Fans van het zachtere gitaarwerk kunnen hun hart ophalen bij Cass McCombs. Op zijn debuut kiest de man resoluut voor ingehouden songs met licht cynische teksten. Een mooi debuut kortom.
Dat Cass McCombs’ muziek ingetogen van aard is, mag u niet verbazen als u weet dat de man uit het verre Baltimore komt en bovendien op een blauwe maandag nog bij de Oldham-broertjes speelde toen deze nog onder de naam Palace opereerden. Zijn platencontract bij 4AD heeft de man aan Britse popgoeroe John Peel te danken, daar het label hem opmerkte tijdens een beruchte Peel-session en hem prompt een contract onder de neus schoof.
A opent sterk. "I Went To The Hospital" is een prachtig klaaglied waar het cynisme met gulpen uitbarst. McCombs, met een stem die bij ons herinneringen oproept aan Grant Lee Buffalo ten tijde van "Fuzzy", heeft geen illusies meer, dit hospitaal wordt zijn laatste halte. Zoals hij zelf al zingt: "I may soon be gone/ To pluck on a harp/ Like those colored-pencil portraits of dogs/ We saw on a blue tarp." "Aids in Africa" zou als een protestsong kunnen klinken maar McCombs is er niet direct de man naar om zich het wereldleed op de schouders te laden. De droge humor wordt prachtig weergegeven in wat nu al de titel van het jaar is: "A Comedian Is Someone Who Tells Jokes".
De enkele up tempo-nummers zoals "When The Bible Was Wrote" en "What Isn’t Nature" zijn strategisch geplaatst tussen de zachtere nummers opdat de luisteraar waakzaam zou blijven. Al dient het begrip up tempo natuurlijk met een korrel zout genomen te worden. Het hele album is doordrongen van eenzelfde cynische klaagtoon die zich zowel in de muziek als in de teksten uit. Stel u Bonnie ’Prince’ Billy voor zonder levensvreugde en u komt vaagweg in de nabijheid. Maar denk vooral aan eerlijke nummers die met ingetogenheid gebracht worden.