Ik herinner me nog steeds de eerste keer dat ik ‘Drop the Pressure’
hoorde, zo ergens begin februari 2004. Ik zat met wat vrienden op
een vrij decadent feestje waar twee bekende Gentse broers/dj’s het
beste van zichzelf gaven. Hoe moeilijk het ook was om stil te
blijven zitten, ik had er niet echt zin in die avond
(waarschijnlijk had de drank zich alweer meester gemaakt van een
duizendtal hersencellen…). Anyway, plots schalde dat –
inmiddels overbekende – deuntje uit de boxen. Nog geen dag later
begaf ik me naar de platenwinkel. Tevergeefs, want het kleinoud zou
pas eind april op single worden uitgebracht. Geloof het of niet,
maar sinds die dag slenterde ik bijna iedere week naar vrijwel
iedere platenwinkel om die plaat te vinden. Eind juni was het dan
zover! Volgens N.E.W.S., de Belgische verdeler, kwam de debuutplaat
de eerste week van juli uit. Uiteindelijk lag ze pas een week later
in de rekjes…
Het was zowaar een hele tijd geleden dat ik zo had liggen smachten
naar een cd-release en reeds na de eerste luisterbeurt bleek dat
dat nog nooit zo terecht was geweest.
Voluit heet deze 26jarige Schot Myles Macinnes. Door de Britse pers
wordt hij omschreven als het “Schotse antwoord op Royksopp”. Voor
mijn part mag het nog een stukje straffer. Toegegeven, er staan een
paar klasse down-tempo-songs op de plaat die je bijwijlen
doen denken aan de Noren, zoals opener ‘Valley of the Dolls’ en het
aansluitende ‘Sunworshipper’. Deze laatste laat je zachtjes golvend
achter op een jazzy piano-loop met een staaltje laidback basgitaar.
Met ‘Muslecars’ krijgen we onze eerste portie elektroclash én een
van de beste nummers geserveerd. ‘Drop the Pressure’ kende ook u
waarschijnlijk al een tijdje, maar we (lees: ik en mijn benen)
krijgen er maar niet genoeg van. Wanneer we even verder skippen
naar de vijfde track lijkt het of Les Rhytmes Digitales hun intrede
doen. De hypnotiserende sample uit de Kim Carnes’ eighties hit
‘Bettie Davis’ Eyes’ zal ongetwijfeld de eerste uren uw hersenpan
niet meer verlaten. Het overbekende “uh” uit Prince’s ‘Kiss’ zit
dan weer heel inventief gesampled in ‘Guilty of Love’. ‘Paris Four
Hundred’ tapt uit hetzelfde vaatje elektro maar klinkt dermate
opzwepend, dat ik me eventjes in een blitse Ferrari op een lege
autostrade waan, natuurlijk met een hete babe in de
passagierszetel. Scheuren maar…
Het titenummer is een leuk vullertje waarin alle “verwerpelijke”
popartiesten achter elkaar worden opgesomd, een beetje zoals Daft
Punk dat deed tijdens ‘Teachers’ op hun debuutalbum ‘Homework’, en
waarbij de Fransozen hun liefde en dank betuigden aan hun
voorbeelden. ‘Rikki’ klinkt opzijn beurt als een verknipte versie
van ‘Cassius1999’ en vloeit gemakkelijk over in ‘Otto’s Journey’.
Mensen, wat een funky discoschijf!!
Wie denkt dat Mylo op zijn lauweren rust naarmate het einde van de
plaat nadert, is eraan voor de moeite: ‘Musclecar Reform Reprise’
is dan wel een remix van het eerder aangehaalde ‘Musclecars’, maar
smaakt wranger en ruwer, als een kauwgom waar je na lang kauwen nog
steeds de smaak van kunt herinneren. Het beste nummer bevindt zich
op de dertiende stek: ‘Need You Tonite’. Ongelooflijk straffe
arrangementen onder een dreunende easy-beat en een klok van een
stem er bovenop. Afsluiter ‘Emotion 98.6’ neemt ons een laatste
keer mee op de lounge-boot, waarna de wijsvinger vervaarlijk
rondjes begint te draaien in de buurt van de repeat all
toets.
Als ik heel eerlijk moet zijn, komt deze plaat net een maand te
laat uit, gelet op het feit dat de zomer er absoluut klaar voor
was. Wie iets meer wil te weten komen over deze grote meneer in
spé: op http://www.breastfed.tv kom je terecht op de site van het
Schotse label waar je snippets en volledige songs kan beluisteren
van zowel Mylo als van Linus Love, die vorig jaar ook een
monsterhit scoorde met ‘The Terrace’. Check it out!
Mylo :: Destroy Rock & Roll
Release:
2004
Breast Fed