Bekend Amerikaans filmcriticus Roger Ebert heeft ooit gezegd:
a film is not about what it’s about. It’s about how it’s about
it. Ik heb ‘m ook twee keer moeten lezen, dus neem gerust even
uw tijd. Een film als ‘Freaky Friday’ bewijst dat hij gelijk heeft:
het gegeven werd al honderd keer gedaan, en we zien elke
plotwending wel van een kilometer of twintig aankomen – maar dat
wil niet zeggen dat dit een slechte film is. Want de manier waarop
dat tot op de draad versleten gegeven werd aangepakt, is verrassend
fris en sympathiek.
In essentie is dit een zoveelste body switch film. Jamie
Lee Curtis speelt Tess Coleman, een zwaar gestresste pyschiater die
op het punt staat met haar vriend Ryan te trouwen, nadat ze drie
jaar geleden haar echtgenoot verloor. Haar vijftienjarige dochter
Annabell (Lindsey Lohan, ooit nog een tweeling in de remake van
‘The Parent Trap’), is een rebel à la Disney, wat inhoudt dat ze
een rommeltje maakt van haar kamer, laat is met opstaan en teveel
lawaai maakt in de garage wanneer ze repeteert met haar rockband.
De jongedame heeft het moeilijk met het naderende huwelijk van haar
moeder, wat resulteert in een slaande ruzie tussen moeder en
dochter in een Chinees restaurant. Aangezien Chinezen in dit soort
films steeds mystieke figuren zijn die niet alleen een geweldige
nummer 59 met currie kunnen klaarmaken, maar ook in contact staan
met een hele horde geesten, neemt de bazin van het restaurant het
heft in eigen handen met een betoverd gelukskoekje. Wanneer Curtis
en Lohan de volgende ochtend wakker worden, zitten ze vast in
elkaars lichaam.
Het is al de derde keer dat Disney de originele (toen nog wel)
roman van Mary Rodgers verfilmt. De eerste keer was midden jaren
zeventig, met de toen nog piepjonge Jodie Foster in de kinderrol.
Enkele jaren geleden kwam er dan nog een tv-verfilming die
volstrekt onopgemerkt voorbijging, en nu krijgen we dus dit.
‘Freaky Friday’ heeft geen enkele reden om goed te zijn – het is
een afgezaagd gegeven, waar werkelijk geen enkele verrassing meer
uit te persen valt. En tóch werkt het.
Het is immers niet omdat de situaties voorspelbaar zijn, dat de
humor dat is. Natuurlijk weet u zo ook wel dat moeder en dochter
zullen leren dat volwassen dan wel jong zijn, niet zo makkelijk is
als het lijkt. Natuurlijk zullen ze elkaar leren waarderen zoals ze
dat vroeger niet konden, en natuurlijk sluit regisseur Mark S.
Waters de boel af met een enorme happy ending, wat had u dan
gedacht? Maar hoewel dit allemaal licht verteerbare, volstrekt
betekenisloze kost is, is en blijft ‘Freaky Friday’ toch een film
die weet wat grappig is.
De acteurs zijn de belangrijkste reden om te gaan kijken.
Lindsey Lohan is erg sterk als volwassene in het lichaam van een
puber, en imiteert de maniertjes van Jamie Lee Curtis op een
geloofwaardige manier. Kijk gewoon eens hoe ze haar vingers
gebruikt, haar lichaamstaal, in die eerste scène, waarin Lohan
wanhopig probeert om haar dochter, Curtis, wakker te krijgen. Dat
is goed gedaan. En Jamie Lee Curtis zelf amuseert zich
overduidelijk te pletter als vijftienjarige die in de spiegel plots
“the cryptkeeper” ziet. Het is een genot om haar bezig te zien, met
als absoluut hoogtepunt een scène waarin ze onverwacht middenin een
talkshow gegooid wordt, om te praten over haar nieuwe boek rond de
psychologische reacties op het ouder worden.
Curtis en Lohan maken de film, maar ze worden ondersteund door
een script dat verrassend veel scherpe dialoogjes bevat. De
verleiding moet groot geweest zijn om gewoon de wisselwerking
tussen de twee actrices het werk te laten opknappen, om te hopen
dat het uitgangspunt voldoende zou zijn om negentig minuten te
dragen. Maar nee, in plaats daarvan krijgen we een aantal dialogen
en situaties die gewoon op zichzelf genomen al zeer geestig zouden
zijn – een half-demente opa die bang is voor aardbevingen,
bijvoorbeeld, of een serenade waarin godbetert ‘Baby, one more
time’ wordt gezongen. ‘Freaky Friday’ neemt dat o zo clichématige
gegeven, en vult het met genoeg geslaagde gags om ons te doen
vergeten hoe voorspelbaar het allemaal wel is.
Er is hier en daar commentaar gekomen op de manier waarop de
jongeren van deze film volkomen buiten de werkelijkheid lijken te
leven, in een cleane wereld waarin niet gerookt of gedronken wordt,
waarin drugs en seks niet bestaan, en een vijftienjarige,
zelfverklaarde “rebel” zelfs geen ritje op een motor aanvaardt
omdat het niet mag van haar moeder. En het is een feit dat ‘Freaky
Friday’ absoluut geen uitstaans heeft met hoe het leven van échte
pubers er tegenwoordig uitziet. Maar dat heeft de film dan ook
nooit beweerd, dit is geen sociaal drama, geen vervolg op ‘Kids’.
Het glazuurlaagje dat over de werkelijkheid gesmeerd wordt, zorgt
er evenwel voor dat bepaalde scènes enigszins fake gaan lijken.
Vooral de manier waarop het etterige jongere broertje uiteindelijk
toch z’n goed hart laat zien, kwam nogal geforceerd over. Maar
goed, dat soort zaken neem je er nu eenmaal bij in dit genre. De
ruil die je doet in dit soort cinema, betekent dat je
geloofwaardigheid en verrassingen opoffert in ruil voor een aantal
oprecht komische momenten, en een frisse, onbevangen mentaliteit.
En in die beide laatste, is ‘Freaky Friday’ goed voorzien.
Sluit mij een week op in een kast met Michel Follet, neem me m’n
kaart van de Bond Voor Filmsnobs af of verplicht me nu het
verzameld werk van Adam Sandler uit te zitten, maar ik heb me
uitstekend vermaakt met ‘Freaky Friday’, een film die jongeren
ongetwijfeld zal aanspreken, en ouders met een brede glimlach de
straat op zal sturen. Hier is niets mis mee.
http://www.freaky-friday.com/