te maken met de evolutie die de band onderging
sinds haar ontstaan, nu zowat vier jaar geleden. Begonnen als een
‘live dance band’ (rond het duo Jeroen De Pessemier en Lien
Degreef), slopen er gaandeweg meer en meer echte instrumenten in de
sound en werd Bolchi een (h)echte groep, met drummer, bassist en
gitarist.
Ach… Dancerock of musique electrorganique (de term waarmee
onder andere Starving zichzelf
omschrijft), in se komt het op hetzelfde neer. Zolang je goeie
songs hebt, kan het ons geen barst schelen of je instrumentarium nu
bestaat uit afgedankte koeienbellen, turbomotoren of zingende
zagen.
Zingende zagen? Dat hoeft Lien Degreef alleszins niet persoonlijk
op te vatten, want het meiske kan voorzekers zingen! Het is alleen
jammer dat het songmateriaal van de groep niet altijd van een even
hoog niveau is. Daarom willen we nu al onze eindconclusie in deze
bespreking moffelen: als de groep drie songs had geschrapt van de
tracklist, dan hadden we hier te maken gehad met een uitstekend
debuut! Opener ‘Jacuzzi’ is echter zoiets als een owngoal in de
allereerste minuut van een voetbalmatch: een banale groove, maar
vooral (en hier maken we ons eigenlijk zelden druk om, maar nu
stoort het wel) de slechte uitspraak van het Engels (tenzij ze daar
in bepaalde streekdialecten ook in “they jacuzzi” duiken in
plaats van in “the jacuzzi“). Soit, na deze uitschuiver gaat
het peil flink omhoog met ‘Jesus is Dead’ en ‘Get Ya Groove On’.
Leuke intro’s, knappe, catchy zangpartijen, alles klikt hier
perfect in elkaar. Ook in ‘You’re Not Blind Dear, It’s Just Dark in
Here’, ‘Sexaholic’ en ‘City Trippin” krijgen we voorbeeldige,
aanstekelijke electropop voorgeschoteld, het ene nummer al wat
minder ’80s en Daanesque
dan het andere, maar wel allemaal erg knap gemaakt. ‘Burn’ is een
gigantisch goeie song, die het niet moet hebben van speciale
effectjes, maar gewoon knap is an sich.
Iets minder enthousiast zijn we over het titelnummer en over
‘Colours’. Deze liedjes zijn lang niet slecht, integendeel, maar ze
schieten op deze plaat een beetje hun doel voorbij. Ze moeten voor
een rustpunt zorgen, maar eigenlijk houden ze het verkeer een
beetje tegen. Bovendien loert het gevaar om de hoek in dezelfde
meligheid te vervallen die bandjes als Krezip soms kenmerkt. ‘Move
to Dance’ heeft een schitterende outtro, die lekker lang voortrolt
tot we niet meer op onze benen kunnen blijven staan, het is alleen
jammer dat we hiervoor eerst een nogal zwakke, overbodige song
moeten doorstaan. Ook ‘Silicone’ vinden we niet bijster geslaagd:
een leuk refrein, dat wel, maar te veel bliepjes en voor de rest te
weinig om het lijf (met valse tetten op de koop toe)…
Slotconclusie: op ‘She’ van Bolchi staan zeven uitstekende songs,
twee twijfelgevallen en drie minder geslaagde nummers. Geslaagd,
maar net geen onderscheiding. Maar geen nood, deze groep heeft nog
een zeer ruime groeimarge, en ik ben ervan overtuigd dat zij ons
binnen afzienbare tijd zullen verbazen met nog meer en nog (véél)
beter!
Bolchi :: She
Release:
2004
Keremos