Hoeveel piano’s ze met haar energieke speelstijl al heeft kapotgehamerd blijft een goedbewaard geheim. An Pierlé laat haar publiek immers op een onnavolgbare wijze alle hoeken van haar klavier zijn. Ze hamert er op los, fluistert, om uiteindelijk in schreeuwen uit te barsten. Het meisje-op-de-bal uit de RockRally van 1996 trekt tegenwoordig volle zalen met een caleidoscopische show.
"Oh, maar als er een fotograaf bij is, doe ik wel eerst even lipstick op," komt ze ’s middags de foyer binnengedrentelt. "Tja, ik ben een meiske, hé." An Pierlé heeft langzaam maar zeker een plaatsje in het Belgische muzieklandschap veroverd en heeft ook een heel apart stemgeluid gevonden. "Goed, hé," glundert ze als ik vaststel dat de Tori Amos-vergelijkingen ondertussen zijn verdwenen. Ook het zelfvertrouwen is gegroeid: "Als ik gedumpt wordt, zijn er genoeg kleine platenlabels die wél tevreden zijn met iemand die zeventienduizend platen verkoopt."
Godddeau: ‘Muziek is een spelletje,’ verklaarde je ooit. Is dat na maanden van toeren nog steeds zo?
An Pierlé: "Heb ik dat ooit gezegd? Echt? Op zich is muziek maken een spel, een soort raadsel dat je moet zien op te lossen. Vooraleer een vaag idee een echt nummer wordt, is het vaak uren puzzelen geblazen en uit bladzijden vol tekst de juiste zinnen halen. Dat kan een tijdje duren. Ernstig met muziek bezig zijn is geen sinecure."
"Het toeren valt best mee. Nu is het wel even veel, maar ik zorg er voor dat het geen sleur wordt door veel te experimenteren. Al moet je het publiek natuurlijk wel een beetje geven waar het voor komt. "Mud Stories" en "Tower" zal ik steeds spelen, maar daar tussenin probeer ik het voor mezelf toch ook boeiend houden: ik probeer altijd zo veel mogelijk nieuwe nummers te spelen."
"Je moet telkens opnieuw het publiek voor je zien te winnen, al moet ik zeggen dat dat in België al heel wat makkelijker gaat dan in Nederland waar ik vaak voor een groep mensen sta die me totaal niet kennen. Ik pas er dezelfde techniek toe als ik hier aan het begin van mijn carrière heb gedaan: veel optreden en zo een publiek veroveren. Dat gaat misschien heel traag, maar het werkt wel. De mensen krijgen het gevoel dat ze ‘iets’ ontdekt hebben. Door middel van mond-aan-mondreclame wordt dan alles stilletjes aan in gang gezet."
Godddeau: Het duurde wel even voor je cd uitkwam, hoewel je sinds de RockRally van 1996 eigenlijk nooit uit de belangstelling was verdwenen.
Pierlé: "Ik heb het gevoel dat er in feite niemand echt op werk van mij zat te wachten. Bepaalde mensen zouden wel graag een plaat van je horen, maar meer dan vluchtige interesse is dat niet. Er verschijnen ook zoveel cd’s. Als je de RockRally wint, krijg je een schone cheque en vooral veel media-aandacht, maar daarmee alleen bouw je geen evenwichtige carrière uit. Ik denk dat je enkel met een goede plaat het verschil kunt maken. Denk maar aan Arid en Novastar. Die zijn ondertussen ook groot geworden. Bij mij is het misschien iets vlugger gegaan. De underdog zijn werkt eigenlijk wel."
Godddeau: Hoe zie je jezelf evolueren? Gaat de tweede cd andere richtingen uit?
Pierlé: "Het zal geen doorslagje zijn van de eerste cd, maar ook geen radicale stijlbreuk. Mijn stijl is ondertussen toch al zwaar geëvolueerd, maar ze zal herkenbaar blijven. Het zal heel sober zijn – want daar streef ik naar – maar ik zal niet meer alleen piano gebruiken."
"Die nieuwe plaat is nog niet echt gepland: binnen dit en een jaar zou ze er ongeveer moeten zijn maar het dringt niet zo. De tweede plaat is een heel moeilijke om te maken. Dat zeggen ze toch? Ik wil gewoon dat hij goed is en er is nog wel wat werk aan de winkel. Voor de eerste cd heb ik lang nagedacht waar ik precies naar toe wou en wat ik er mee wou zeggen. Voor die nieuwe plaat wil ik dat ook uitgebreid kunnen doen."
Godddeau: Een tijd geleden vertelde je in Humo dat je vroeger nogal flirtte met een lolita-imago. Cover je daarom live wel eens Britney Spears?
Pierlé: "Nu doe ik dat niet meer, maar er is wel een zekere herkenning. In Bernadetje, een voorstelling waar ik heb aan meegewerkt, speelde ik zo’n personage. Het is mij dus zeker niet vreemd, maar het is slechts een klein deeltje van mij."
Godddeau: Je zou op je optredens niet uit zo’n aluminium bol willen stappen als Britney laatst in Flanders Expo?
Pierlé: "Deed ze dat echt? Ben je gaan kijken?"
Godddeau: Het was helaas al uitverkocht toen ik eraan dacht.
Pierlé: "Ik zou dat wel tof vinden, maar dan in een andere context. Met totaal andere muziek en in een kitscherige sfeer. Dat ene nummer van Britney dat ik gecoverd heb, vind ik wel heel goed overigens."
