Zolang er mensen zijn, worden kinderen geboren en opgevoed om hun plaats in de wereld der volwassenen in te nemen. Kinderen van toen, kinderen van nu… De verschillen lijken erg groot, maar is dit wel zo? Het antwoord vind je in het Provinciaal Gallo-Romeins Museum (PGRM).
Het concept van Jong in de Oudheid ontleende het PGRM aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Ruim 120 voorwerpen, grotendeels afkomstig uit dat Amsterdams museum, vertellen de bezoeker hoe men in de Oudheid dacht over huwelijk, zwangerschap, geboorte en opvoeding.
Voor één keer eens een tentoonstelling die de voorwerpen niet chronologisch volgens (vermoedelijke) ouderdom rangschikt. Voorwerpen uit de Griekse en Romeinse cultuur zijn op een eigenzinnige wijze geordend: de centrale gedachte is de cirkel van het leven. De tentoonstelling opent met een mengvat voor wijn, met daarop een huwelijksstoet. Die afbeelding is uitvergroot op de wand aangebracht. Vervolgens verduidelijken de tentoongestelde voorwerpen de visie op bevruchting, zwangerschap, geboorte en opvoeding. Na de opvoeding zijn de jongeren op huwbare leeftijd en kom je aan het einde van de tentoonstelling. En vooraleer de tentoonstellingsruimte te verlaten, beland je opnieuw aan het begin van de tentoonstelling. De cirkel is rond, de kinderen zijn volwassen en zullen op hun beurt het leven doorgeven.
Volgens een thematische indeling toont het PGRM zowel voorwerpen die rechtstreeks in verband staan met het thema van de opvoeding van de kinderen, als kruiken of grafstenen waarvan de voorstellingen bepaalde rituelen of gebruiken uitbeelden. Tussen de grafstenen zijn er enkele waarop expliciet vermeld staat dat de vrouw kinderloos gestorven is. Hieruit kunnen we afleiden dat het in de oudheid eerder ongewoon is om je leven kinderloos te blijven. Voorzien in een wettelijk nageslacht was het belangrijkste doel van het huwelijk. Dat vrouwen vruchtbaar waren en kinderen konden baren, was in de oudheid overigens de enige reden die hun bestaan legitimeerde.
Dat onderscheid tussen mannen en vrouwen werd al tijdens de opvoeding van de kinderen duidelijk. Meisjes moesten zich voorbereiden op hun taak als moeder en echtgenote. Zij speelden met poppen en met miniatuurmeubeltjes. Jongens daarentegen liepen school in het Gymnasium, moesten sporten en waren voorbestemd om het vaderland dienen in het leger. De dicriminatie van jongens en meisjes begon overigens al heel erg vroeg in de Griekse wereld: op hun derde levensjaar namen de jongens deel aan het Kannetjesfeest. Dat feest was een onderdeel van de inwijdingsfeesten van de nieuwe wijn. Jongens van drie mochten de wijn proeven, op dat moment werden ze burger, en werden ze opgenomen in de maatschappij. Meisjes mochten geen wijn drinken, het inschenken van de wijn was hun taak.
Op een tentoonstelling over kinderen, kunnen spelletjes niet ontbreken. In het PGRM kunnen kinderen spelen met enkele nagemaakte spellen. Maar ook aan educatie is er gedacht: kinderen kunnen op speelse wijze enkele Latijnse woorden leren, volwassenen kunnen hun kennis uit de klassieke humaniora even opfrissen.
Jong in de Oudheid schetst een beknopt, maar representatief beeld van de opvoeding van de jeugd en van de opvattingen rond huwelijk en geboorte in de oudheid. Leuk om hier even bij stil te staan in het tijdperk van nintendo, pokémon en gsm. Niet voor niets is het logo van de tentoonstelling een baksteenrode gsm met in een donkere tint de afbeelding van het mengvat.
Jong in de Oudheid kan je bezoeken tot en met 15 september 2002. Meer info op de website van het Gallo-Romeins Museum.