�Beter goed gepikt dan slecht verzonnen,� hoor ik mensen
steeds vaker zeggen wanneer ze het over films hebben. Misschien
omdat er steeds minder vaak ook effectief nieuwe idee�n verzonnen
worden in de filmindustrie. Gewoonlijk ben ik niet iemand die in
die theorie gelooft, maar voor ‘Dog Soldiers’ wil ik wel eens een
uitzondering maken. Zowat niets in deze goedkope Britse horrorfilm
is origineel, maar de uitvoering ervan is zo effectief en geestig,
dat er moeilijk aan te weerstaan valt.
Het verhaal is zo eenvoudig dat het bijna belachelijk wordt: een
peleton Britse soldaten gaat op oefening in een Schots bos, en
treft er de bloederige restanten van een elite-legereenheid aan.
Hun laatste speciale opdracht is hen schijnbaar niet goed bevallen,
en het enige lid dat nog in leven is, een niets of niemand
ontziende officier, weigert te vertellen wat er gaande is. Vreemde
geluiden en mysterieuze schimmen omsingelen de soldaten naarmate de
duisternis valt en de volle maan opkomt, en de soldaten verschansen
zich (heerlijk woord, verschansen, dat moet ik vaker gaan
gebruiken), in een verlaten boerderij.
De soldaten, onder leiding van onze protagonist Cooper (Kevin
McKidd), komen erachter dat de bossen geplaagd worden door
weerwolven (!), die elke maand bij volle maan op jacht gaan naar
vers vlees. Eens ze zich hebben teruggetrokken tot in de boerderij,
wordt het startsignaal gegeven voor een ‘Night Of The Living
Dead’-achtige confrontatie tussen monsters en mensen, waarbij de
makers zich met overduidelijk plezier uitleven in het verzinnen van
uiteenlopende, creatieve manieren om hun personages een kopje
kleiner te maken.
De premisse van deze film is dus zo klassiek als de pest:
weerwolven behoren tot een eeuwenoude traditie van griezelverhalen,
samen met schepsels als vampiers en levende doden, en het gegeven
van het groepje overlevenden dat zich opsluit in een beperkte
ruimte, is er ��n die elke filmfanaat al wel een keer of
honderd gezien zal hebben. Neem bijvoorbeeld maar eens de
‘Alien’-saga, ‘The Birds’, ‘Night Of The Living Dead’ of recent nog
‘Signs’. Er is iets inherent
angstaanjagends aan zo�n situatie � mensen die op elkaars lip
zitten, wachtend tot een meestal tot dan toe ongeziene vijand toe
zal slaan. Het opbouwen van de spanning, het tonen van conflicten
tussen de personages… Een goeie scriptschrijver of regisseur kan
dergelijke toestanden tot in het oneindige uitmelken om een
ongemeen spannende film te cre�ren – het bewijs daarvan hebben we
vroeger al gezien.
‘Dog Soldiers’ haalt niet het niveau van die illustere
voorgangers, maar dat wil niet zeggen dat er hier niet heel wat
plezier te rapen valt. Schrijver/regisseur Neil Marshall spendeert
de eerste helft van zijn films met het opzetten van de situatie. We
zien de weerwolven nog niet, maar we zijn ons ervan bewust dat ze
er zijn, ergens in de schaduwen naast de camera. Hij bouwt op een
keurige manier de spanning op, en geeft gaandeweg steeds meer tips
dat we dit allemaal niet serieus dienen te nemen, vooral in de vaak
droog-komische dialogen. Denk maar aan de verhalen die worden
verteld rond het kampvuur. Maar met al dat houdt Marshall zijn
“tongue” nog steeds “firmly in cheek”, en het is pas wanneer de
soldaten in die boerderij zitten, dat het �cht duidelijk wordt
dat dit geen claustrofobisch thrillertje zal worden. Steeds meer
ontwikkelt de film zich in de richting die hij de hele tijd al op
wilde gaan: de campy monsterfilm, waarin het bloed rijkelijk van de
muren stroomt. De mentaliteit van de rest van ‘Dog Soldiers’ vanaf
dit punt lijkt meer gemeen te hebben met die van ‘Evil Dead’,
hoewel de situaties nooit helemaal zo absurd worden in deze film
als in die van Sam Raimi. (E�n van de personages heet overigens
Bruce Campbell � een naam die fans van ‘Evil Dead’ bekend in de
oren zal klinken.)
In tegenstelling tot meer pretentieuze recente horrorfilms als
‘Dreamcatcher’, is ‘Dog Soldiers’
er ��n die z�n eigen onnozelheid vrolijk toegeeft, en vanuit
dat punt verdergaat om een verrassend genietbaar verhaal te
vertellen. Het kan niet makkelijk zijn om horror en humor naast
elkaar te laten leven in ��n film, zonder dat de twee elkaar in
de weg gaan lopen of uitschakelen, maar Marshall slaagt er in. De
aanvallen van de weerwolven (die er trouwens geheel traditioneel
uitzien als de weerwolven uit elk ge�llustreerd kinderboek), zijn
goed geregisseerd om een maximaal effect te bereiken. Marshall
haalt regelmatig frames weg uit de actiesc�nes, zodat deze een
dynamisch effect krijgen met veel plotse sprongetjes in het beeld.
Deze techniek geeft het publiek een ietwat onaangenaam gevoel, het
desori�nteert ze heel even, zodat ze een seconde lang het gevoel
krijgen niet meer te weten waar ze zijn in de actiesc�ne. En dat
speelt in dit geval absoluut in het voordeel van de film. Het feit
dat zowat het hele ding met een handgehouden camera is gefilmd, met
een vaak nogal korrelige 16 mm-beeldkwaliteit, is daar uiteraard
ook niet vreemd aan. Marshall mag dan wel een idioot griezelfilmpje
in elkaar steken, hij weet echt wel waar hij mee bezig is.
Dat het allemaal maar om te lachen is, wordt duidelijk in
dialogen als: �My guts are hanging out!� � �We�ll put
them back in!� � �They won�t fit!� De acteurs, voor het
grote publiek uitsluitend nobele onbekenden, spelen het allemaal
volkomen ernstig, alsof ze zich helemaal niet bewust zijn in wat
voor soort film ze wel zitten. En zo hoort het ook, humor werkt pas
zodra je het gevoel krijgt dat er helemaal niet op een lach gemikt
wordt.
‘Dog Soldiers’ is dus goed in wat het doet. Dit is een typische
zaterdagnachtfilm, voor wanneer u halfdronken thuiskomt en geen zin
hebt om al naar bed te gaan. Voor ��n keer kan ik daar niet
eens bezwaar tegen hebben. Dit soort film heeft zeer bescheiden
doeleinden, het wil niets meer zijn dan wat het is � half
horrorfilm, half pastiche, en volkomen genietbaar als beide. De
kans is groot dat dit ooit een cultklassieker zal worden. Ik kan u
enkel aanraden de film n� te zien, voor dat gebeurt, zodat u
achteraf kunt zeggen dat u er als ��n van de eersten bij
was.
http://www.dogsoldiers.co.uk