Godddeau: In Bernadetje werkte je samen met Arne Sierens en Alain Platel. Het is bekend dat zij door gebruik te maken van improvisaties veel uit hun acteurs willen halen. Gold dat ook voor jou?
Pierlé: "Goh, dat moet je allemaal binnen zijn context zien: ik kwam net van school — Studio Herman Teirlinck — waar men nogal — ahum — serieus met Theater bezig is. Met hoofdletters. En dan kwam ik daar bij Platel en Sierens en bleek dat theater niet afzien, voorál niet afzien is. Het is gewoon zijn wat je bent."
"Op een bepaald moment was er een improvisatiesessie waarop ik al dansend wat de marina uithing, allemaal dingen van op school, uit mijn jeugd. Ze vonden dat heel tof. Voor mij was dat zo iets van: ‘Ha, mag je dat doen?’ In mijn ogen was dat gemakkelijk omdat dat gewoon plezant was. Ik denk dat gewoon jezelf zijn of gewoon dingen doen die je graag doet theatraal heel interessant kunnen zijn. Zelfs de marina spelen."
Godddeau: Voor de zomer was er in Frankrijk een internationale acteursconventie waar het Vlaamse model van Platel en Sierens als de te volgen weg werd aangeprezen. Wat vind de actrice An Pierlé daarvan?
Pierlé: "Op dit moment interesseert theater mij eigenlijk niet meer. Ik volg het nog wel een beetje, maar ik ga nooit meer kijken. Alleen wat er in Victoria gebeurt volg ik nog, omdat ik daar een hechte band mee heb. Eigenlijk is dat gewoon een kwestie van smaak. Platel-Sierens is een concept dat nu inderdaad nogal wat navolging krijgt: alles uit improvisaties, uit de acteurs halen, waarna zij er dan een aantal grote lijnen in aanbrengen. Het is gewoon een heel aangename manier van werken want je kunt dingen op een heel spontane manier laten zien. Er zijn echter ook mensen die gemakkelijker met tekst werken. Het is nieuw, succesvol en in die zin ook makkelijk om als na te volgen model naar voren te schuiven."
Godddeau: Bij de bespreking van je cd in Humo werd je verweten dat je jezelf nogal ernstig neemt.
Pierlé: "Ja maar, ik néém mijzelf serieus. Je moet niet de hele tijd ironisch doen over jezelf want ook dat is maar een trend. Je moet staan achter wat je doet en het is soms heel moeilijk om niet mee te gaan in een mode. Ik vind trouwens dat ik mijzelf heel goed kan relativeren. Ik ga geen commentaar geven over de criticus die die recensie geschreven heeft. Die man kent mij niet. Hij is waarschijnlijk nog nooit naar mij komen kijken. Plus: dat was een persoonlijke bespreking, er stond eigenlijk niets over de muziek in. Dat is pure zelfverheerlijking van die journalist. En nu heb ik toch veel gezegd. (lacht) Maar nu sponsoren ze mijn tour hé, de Humo. (fijntjes) "
Godddeau: Vorig jaar was het de zomer van het remix-cd’tje van Zita Swoons "Disco". Dit jaar leek het een beetje alsof Warner het trucje wou herhalen met de remixes van "Tower": een technoversie, een hiphopversie…
Pierlé: "Die Starflamremix vind ik heel goed gelukt. Ze hebben dat nummer in ere gehouden. Bij de Technotronicversie meer van hetzelfde. Ik heb er mij dus wel mee geamuseerd, maar het blijft een idee van Warner natuurlijk. Het was een laatste kans om in het buitenland misschien toch iets op de radio te krijgen."
"Dat is wel een heel dubbelzinnige situatie en daar hebben we veel discussies over gehad: als je met die totaal andere versies doorbreekt, heb je natuurlijk die naam en de mensen die dat fantastisch vinden, zijn daarom geen fan van datgene waar je echt voor staat. Uiteindelijk hebben we er echter geen spijt van."
Godddeau: Als kind verklaarde je al: ‘Ik wil toneelspelen en zingen en muziek maken en dansen en liefst tesamen.’ Is optreden voor jou ook toneelspelen of heeft het toch meer te maken met een herbeleven van bepaalde emoties? Met andere woorden: Freddy Mercury of Eddie Vedder?
Pierlé: "Allereerst is er de muziek. Je probeert een nummer zo goed mogelijk te spelen en de tekst zo goed mogelijk te brengen. De manier waarop ik vanavond een liedje speel, weerspiegelt niet noodzakelijk hetzelfde gevoel als dat waarmee ik dat liedje heb geschreven. Daarom vind ik het tof dat mijn teksten zo cryptisch zijn. Wel probeer ik altijd iets te zeggen met mijn nummer. Het resultaat is dikwijls ook voor mij verrassend."
""Uiteindelijk speel ik gewoon en probeer ik door de inspiratie op het moment zelf nieuwe dingen in het nummer te zien. Ik merk ook dat, als ik iets probeer te herhalen, mij dat toch niet lukt. De omstandigheden en de manier waarop je je voelt zijn telkens anders. Beginnen van nul, niets van een nummer verwachten en gewoon de tekst zo goed mogelijk proberen te brengen, werkt voor mij persoonlijk het best. Soms spéél ik, ja, maar ik doe niet alsof. Je kunt dingen wat versterken door je manier van zingen en de klanken die je kiest. Een klank heeft natuurlijk een emotie in zich of draagt een bepaald iets over. Zo werkt het wel."