



Dit is wat Oliver Stone maakt wanneer hij even weg wil van al dat zware, serieuze gedoe: een eigenaardige mengeling tussen film noir, drama en gitzwarte komedie, die bij momenten wel een ietwat afgezwakte versie lijkt van zijn film ‘Natural Born Killers’. Heel wat mensen wisten niet precies wat ze met ‘U Turn’ moesten aanvangen toen hij voor het eerst uitkwam in 1997, zo vreemd was hij. Een film die zich niet laat definiëren in simpele termen. En tegenwoordig is de film enigszins vergeten tussen het bekendere oorlogs- en politieke werk van de regisseur. Maar toch is dit de moeite.
De plot lijkt zo weggelopen uit een pulproman van Jim Thompson: een eenzame, louche figuur, gespeeld door een hevig zwetende Sean Penn, is onderweg naar Las Vegas om een schuld van 30.000 dollar te regelen met de plaatselijke maffia. Hij heeft een verband rond zijn hand met daaronder twee missende vingers, dus we weten zeker dat het een ernstige zaak is. Onderweg valt hij evenwel in panne met z’n wagen, en hij heeft geen andere keuze dan te stoppen in het stadje Superior, Arizona. En daar begint zijn nachtmerrie: Penn ontmoet een pleiade aan gesjeesde figuren die er allemaal op uit zijn om hem te vermoorden, af te zetten en letterlijk of figuurlijk te naaien.
We krijgen de debiele garagehouder, gespeeld door een haast onherkenbare Billy Bob Thornton, die een ogenblikkelijke hekel heeft aan Penns grootsteedse maniertjes en dan ook niet van plan is om zich te haasten met diens auto. Er is Jennifer Lopez, als de plaatselijke schoonheid, die getrouwd is met Nick Nolte op z’n vettigst. Penn bekijkt Lopez en haar indrukwekkende derrière met een gezicht alsof hij op elk moment voorvocht zou kunnen beginnen afscheiden, maar raakt al snel betrokken in een complot waarin zowel Nolte als Lopez hem geld bieden om elkaar te vermoorden.
En dan hebben we nog een geassorteerd zootje verliefde trutten (Claire Danes), hun stupide maar agressieve vriendjes (Joaquin Phoenix), een blinde, wijsheden spuiende indiaan (Jon Voight), en een sheriff wiens mentale evenwicht misschien ook niet alles is (Powers Boothe).
Oliver Stone werd er vaak van beschuldigd geen gevoel voor humor te hebben, maar ‘U Turn’ ernstig nemen, zou zuivere waanzin zijn. We worden hier ondergedompeld in een wereldje van seks, geweld, incest en personages met het soort van garderobe dat alleen maar het gevolg van een uit de hand gelopen grap kàn zijn. Daarbij krijgen we continu het gevoel dat we bepaalde elementen uit de film maar al te goed herkennen: het kleine westerse stadje vol mafkezen, de echtgenoten die elkaar uit de weg willen laten ruimen (afkomstig uit de film ‘Red Rock West’), de femme fatale enz… ‘U Turn’ lijkt wel een over de top-variant van een oude film noir uit de jaren vijftig: dezelfde gevoeligheden zitten erin, maar dan gebracht met de hoeveelheden seks en geweld die de jaren negentig toelieten. Alles is er bewust een beetje óver, wordt bewust net één stapje verder gedreven dan in een andere film zou gebeuren. Het resultaat is dat het publiek vaak niet weet of het nu moet lachen, of dit alles serieus nemen.
Neem bijvoorbeeld een scène waarin Penn eindelijk z’n wens krijgt en ligt te vrijen met La Lopez. Op het laatste moment duwt ze hem van zich af, en we zien Penn met z’n broek om z’n enkels tot achter een boom hinkelen om de job daar snel zelf af te maken. De manier waarop dat in beeld is gezet, suggereert bijna dat Stone achter de camera z’n hoofdpersonage vierkant stond uit te lachen met z’n frustraties. Hetzelfde geldt voor het einde, waarin het lot van Penn en Lopez onheilspellend wordt gadegeslagen door een bende buizerds die over hun hoofd cirkelen. Dixit Penn: ‘Ain’t love a funny thing. I don’t know if I want to love you or kill you.’
Sean Penn is erg geestig in de hoofdrol – hij begrijpt de grap en is schijnbaar meer dan tevreden om erin mee te gaan. Zijn odyssee doorheen dat zanderige dorpje vol idioten wordt gaandeweg steeds absurder, en Penns reacties dienen daarbij als een soort van anker dat de film in evenwicht houdt. Zijn personage hier is zo’n ongelooflijke loser dat hij niet eens een colaflesje kan openen zonder het te laten vallen en z’n handen te snijden.
De bijrollen – waarvan er veel zijn – zijn dan weer eerder een gemengde bende. Nick Nolte en Jon Voight komen het beste uit de verf, in rollen die van hen vereisen dat ze doen wat ze het beste kunnen. Nolte mag het varken uithangen, zijn stem laten raspen en schrapen, terwijl Voight op een droog toontje wijsheden mag debiteren. Jennifer Lopez is hier niet zo ergerlijk als ze in veel van haar latere films zou zijn, maar net zoals nu, kon ze ook toen niet acteren. Claire Danes is dan weer simpelweg ergerlijk als verliefde bakvis.
‘U Turn’ is, zoals de titel al aangeeft, een film die goed beschouwt nergens naartoe gaat. Stone heeft hier geen politieke of sociale agenda, dit is een film die hij enkel heeft gemaakt als stijloefening, en waarmee hij verder niks wilde vertellen. Die ultieme leegte van de film komt er naar het einde toe onmiskenbaar doorschemeren – waar gààt het eigenlijk over? – maar verhindert niet dat er tot die tijd behoorlijk wat plezier te rapen valt. De cinematografie, alweer van Robert Richardson, helpt ook behoorlijk om de sfeer te zetten. Stone en Richardson maken alweer gebruik van verschillende technieken, inclusief veranderingen in filmstock en het overspringen van kleur in zwart-wit, maar ditmaal weten ze op z’n minst maat te houden, zodat de stijl niet in de weg gaat staan van het publiek.
Als vingeroefening voor een regisseur die zich even wou ontspannen na zware inspanningen, is ‘U Turn’ absoluut een geslaagd experiment, maar van een filmmaker als Oliver Stone verwacht je nu eenmaal meer dan enkel dat.