Coverplaten, ze zijn nog nooit een goed idee gebleken. Bij ons weten was de laatste poging om met zo’n plaat een carrière te reanimeren van Duran Duran en sindsdien hebben we — gelukkig — niets meer van hen gehoord. Waarom onze op één na favoriete elf zich dan ook aan zo’n project moest wagen is ons een raadsel, maar het resultaat valt gelukkig nog half te pruimen.
Nu zat de carrière van La Tori niet in het slop, maar dat ze hot news was, is ook veel gezegd. Blijkt dat die cd vol covers ook nog eens een heus concept torst: aan elk lid van wat ze zelf haar "mannenlaboratorium" heet, vroeg ze een door een man geschreven en uitgevoerd nummer te selecteren dat veel voor de persoon in kwestie veel betekent. Het leverde een nogal uiteenlopende selectie op van Eminem’s misogyne "Bonnie & Clyde ’97" tot Depeche Mode’s bijna sacrale "Enjoy the Silence".
Om de spanning al wat te verlichten: het is geen schot in de roos. Er zijn momenten waarop Amos zeer gevoelige snaren raakt, maar eveneens zijn er een aantal momenten waarop je met plezier de good taste police op haar af zou sturen. Haar versie van Neil Young’s "Heart of Gold" is ronduit schabouwelijk en het beste bewijs dat vrouwen mannen ook niet altijd begrijpen. Eveneens wensen wij ons geen vragen te stellen bij de man voor wie "Raining Blood" van Slayer veel betekent. Tante Tori’s versie kan ons in elk geval ook niet bekoren.
Het goede nieuws dan maar: "Real Men" kunnen wij vijf keer na elkaar draaien, het blijft fantastisch. Hetzelfde geldt voor "Rattlesnakes" van Lloyd Cole. Het is dan ook moeilijk om van dergelijk sterke nummers iets slechts te maken (al dachten we dan van "Heart of Gold" ook) en bijgevolg lopen Tori’s versies gemoedelijk dicht tegen de originelen. Schone liedjes toch, hoe dan ook.
Amos maakte ook mooie bewerkingen van Depeche Mode’s "Enjoy the Silence" en 10CC’s "I’m not in Love". Eminem’s verkillende "Bonnie & Clyde ’97" maakt Tori Amos nog iets meer verkillend. Geloof ons (of check het zelf), dat is niet gemakkelijk: ze neemt plaats in de kofferbak van Em’s auto, vraagt mevrouw Shady wat op te schuiven en fluistert door hoe papa dochtertje medeplichtig maakt aan mama’s verdwijnen. Dat alles tegen een dreigende, orchestrale achtergrond. Het is eens wat anders dan hiphopbeats.
Tom Waits’ "Time" is ook erg goed, maar vooral erg Tom Waitserig. Het is moeilijk om je Amos dronken aan de toog voor te stellen en de verleiding is al gauw groot om Waits’ rasperige stem zelf te horen. Naar het schijnt hebben een aantal nummers de cd niet gehaald omdat ze te dicht tegen het origineel aanleunden. Als dat een criterium was, had ook dit nummer de cd niet moeten halen. Toch een goed nummer van Waits, overigens.
De hoogtepunten nog maar even opsommen dan? "Real Men", "Rattlesnakes" en "Time", daar moeten we het mee doen. Er staan ook aangename versies van andere nummers op, maar dat zijn echte covers, die bijgevolg weinig nieuws aanbrengen. Strange little Girls is dan ook een halfslachtig project: te slaafse kopieën lopen naast eigenzinnige interpretaties, maar het geheel mist een eigen gezicht. We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog eens Little Earthquakes en Under the Pink boven te halen. God, dat was nog eens een Tori…