125 min. / USA
Weet u wat een tranche de vie-film is? Dat is het soort
van film waarin de makers ons een blik willen gunnen op het “echte
leven” – onopgesmukte cinema over reële emoties, over vaak lelijke,
mislukte mensen. Vooral in Europa zijn we regelmatig gek op die
dingen. In België zijn de gebroeders Dardenne het best bekend in
dit genre, en ze belichamen ook wat dat soort van film meestal
betekent: een schokkerige camera, veel artistieke pretenties, en
een publiek dat doorgaans na een kwartier in slaap ligt, terwijl uw
plaatselijke dikdoenerige recensent u probeert wijs te maken dat
dit de beste van het jaar is.
Waar ik bezwaar tegen maak bij dat soort prenten, is dat ze
helemaal geen film meer proberen te zijn. Alle mise-en-scène, alle
schoonheid en poëzie die een film zou kunnen hebben, wordt
doelbewust weggelaten om plaats te maken voor een realiteit die
misschien wel waarheidsgetrouw is, maar daarom nog niet
interessant.
Alexander Payne, regisseur van de schitterende zwarte komedie
‘Election’, waagt zich met ‘About
Schmidt’ aan zijn eigen tranche de vie, maar maakt niet dezelfde
fout als zijn Europese collega’s. Hij maakt immers ook een film die
genoegen schept in z’n eigen visuele en inhoudelijke vernuft, die
geen epileptische cameraman nodig heeft om z’n standpunten
duidelijk te maken.
Het leven dat in dit verhaal wordt gevolgd, is dat van Warren R.
Schmidt, een verzekeringsmakelaar die na meer dan dertig jaar
dienst bij hetzelfde kantoor op pensioen gaat. Voor het eerst moet
Warren het feit onder ogen komen dat hij bitter weinig betekent
voor andere mensen. Zijn opvolger, een irritant jonge en vlotte
zakenkwal, heeft binnen de kortste keren de job onder knie waar
Warren jaren voor nodig had om ze te krijgen. Zijn dochter woont
ver weg en heeft hem niet nodig. En zijn vrouw – wel, hij kijkt
naar zijn vrouw en vraagt zich af: “Wie is die oude vrouw die in
mijn huis woont?”
Kortom, Warren heeft last van een zware depressie – hij voelt zich
overbodig, wordt geconfronteerd met de mogelijkheid dat hij een
zinloos leven heeft geleid. In een poging iets nuttigs te doen,
adopteert hij een Foster Parents-kindje uit Tanzania – Ndugu. In
lange brieven aan de zesjarige jongen, doet Warren zijn beklag over
zijn leven, of het gebrek daaraan. Wanneer kort na elkaar totaal
onverwacht zijn vrouw sterft en (geheel verwacht en gevreesd) zijn
dochter trouwt, besluit Warren in zijn gigantische mobilhome te
stappen en een ritje te maken naar zijn toekomstige schoonfamilie,
waar moeder des huizes Kathy Bates de plak zwaait. Onderweg
probeert hij uit te puzzelen hoe hij zijn leven een nieuwe richting
kan geven. Maar de vraag blijft of hij wel een antwoord zal
vinden.
Gedeeltelijk deed dit verhaal me denken aan Arthur Millers ‘Death
Of A Salesman’, over een verkoper die na tientallen jaren dienst
ontslagen wordt, en op hoge leeftijd moet vaststellen een overbodig
mens te zijn. Maar de problemen van het hoofdpersonage in dat
toneelstuk, waren te wijten aan de maatschappij, die mensen als hij
kapot knauwt en uitspuugt, en slechts periferaal aan zijn eigen
gebreken. In het geval van Warren is de depressie waaraan hij lijdt
enkel vanuit zichzelf afkomstig. Hij heeft een vrouw en een kind,
en had steeds een vaste job, waar niemand hem op een verkeerde
manier behandelde, en waar hij langzaam maar zeker carrière wist te
maken. Wat hij mankeert in zijn leven, is passie; iets dat het
allemaal de moeite waard maakt voor zichzelf en de mensen om hem
heen.
