‘Titus Andronicus’ was Shakespeare’s eerste tragedie, en
tegenwoordig zijn minst bekende. Mensen die het kunnen weten,
noemen het een volkomen mislukking van de bard, een verhaal zonder
overkoepelend thema, zonder diepgang of specifieke schoonheid in de
taal. Het stuk werd geschreven in 1593 of ’94 en toont Shakespeare
op z’n commercieelst. De film ‘Shakespeare In Love’ was nu niet
direct een toonbeeld van historische accuraatheid, maar wat wél
klopte, was de afgunst die er bestond tussen Shakespeare en zijn
tijdgenoot Christopher Marlowe, een schrijver van sensationele,
gewelddadige stukken die in die tijd enorm populair waren. ‘Titus
Andronicus’ was, zo wordt beweerd, Shakespeare’s poging om iets
gelijkaardigs te maken: een schaamteloos bloederig stuk, dat een
beroep deed op de laagste instincten van het publiek. De Resident Evil van zijn tijd, zeg maar. En
toen, net als nu, werkte die aanpak: het stuk werd vaker opgevoerd
dan eender welk ander van de bard, inclusief al die exemplaren waar
literatuurstudenten tegenwoordig mee doodgeslagen worden: ‘Romeo
& Juliet’. ‘Hamlet’. ‘Othello’. Vergeet het maar – die vroege
renaissancemensen wilden geen verheven thema’s, geen ingewikkelde
psychologische uitdiepingen. Ze wilden bloed en afgehakte
ledematen. Ze wilden ‘Titus Andronicus’.
Julie Taymor, die later nog de biopic Frida zou maken, was voor ‘Titus’ enkel
bekend als regisseur van de naar verluidt fantastische
musicalversie van ‘The Lion King’. Met ‘Titus’ maakte ze haar
filmdebuut – en wàt voor één. De dame nam een 400 jaar oude tekst
die tegenwoordig door kenners wordt uitgespuwd, en ze maakte er de
meest levendige, vernieuwende, volstrekt frisse en originele film
van dat jaar van.
De plot draait rond de Romeinse generaal Titus Andronicus
(Anthony Hopkins), die na een succesvolle campagne tegen de de
Gothen naar huis terugkeert. Hij draagt de dode lichamen van 21 van
zijn 25 zonen met zich mee, evenals de gevangen genomen koningin
van de Gothen, Tamora (Jessica Lange) en haar drie zonen. Ondanks
de smeekbedes van Tamora, offert Titus haar oudste zoon ritueel op
aan de goden (we zien een Romeins soldaat een schotel vol darmen in
het vuur gooien). Tamora is begrijpelijkerwijs enigszins pissig en
zint op wraak.
Op dat moment sterft de keizer van Rome en zijn twee zoons, de
venijnige, onbetrouwbare Saturninus (Alan Cumming) en de
sympathieke Bassianus (James Frain) raken verwikkeld in een strijd
om de troon. Titus schaart zich achter Saturninus, die dan ook de
troon bestijgt en Tamora uitkiest als zijn echtgenote. Nu bevindt
de vroegere koningin der Gothen zich natuurlijk in een ideale
positie om haar wraak uit te voeren. Handen worden afgehakt, tongen
uitgerukt en tegen de vijfde akte is het zelfs zover gekomen dat
Tamora haar eigen zonen zit op te vreten in de vorm van een pastei
die Titus voor haar gemaakt heeft. Shakespeare saai? Vergeet het
maar.
‘Titus Andronicus’ gaat zelfs zo ver in z’n aangehouden waanzin,
dat veel mensen zich al ernstig hebben afgevraagd of het allemaal
niet als parodie bedoeld was. Neem nu deze situatie: twee van de
overlevende zonen van Titus worden gevangen gehouden door Tamora.
