de favoriete plaat van Karolien Cammaerts
Vastberaden als ik ben, heb ik weer helse momenten moeten doorstaan om mijn all-time favourite uit te kiezen. Ik twijfelde tussen twee van de meest opmerkelijke stemmen uit de recente muziekgeschiedenis: de zalige bromstem van Tom Waits, of de hemelse klanken van Jeff Buckley. Na enkele slapeloze nachten werd de knoop doorgehakt in het voordeel van het meesterlijke Grace, een eerbetoon aan een veel te vroeg gestorven genie.
Ondertussen al meer dan zes jaar geleden, hoorde ik op Studio Brussel verontrustende berichten over de mysterieuze verdwijning van Jeff Buckley. Zijn naam had ik ooit al wel eens opgevangen, maar zijn muziek kende ik nog niet, shame on me. Enkele dagen later kwam het bericht dat hij verdronken was na een zwempartijtje in de verraderlijke Mississippi.
Het duurde niet lang vooraleer ik Grace in mijn bezit had en na enkele seconden begreep ik meteen waarom iedereen zo van slag was na het tragische ongeval van Jeff Buckley. Die man had net even dé plaat van de eeuw gemaakt en om het allemaal nog wat schrijnender te maken was het zijn enige afgewerkte album. Die tien onverslijtbare meesterwerkjes op Grace — de één al wat zeemzoeter of experimenteler dan de ander — ben ik sinds die eerste kennismaking blijven koesteren.
Vanaf de allereerste ingetogen klanken die Buckley in "Mojo Pin" zachtjes boven een eenvoudig gitaarriedeltje prevelt tot het dreigende en angstaanjagende gedreun van "So Real", nog steeds krijg ik er koude rillingen van.
De perfectheid is nabij in songs als "Grace" en "Last Goodbye". Ze klinken zo af, alles erop en eraan: strijkers op het gepaste moment, ongecoördineerde maar briljante klankuitstortingen, ontroerende teksten… En dan de fluwelen klanken van "Lilac Wine" die zachtjes tot diep in je trommelvlies wordt gestuwd tot daar net boven de traankanaaltjes spontaan openspringen. Als een bakvis viel ik — en val ik nog steeds — voor die buitengewone stem, het ene moment zo hemels en warm, en het andere moment haast demonisch, de stem die Buckley zelf zo lang heeft verafschuwd.
Hoe zacht en lieflijk "Lilac Wine" is, zo kil en pijnlijk klinkt "So Real". Nog nooit klonken die drie woordjes — "I love you"— zo wanhopig, koud, leeg, bang en moedeloos. Alsof je adem voor een paar seconden wordt afgesneden, zo intens dat het elke keer weer even bekomen is.
Met "Lover. You Should’ve Come Over" — favoriet van menig Buckley-fan en yours truly — overtreft Buckley al zijn vorige prestaties. Dit is hét absolute hoogtepunt van Grace, zelden klonken ingewikkelde composities zo zuiver en huiveringwekkend mooi. Nimmer volgden zoveel bloedmooie zinsneden elkaar op: "My kingdom for a kiss upon her shoulder", "All my blood for the sweetness of her laughter" of "She’s the tear that hangs inside my soul forever". Keer op keer onderwerp ik me gewillig aan de nevenverschijnselen: kippenvel, rillingen, ademnood…
Ja, Jeff Buckley is veel te vroeg gestorven, maar ik ben hem zo dankbaar dat hij Grace op de mensheid heeft losgelaten. Ook al weten we niet wat deze jonge muzikant nog in zijn mars zou gehad hebben, met Grace heeft hij voor een wonder gezorgd en dat kan niemand mij nog afpakken.