Soms is het nog wel eens mogelijk om versteld te staan over de
slechte reacties die een film krijgt – de gelegenheden worden
steeds zeldzamer, maar toch. ‘Duplex’, de nieuwe komedie van Danny
DeVito, werd uitgespuwd door het verzameld Amerikaanse
filmjournaille en ook wanneer je eens op filmbijbel imdb gaat
kijken, blijkt dat onze vrienden uit de States er maar weinig
lovende woorden voor over hebben. Misschien heeft het iets te maken
met het bijtend toontje dat DeVito consequent in z’n films stopt –
in ‘Throw Moma From The Train’ overhaalde hij Billy Cristal om z’n
tirannieke moeder van kant te maken, in ‘The War Of The Roses’ (een
briljante zwarte komedie, trouwens) liet hij Michael Douglas en
Kathleen Turner elkaar dood pesten tijdens hun
echtscheidingsprocedure, en ‘Death To
Smoochy’ ontzag niets of niemand (zeker de kijker niet) in z’n
satirische blik op kinder-tv en de product placement waarmee dat
gepaard gaat. In het wereldje van DeVito is cynisme troef: zijn
personages zijn harteloze, kapitalistische monstertjes die over
lijken gaan voor een mooi huis, hun carrière, geld. Het is bedoeld
om te lachen, maar op een bepaald punt begint het toch ook een
beetje te wringen bij de kijker.
‘Duplex’ vertrekt vanuit een premisse die opnieuw zo’n
uitzinnige satire had kunnen voortbrengen: Ben Stiller en Drew
Barrymore spelen Alex en Nancy, een jong koppel dat denkt hun
droomhuis gevonden te hebben in een duplex-appartment in Brooklyn
(zo’n flat met een bovenverdieping, u weet wel). Op die
bovenverdieping woont echter Mrs. Connely, een oud dametje van
Ierse afkomst dat al jaar en dag op haar flatje verblijft voor een
haast symbolisch huurbedrag. Alex en Nancy kunnen haar er niet
uitgooien en besluiten dan maar met het oudje te leren leven – hoe
lastig kan zo’n mens eigenlijk zijn?
Over de volgende paar weken blijkt echter dat Mrs. Connely er
een handje van weg heeft om haar tv de hele nacht loeihard te laten
spelen, om Alex (een worstelend schrijver) de hele dag aan het
lijntje te houden met eindeloze klusjes en boodschappen en om te
pas en te onpas luidruchtige repetities te organiseren voor het
orkest waarin ze meespeelt. Alex en Nancy worden haast tot wanhoop
gedreven door hun gebrek aan slaap of een kans om te werken –
uiteindelijk gaan ze radicale maatregelen overwegen: een dodelijk
griepvirus, misschien? Een zwakke vloer? Of gewoon een kussen over
het gezicht?
Er zijn niet veel regisseurs die zoiets aan zouden durven: een
film over een jong koppel dat een lastig oud vrouwtje van kant
probeert te maken. Dat is dan wat je noemt: niet netjes. Maar voor
DeVito is dat gefundenes fressen, dit soort van
twijfelachtig materiaal heeft hij al jarenlang behandeld, steeds
balancerend op die slappe koord tussen dat waar nog mee gelachen
kan worden, en dat wat simpelweg smakeloos is. Alex en Nancy zijn
zelf immers allesbehalve volkomen onschuldig: hun makelaar, Kenneth
(Harvey Fierstein), zegt hen over Mrs. Connely vanaf het begin, op
een hoopvolle toon: ‘Ze is oud en de laatste tijd gaat het niet
meer zo goed met haar.’ Het gevolg: Nancy stapt de flat binnen en
begint ogenblikkelijk foto’s te maken om te kunnen beslissen hoe ze
de kamer zal inrichten nadat dat oudje de pijp aan Maarten heeft
gegeven. Zoals het hoort in een Danny DeVitofilm, is er geen enkel
excuus: ook onze helden, de protagonisten waarmee we sympathie
dienen te voelen, zijn enkel uit op hun eigenbelang: ze willen een
mooi huis en voor de rest willen ze vooral met rust gelaten worden.
