Weinig striptekenaars weten zich ook aanvaard in de kunstwereld. Ondanks hun onmiskenbare technische begaafdheid blijkt de grens tussen strip en erkende kunst vaak erg groot. Lorenzo Mattotti is één van diegenen wie het wél gelukt is en met zijn twee nieuwe boeken toont hij eens te meer aan waarom.
’De tempels worden vloeibare zwarte vlekken in de schaduw van de bomen, de gezichten van de beelden lijken op te lossen’, aldus de Italiaanse duivelskunstenaar Lorenzo Mattotti in de begeleidende teksten in zijn reisdagboek Angkor dat zopas in Nederlandse vertaling bij Oog & Blik verscheen. Het vormt het picturale verslag van zijn reis naar Cambodja. In 112 pagina’s laat hij voornamelijk de tekeningen voor zich spreken. Slechts af en toe wordt de stroom aan prachtige beelden onderbroken door spaarzame teksten. Mattotti blinkt immers al jaren uit in het weergeven van indrukken en gevoelens in beelden. In Angkor toont hij de critici opnieuw hoe het moet en vermengt hij technisch sobere potloodtekeningen met inktschetsen, en zelfs overdadige aquarellen van de kleurrijke landschappen.
Als punt van kritiek kan je moeilijk om de prijs heen. 30 euro voor een stripboek van 112 pagina’s is een uitzonderlijk dure koop. Anderzijds is dit boek duidelijk gericht op een publiek van koopkrachtige Mattotti-liefhebbers en verzamelaars. Ook kunstliefhebbers hebben weinig moeite met dergelijke prijzen. De gewone stripliefhebber hoeft zich dan ook zeker niet te schamen wanneer dit boek niet in hun collectie zit.
Heel wat lager van prijs is het tweede boek van Lorenzo Mattotti dat onlangs eveneens bij Oog & Blik verscheen. In Tussen 4 Muren tekent hij louter met pen en potlood een steeds weerkerend koppel in verschillende houdingen. Sommige tekeningen zijn erotisch van inslag maar het gros ervan kan je eerder benoemen als een kamasutra van de liefkozing. Zo kan je doorheen het boekje in oblong-formaat bladeren alsof je een tekenfilm bekijkt van bewegingen. Het hele boek bevat geen woord tekst, ook hier balanceert deze nieuwe uitgave op de grens tussen illustratie en strip. Maar de tekeningen vormen wél duidelijk een geheel en het dagboek een duidelijk einde. Aan het einde zie je bijvoorbeeld in de voorlaatste tekening de vrouw op de rand van het bed zitten, terwijl de laatste tekening alleen de man toont. Hiermee sluit Mattotti op subtiele wijze dit tekeningendagboek af en geeft de lezer de gelegenheid een betekenis aan het boek te geven. Net als bij Angkor kan je je ook hier afvragen welk publiek deze uitgave aanspreekt.
Zowel Angkor als Tussen 4 Muren bieden de avontuurlijke stripliefhebber dus zeker waar voor hun geld, maar voor toevallige lezers kunnen deze boeken wel eens een ontnuchterende aankoop worden. Beide boeken vormen wat mij betreft geen essentiële toevoeging aan Mattotti’s oeuvre, maar tonen ons een kunstenaar in volle bloei die nergens en nooit wil blijven stilstaan.