“Presentator”. Dat wilden ze alle tien worden, en daarom proberen ze negen weken Huisarrest te overleven. Tot iemand wordt vermoord, toen waren ze nog met negen. Een knorrige oude detective moet op zoek naar een moordenaar die er in slaagde onopgemerkt te blijven in een huis waar niets aan de aandacht van de camera ontsnapt.
De hele stoet reality-programma’s waar we tegenwoordig mee doodgeslagen worden, is gevonden vreten voor Blackadder-scenarist/cabaretier/romancier Ben Elton. Vol enthousiasme stort hij zich op een satire en plant een moord in het Big Brother-achtige programma Huisarrest: tien kandidaten die dromen van een mediacarrière, een huis vol camera’s, negen weken lang. Maar op dag 27 wordt één van de deelnemers on camera vermoord. De dader blijft buiten beeld.
Enter inspecteur Coleridge, een knorrige oude man die niets op heeft met de zogenaamde jongerencultuur en zijn ’excessen’. Op zoek naar een motief voor de moord ziet hij zich gedwongen elke minuut van de opnames in het huis uit te zitten, in de hoop een aanwijzing te vinden. Het is hem als liefhebber van de hoge cultuur een beproeving, maar gelukkig zijn er de hippe jonge brigadiers Hooper en Trisha om hem met raad en daad bij te staan in de wondere wereld van laaghangende broeken (“Ja, inspecteur, waarom zou je geld uitgeven aan een string van Calvin Klein als niemand hem ziet?”) en turbotaal (“Pissig?”-“Chagrijnig, inspecteur”).
Met een vlijmscherpe pen portretteert Elton een tv-wereldje dat genadeloos mensen gebruikt en ze even vlotjes weer dumpt als ze van geen voordeel meer zijn,. Ze blijken er over een onbestaand geweten te beschikken om hun praktijken goed te praten. Zo verdedigt de producer van het programma haar beslissing de moord uit te zenden met het argument dat die al live op het internet te zien is geweest: “Het is al deel van het cultuurgoed. Het is al naar buiten gebracht. Keurt u het goed dat mensen zonder computer sociaal worden achtergesteld?”
Leuk is ook hoe Elton de politieagenten laat evolueren: gaat Hooper, fan van het eerste uur, zich gaandeweg ergeren aan de deelnemers van Huisarrest, langzaamaan betrap je Coleridge er op dat hij de redeneringen van een liefhebber overneemt. De man maakt overigens wel meer evoluties door, die culmineren in een grootse finale die niet onderdoet voor Poirot’s toneelstukjes. De ontknoping is desondanks een lichte afknapper. Driehonderd pagina’s lang is het gespannen afwachten, maar wanneer Coleridge de zaak even uit de doeken doet, is de ware toedracht zó ver gezocht,en de dader tegelijk té voor de hand liggend om helemaal bevredigend te zijn.
Elton trekt in Hartstikke Beroemd al zijn satirische registers open, en levert een heerlijke pageturner af, die niet zozeer noopt tot schaterlachen, maar tot nachtjes laat opblijven om toch maar te weten wie de dader is. Het is echter jammer dat de vertaalster de pret regelmatig bederft met een ronduit kige vertaling. Zo slaagt ze er op een bepaald moment in de uitdrukking “It messes with my head” te vertalen als “Dat knoeit aan mijn kop”. Er moeten toch ook vertalers te vinden zijn die wèl een gevoel voor het Nederlandse equivalent van dit soort turbotaal hebben? Nu hoor je maar al te vaak het oorspronkelijke Engels er letterlijk doorschemeren, en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Behrijp je?