Ze belooft hen te laten gaan indien Titus een hand afhakt en die
naar haar opstuurt. Titus gehoorzaamt, maar wat Tamora hem
terugstuurt zijn enkel de twee hoofden van zijn zonen. Samen met
zijn afgehakte hand, die mag hij terughebben. Titus neemt de
hoofden onder z’n armen mee z’n huis in, en zegt tegen z’n dochter,
wiens handen óók al zijn afgehakt en haar tong uitgerukt: ‘Neem jij
m’n afgehakte hand tussen je tanden en draag ze zo mee naar
binnen.’ Probeer dàn maar eens niet in de lach te schieten. ‘Titus
Andronicus’ is een duister-komisch stuk, het zestiende eeuwse
equivalent van hedendaagse gore movies. Met ‘Titus’ heeft
Taymor het stuk de film gegeven die het verdiende, en zelfs meer
dan dat.
Vanaf het begin gaat de regisseur op zoek naar creatieve
manieren om het stuk tot leven te brengen voor een hedendaags
publiek – in de eerste scène zien we een jongen van een jaar of
tien spelen met soldaatjes en vliegtuigjes. Op de achtergrond staat
een tv te jengelen, geluiden van willekeurig, cartoonesk geweld
zoals we dat elke dag zien. Dan barst de werkelijkheid van de film
letterlijk binnen. De jongen wordt met kracht meegevoerd naar het
Rome van ‘Titus’, waarin generaals worden begeleid door soldaten op
motors en waarin kandidaat-keizers zich laten rondrijden in
popemobiles. De bedoeling hiervan is, denk ik, om duidelijk
te maken aan het publiek dat het moderne geweld, de films,
tv-programma’s en videospelletjes van onze tijd, niet zo wezenlijk
verschilt van wat Shakespeare met ‘Titus Andronicus’ probeerde te
doen: zintuiglijke kicks geven, geweld óm het geweld. Wat vandaag
kunst is, was gisteren platvloers volksvermaak. De kijker wordt
door Taymor letterlijk ontvoerd, de wereld van de film in, en wat
we merken is dat die wereld, hoewel ze 400 jaar geleden gecreëerd
werd, nog steeds maar een haarbreedte van de onze verwijderd
is.
De film zit vol van dat soort van visuele vondsten, die de tekst
duidelijker maken en er een relevantie aan geven voor de
laat-twintigste, vroeg-eenentwintigste eeuw. De campagne van
Saturninus om keizer te worden, wordt rechtstreeks gelinkt aan
populistische politieke figuren van onze tijd, simpelweg door de
manier waarop hij achter een batterij aan microfoons wordt
geplaatst voor één van zijn speeches. De zonen van Tamora houden
zich bezig met videogames en spelletjes biljart terwijl ze hun
snode plannetjes smeden – in essentie zijn ze infantiele kinderen,
die àlles als een spel beschouwen – ook de levens van anderen. De
ongebreidelde creativiteit waarmee Taymor dat alles in beeld
brengt, is soms adembenemend.
Het succes van een Shakespeare-adaptatie zal echter altijd voor
een groot deel blijven berusten bij de acteurs. Anthony Hopkins zet
een schitterende Titus neer, een man die, ondanks de onzinnige
plotwendingen, er toch in slaagt om iets menselijks te behouden.
Tegen het einde, wanneer Titus volledig is weggezakt in z’n
waanzin, herkennen we zelfs iets van Hannibal Lecter in z’n
vertolking. Jessica Lange, als Tamora, kent meer ups en downs – een
vroege scène, waarin ze smeekt om het leven van haar zoon, is erg
sterk, maar later kreeg ik soms de indruk dat ze niet precies wist
welke toon ze moest aanslaan. Niet dat dat zoveel uitmaakt, want
zowat al haar scènes zijn samen met Alan Cumming als Saturninus,
die met verve de show steelt – de getalenteerde Brit staat zich
overduidelijk te amuseren als über-bitch. Dit is niet alleen
een slechterik, dit is iemand die grààg een slechterik is, die
haast krom achterover ligt telkens wanneer hij iemand anders een
kloot kan afdraaien. Het is een genot om hem bezig te zien.
‘Titus’ is een feest van filmische creativiteit – het is
ongelooflijk hoeveel nieuwe dingen hier gedaan worden met een
stokoude tekst. Dit is onvoorstelbaar opwindende, vindingrijke
filmmakerij. Durf ik het te zeggen? Ja, ik durf, waarom niet? Een
meesterwerk.
http://www.bvimovies.co.uk/titus/