Iedereen heeft wel één of meer afwijkingen. Een van mijn
afwijkingen is dat ik nogal een stevige boon heb voor Shaun Ryder,
een man die wat mij betreft niet snel genoeg in de adelstand kan
verheven worden. De kans dat dit er ooit van komt in het
oerconservatieve Eng(e)land is echter zeer klein, want voor heel
wat Eilanders was het feit dat een zekere A.H. de hoes sierde al
een reden om deze plaat compleet te negeren. Akkoord, het
vleesgeworden drugslabo Ryder is nooit een stichtend voorbeeld
geweest voor de heedendaagsche jeugd, maar je kan hem ook
anders bekijken, bijvoorbeeld als de arme geezer uit de
grauwe, troosteloze fabrieksstad Manchester die er met de hulp van
zijn al even berooide vriendjes in geslaagd is uit te groeien tot
één van de markantste popsterren van de laatste decennia.
De plaat zelf is moeilijk te beoordelen volgens objectieve
maatstaven. Want Ryder kan niks. Hij is geen muzikant, hij is geen
zanger, geen componist. Hij is gewoon zichzelf, en op deze plaat is
hij op zijn best, véél beter dus dan ten tijde van Black Grape. Het
stramien is nochtans zeer eenvoudig. Terwijl Ryders neef Pat
Carroll, met de hulp van ex-Cabaret Voltaire Stephen Mallinder
heerlijke lagen dubby, monotone en bezwerende electronica en beats
op ons afvuurt, kan His Royal Highness naar hartelust zijn
bijwijlen hilarische, onsamenhangende,
stream-of-conscienceness-vertellingen debiteren. Veel
zieltjes gaat Shaun Ryder met dit plaatje echter niet winnen, maar
wie ooit uit de bol is gegaan op de Happy Mondays-klassieker ‘Pills
‘n’ Thrills and Bellyaches’, vindt hier zeker zijn gading!
Amateur Night in the Big Top :: Amateur Night in the Big Top
Release:
2003
Offworld Sounds