Elke film van DeVito, inclusief een ernstig drama zoals ‘Hoffa’,
draait uiteindelijk rond de vernietigende kracht van hebzucht. De
personages in zijn films zijn maar met één ding bezig: wat wil ik
voor mezelf bereiken, wat wil ik hebben? En indien ze over een paar
lijken moeten gaan om er te geraken… Zo zij het.
Dat thema, dat idee van “ikke eerst”, van kapitalisme dat tot in
het extreme wordt doorgetrokken, zit in alle DeVitofilms, en dus
ook hier. Het enige dat echt verrassend is, is de gematigdheid die
de regisseur hier tentoonstelt. Over het algemeen maakt DeVito z’n
films echt bijtend, met uitzinnige, bewust karikaturale personages
en situaties. Hier houdt hij zichzelf echter opvallend in. Een film
als ‘The War Of The Roses’ was simpelweg genadeloos, en eindigde
dan ook op de enige denkbare manier: de personages vernietigden
elkaar in hun zoektocht naar materieel geluk. In ‘Duplex’ toont
DeVito zich van een mildere – en ongetwijfeld ook meer commerciële
– kant. De situaties blijven nog net binnen de grenzen van het
aanvaardbare, echte excessen worden vermeden: het is een satire,
maar de tandjes ervan zijn net genoeg bijgevijld om te kunnen
appeleren aan een mainstream multiplex-publiek. DeVito gebruikt
zelfs maar een paar keer een dutch angle, een scheve
kadrering, terwijl z’n andere prenten daar vol van zitten. De
indruk die je krijgt, is dat de regisseur, na de commerciële flop
die ‘Death To Smoochy’ was, vooral
niet té hard tegen schenen wilde trappen. Het resultaat is een
komedie, die niet zo scherpzinnig of bijtend satirisch is als hij
had kunnen zijn, maar die nog altijd voldoende geslaagde komische
situaties bevat om anderhalf uur perfect aanvaardbaar amusement te
bieden.
DeVito beschikt nog steeds over dezelfde komische timing die hem
in z’n acteurscarrière zo vaak heeft geholpen: hij wéét hoe hij een
grap moet opbouwen. Tijdens één bepaalde scène heeft Ben Stiller
stiekem een clap on-clap off-systeem geïnstalleerd bij z’n
bovenbuurvrouw, zodat hij door in z’n handen te klappen haar tv kan
afzetten wanneer die te hard staat. Dat plannetje leidt echter tot
een duel van handengeklap dat nét lang genoeg duurt en nét goed
genoeg getimed is om enorm geestig te zijn. In de industrie spreekt
men altijd van beats, van een bepaalde hoeveelheid tijd die er
tussen twee handelingen moet zitten om grappig te zijn: die
komische timing heeft DeVito helemaal in z’n vingers, geen twijfel
mogelijk.
Maar goed, al dat komisch talent ten spijt valt het niet te
ontkennen dat de regisseur hier na z’n eerdere financiële
teleurstellingen duidelijk voor het grote publiek gaat: in de
tweede helft van de film krijgen we een aantal slapstick- en gore
humormomenten die niet goedgepraat kunnen worden: wie heeft er echt
behoefte aan om Drew Barrymore te zien kotsen op Ben Stiller? Zeg
nu zelf. Een man met zoveel talent als Danny DeVito heeft dat soort
van smakeloze scènes echt niet nodig, maak ik mezelf graag
wijs.
‘Duplex’ is geen film die levens zal veranderen. Het is een
aardige komedie die ongetwijfeld behoorlijk wat amusement zal
leveren op een zaterdagavond. Heb ik ermee gelachen? Jawel. Maar je
kijkt ernaar, en je krijgt continu de indruk dat DeVito op z’n best
tot veel meer in staat is.
http://www.miramax.com/duplex/