‘About Schmidt’ is een soms pijnlijk eerlijke tragikomedie. Warren
lijkt wel de persoon die het personage van Kevin Spacey in
‘American Beauty’ had kunnen worden indien hij nooit besloten had
zijn leven om te gooien: een man die als een zombie door zijn eigen
huis strompelt. Zal hij opstaan of toch maar in zijn bed blijven
liggen? Hoe reageer je wanneer je beseft dat dat er totaal niets
toe doet, en dat het er ook nooit meer iets toe zal doen, voor
niemand?
Jack Nicholson speelt Schmidt, en het is één van zijn beste rollen
in jaren, voornamelijk omdat we het publieke persona van Nicholson
zo goed kennen. Met zijn brede grijns en bon-vivant-maniertjes, is
het een verrassing om hem nog eens een loser te zien spelen, en dan
met zoveel overtuiging. Wat indrukwekkend is, is niet zozeer de
aanwezigheid van een Jack Nicholson die we nog nooit gezien hebben,
maar de àfwezigheid van de Nicholson die we anders altijd
zien.
Ondanks verscheidene geestige momenten (vooral Schmidts toekomstige
schoonzoon is hilarisch in z’n onnozelheid), blijft dit dus een
zeer dramatische film, waarin de verlossing van onze anti-held ver
te zoeken is. Je kunt niet zomaar een vergooid leven van 66 jaar
omgooien door een ritje te maken in een mobilhome, wat andere films
ons ook zouden willen doen geloven, en Payne wéét dat. Hij geeft
ons geen voor de hand liggende redenen om Warren sympathiek te
vinden (Warren is een loser en doet en zegt vaak dingen die
speciaal ontworpen lijken om anderen te irriteren), maar over de
loop van de film weet hij zo’n genuanceerd portret van hem op te
hangen, dat we toch gaan meevoelen met zijn situatie.
Hadden nu de broertjes Dardenne deze film gemaakt, dan had er geen
enkele grap in de hele film gezeten, en hadden we de hele tijd naar
een bibberende camera zitten kijken. Zoals Payne het doet, gebruikt
hij de voice-over brieven naar Ndugu als een soms bitterzoet
ironisch contrast met wat we zien. Weet hij humor te puren uit
juist de meest schrijnende scènes.
Als regisseur is Payne goed met details. Ik hou er wel van wanneer
in een film de personages met vuile auto’s rondrijden. Wanneer
mensen hoesten als ze opstaan. Dat soort van kleine dingen, die de
film een verhoogd gevoel van realiteit geven. Neem nu de eerste
brief aan Ndugu, waarin Warren een aantal dingen opsomt die hem
ergeren aan zijn vrouw: hoe ze de sleutels van de wagen veel te
vroeg uit haar handtas haalt op de parking. Hoe ze hem onderbreekt.
Zelfs haar opkomende oude-vrouwengeur. Wel, dat zijn dus het soort
van zaken waaruit een leven wordt opgemaakt. En als het over een
mislukt leven gaat, zoals hier, dan zijn het zelfs uitsluitend dat
soort van zaken waaruit het bestaat. En Payne toont ze, zonder in
protserige artistieke stijlfiguurtjes te vervallen. Géén bibberende
camera, geen dodelijke sérieux, maar een zeer humaan gevoel voor
humor, en een poëtisch aanvoelende visuele schoonheid. Let op de
bewolkte hemels over Warrens mobilhome. Of de begrafenisscène. Of
gewoon die hele simpele close-up van Nicholson tijdens de
allerlaatste scène. Zo zie je maar dat je echt geen pretentieuze
trucjes nodig hebt om een emotioneel waarachtige film te draaien.
Een goed script en bovenal sublieme acteurs zijn ruim
voldoende.
‘About Schmidt’ is een trouwens een film met een ingebouwde tijdbom
– je bekijkt de film en waardeert hem, hoewel er momenten waren
tijdens het kijken, dat je gewild had dat het allemaal wat sneller
zou gaan. Dan, drie dagen later, ben je er gek op – want juist die
scènes die het tempo van de film vertraagden, zijn in je geheugen
blijven zitten. Dit is een film over een man die z’n eigen leven
evalueert, en dat neemt gewoon wat tijd in beslag. ‘About Schmidt’
kijkt rustig om zich heen, denkt even na en komt vervolgens tot een
schrijnende emotionele conclusie. Enig geduld is dus wel
vereist.
Bericht aan Robert De Niro: kijk toe en leer hoe een oudere acteur
toch z’n waardigheid kan behouden.
http://www.aboutschmidtmovie.com/